Uitspraak Nº 8300503 CV EXPL 20-455. Rechtbank Overijssel, 2020-03-02
ECLI | ECLI:NL:RBOVE:2020:920 |
Docket Number | 8300503 CV EXPL 20-455 |
Date | 02 Marzo 2020 |
Court | Rechtbank Overijssel (Neederland) |
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats: Zwolle
zaaknummer : 8300503 CV EXPL 20-455
datum : 2 maart 2020
Vonnis in kort geding in de zaak van:
[eiser] ,
wonende te [plaats] ,
eiser,
gemachtigde: mr. G.M. Roze te Zoetermeer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KEOLIS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Deventer,
gedaagde,
gemachtigde: J.E. Middelveld te Enschede,
Partijen zullen hierna [eiser] en Keolis genoemd worden.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in kort geding van 12 februari 2020 met 12 producties
- de conclusie van antwoord in kort geding met 4 producties
- de brief van Keolis van 19 februari 2020 met productie 3 en 4
- de mondelinge behandeling op 20 februari 2020
- de pleitnotities van Keolis.
Ten slotte is vonnis bepaald.
[eiser] was als uitzendkracht in dienst bij Randstad Nederland BV (hierna: Randstad) op basis van een detacheringsovereenkomst fase B. [eiser] en Randstad hebben verder een “opleidingsovereenkomst kandidaat-chauffeur” gesloten uit hoofde waarvan [eiser] de opleiding tot Buschauffeur openbaar vervoer (D) zal volgen, ingaande 20 november 2017. In februari 2018 heeft [eiser] deze opleiding met succes afgerond.
Vanaf 5 november 2017 tot en met 10 december 2017 was [eiser] als Chauffeur openbaar vervoer gedetacheerd bij Syntus Kolibrie (Syntus is een handelsnaam van Keolis).
Vanaf 5 maart 2018 tot en met 9 december 2019 was [eiser] in dezelfde functie gedetacheerd bij Keolis B.V. Veluwe.
Bij brief van 14 juni 2019 heeft Keolis [eiser] een parttime arbeidsovereenkomst (32 uur per week in vijf dagen in een flexpool) voor onbepaalde tijd aangeboden voor de concessie Veluwe zonder vaste standplaats, ingaande 1 oktober 2019. Keolis heeft dit aanbod op 18 juni 2019 weer ingetrokken, omdat [eiser] nog geen 2500 uur had gewerkt als buschauffeur en dit een afspraak is die Randstad met Keolis heeft gemaakt.
Op 7 augustus 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [eiser] en [A] (teammanager van Keolis). Tijdens dit gesprek heeft [A] aan [eiser] een nieuw arbeidscontract aangeboden onder dezelfde voorwaarden maar met een latere ingangsdatum. [eiser] heeft dit aanbod niet geaccepteerd.
Nadat [eiser] op 15 augustus 2019 telefonisch met [B] (HR- adviseur van Keolis) over de kwestie had gesproken, heeft hij aansluitend via e-mail aan haar meegedeeld dat de 2500 uur-eis in strijd is met de CAO-OV en twee voorstellen/scenario’s voorgelegd.
Op 19 augustus 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [eiser] , [C] (concessiemanager van Keolis) en [D] . Aansluitend heeft Keolis bij brief van 19 augustus 2019 aan [eiser] meegedeeld dat zij met onmiddellijke ingang geen gebruik meer zal maken van zijn diensten via Randstad en dat zij [eiser] ook geen arbeidsovereenkomst zal aanbieden. Daarbij heeft Keolis aangegeven dat de besluitvorming is gebaseerd op het gedrag en de handelwijze van [eiser] in de afgelopen periode in het contact tussen hem en Keolis.
Bij brief van 11 oktober 2019 heeft [eiser] Keolis verzocht om alsnog haar verplichting op grond van de CAO-OV na te komen en hem een arbeidsovereenkomst aan te bieden voor de werkzaamheden als buschauffeur met Apeldoorn als standplaats, waarop Keolis bij brief van 21 oktober 2019 afwijzend heeft gereageerd.
Op 9 december 2019 is het dienstverband tussen [eiser] en Randstad beëindigd.
Op de detacheringsovereenkomsten van [eiser] is de CAO-OV (1 januari 2018 tot en met 30 juni 2020) van toepassing. Artikel 12 lid 4 van deze cao luidt als volgt:
Uitzendkrachten hebben...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT