Uitspraak Nº 8310713 EA VERZ 20-95. Rechtbank Amsterdam, 2020-04-23

ECLIECLI:NL:RBAMS:2020:2401
Date23 Abril 2020
Docket Number8310713 EA VERZ 20-95
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 8310713 EA VERZ 20-95

beschikking van: 23 april 2020

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

[verzoeker]

wonende te [woonplaats]

verzoeker

nader te noemen: [verzoeker]

gemachtigde: mr. L.T.M. Keet

t e g e n

de stichting Stichting Arkin

gevestigd te Amsterdam

verweerster

nader te noemen: Arkin

gemachtigde: mr. D.D. Boulassel

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[verzoeker] heeft op 30 januari 2020 een verzoek met producties ingediend bij de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, sector kanton, dat primair strekt tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Arkin, met nevenverzoeken. Subsidiair heeft [verzoeker] verzocht ten laste van Arkin een billijke vergoeding toe te kennen, met nevenverzoeken.

De rechtbank Noord-Holland heeft het verzoekschrift doorgestuurd naar de Rechtbank Amsterdam, sector kanton, omdat de rechtbank Noord-Holland niet bevoegd zou zijn. Het verzoekschrift is op 6 februari 2020 ontvangen.

[verzoeker] heeft ook een verzoek gedaan om op grond van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een voorlopige voorziening te treffen.

Arkin heeft een verweerschrift ingediend, met producties tevens houdende een (voorwaardelijk) tegenverzoek. Voorafgaand aan de zitting heeft [verzoeker] nog een productie ingediend.

Het verzoek is mondeling behandeld op 2 april 2020. Als gevolg van de maatregelen rond de coronacrisis heeft de zitting, met instemming van partijen, via een skype-verbinding plaatsgevonden. [verzoeker] is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde en voor Arkin zijn verschenen [naam 1] , Manager HRM, [naam 2] , manager Bedrijfsvoering en [naam 3] , HR Business Partner, eveneens bijgestaan door de gemachtigde. Partijen hebben hun standpunt toegelicht aan de hand van een pleitnota, die voorafgaand aan de zitting aan de kantonrechter en de wederpartij is toegezonden. Tijdens de zitting zijn vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Na verder debat is beschikking gevraagd en is een datum voor beschikking bepaald.

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.

1.1.

Arkin is een grote zorginstelling in de regio Amsterdam, op het gebied van geestelijke gezondheidszorg.

1.2.

[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] is sinds 1 augustus 2015 in dienst van Arkin als Groepsbegeleider 1. Hij verleent als psychiatrisch hulpverlener zorg aan cliënten op de locatie [locatie] die worden behandeld met psychische en verslavingsproblematiek. Zijn salaris bedraagt € 2.870,26 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag, onregelmatigheidstoeslag en eindejaarsuitkering.

1.3.

[verzoeker] is sinds 2017 bevoegd om als niet BIG-geregistreerde verpleegkundige medicatie te verstrekken aan patiënten.

1.4.

Op 15 oktober 2019 heeft Arkin bemerkt dat er Temazepam tabletten ontbraken.

1.5.

Arkin heeft op 1 november 2019 aan alle medewerkers van de locatie [locatie] per brief gevraagd of iemand het voorraadverschil kon verklaren. Dat leverde niets op.

1.6.

Via de ‘tamtam’ kreeg Arkin het signaal dat [verzoeker] een keer Temazepam mee naar huis had genomen.

1.7.

Op vrijdag 6 december 2019 hebben [naam 2] en [naam 3] van Arkin met [verzoeker] gesproken over voornoemd signaal en de ontbrekende tabletten. [verzoeker] heeft in dit gesprek toegegeven dat hij in juni 2019 10 tabletten Temazepam heeft meegenomen, vanwege een in die nacht ontstane situatie...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT