Uitspraak Nº 8298837 CV EXPL 20-390. Rechtbank Noord-Holland, 2020-04-29

ECLIECLI:NL:RBNHO:2020:3248
Date29 Abril 2020
Docket Number8298837 CV EXPL 20-390
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 8298837 CV EXPL 20-390

Uitspraakdatum: 29 april 2020

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

[eiser]

wonende te [woonplaats] ,

eisende partij,

verder te noemen: [eiser] ,

gemachtigde: mr. W.J.T. Ursem te Alkmaar,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

GEOLOGISTIEK B.V.,

gevestigd te Nijehaske, gemeente De Fryske Marren,

kantoorhoudende te Hoogwoud, gemeente Opmeer,

gedaagde partij,

verder te noemen: Geologistiek,

gemachtigde: mr. B.M. Vijverberg te Diessen.

1 Het procesverloop
1.1.

[eiser] heeft bij dagvaarding van 1 juli 2019 bij de handelskamer van de rechtbank een vordering tegen Geologistiek ingesteld. Geologistiek heeft schriftelijk geantwoord.

1.2.

Op 31 januari 2020 heeft een zitting bij de rechtbank plaatsgevonden, ingevolge het vonnis van de rechtbank van 2 oktober 2019. Voorafgaand aan deze zitting is door de griffier telefonisch aan partijen aangekondigd, dat de rechtbank ambtshalve haar bevoegdheid zal toetsen en dat daarom de vragen voorliggen of de zaak een huurovereenkomst betreft en of de zaak verwezen moet worden naar de kantonrechter. De rechtbank heeft de zaak bij mondelinge uitspraak van 31 januari 2020 verwezen naar de kantonrechter. Aansluitend aan deze mondelinge uitspraak heeft de zitting bij de kantonrechter plaatsgevonden.

1.3.

De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mr. Ursem heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiser] bij brief van 8 januari 2020 nog stukken toegezonden. Na de zitting heeft [eiser] bij brief van 7 februari 2020 opmerkingen gemaakt over het proces-verbaal en heeft Geologistiek een akte ingediend, ontvangen op de griffie op 31 maart 2020.

2 De feiten
2.1.

[eiser] houdt zich, middels zijn eenmanszaak, bezig met de teelt van diverse gewassen. [eiser] is eigenaar van circa 7 hectare grond, omliggend aan zijn woning en bedrijf aan de [adres]

2.2.

Geologistiek is een bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in het exploiteren van een onderneming op het gebied van handel in grond en slib.

2.3.

Partijen zijn overeengekomen dat Geologistiek tegen betaling van een vergoeding een deel van voornoemde grond van [eiser] (hierna: het perceel) zou gebruiken als tijdelijk depot voor baggerspecie. Partijen hebben hiertoe op 1 en 2 maart 2016 een overeenkomst ondertekend.

2.4.

In de periode maart 2016 tot en met februari 2017 heeft Geologistiek het perceel gebruikt voor het tijdelijk deponeren van baggerspecie en daarbij werkzaamheden uitgevoerd op het perceel.

2.5.

Op 31 augustus 2018 heeft [eiser] Geologistiek aansprakelijk gesteld voor schade als gevolg van de werkzaamheden van Geologistiek op het perceel. Geologistiek heeft de aansprakelijkheid afgewezen.

3 De vordering
3.1.

[eiser] vordert – samengevat – dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. voor recht verklaart dat Geologistiek tekort is geschoten in de nakoming van de uit de overeenkomst met [eiser] voortvloeiende verplichtingen, althans onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld en jegens hem schadeplichtig is;

II. Geologistiek veroordeelt tot betaling van € 46.992,05 exclusief btw, te weten € 67.970,59 inclusief btw;

III. Geologistiek veroordeelt tot betaling van € 1.150,00 exclusief btw, te weten € 1.391,50 inclusief btw, aan deskundigenkosten;

IV. Geologistiek veroordeelt tot betaling van € 1.454,71 exclusief btw, te weten € 1.760,20 inclusief btw, aan buitengerechtelijk incassokosten;

V. Geologistiek veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met wettelijke rente;

VI. Geologistiek veroordeelt in de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.

3.2.

[eiser] legt – kort gezegd – aan de vordering ten grondslag dat Geologistiek het perceel niet tijdig en niet op de juiste wijze heeft opgeleverd. Het perceel was namelijk gehuurd voor 2016 en zou per november 2016, en zeker per eind 2016 leeg, ontruimd en met gras...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT