Uitspraak Nº 84-125584-22 (P). Rechtbank Overijssel, 2022-10-31

ECLIECLI:NL:RBOVE:2022:3151
Docket Number84-125584-22 (P)
Date31 Octubre 2022
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige economische kamer

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummer: 84-125584-22 (P)

Datum vonnis: 31 oktober 2022

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats] ,

wonende aan [adres] .

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2022.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. D. van Ieperen en van wat door verdachte en haar raadsman mr. D.L.A.M. Pluijmakers, advocaat in Almere, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte met een ander opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, in een woning heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

zij op of omstreeks 12 februari 2021 te Apeldoorn, althans in Nederland,

al dan niet opzettelijk,

tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,

professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten,

- 42, althans één of meer, stuks knalvuurwerk (Cobra 8, zie p. 139-143

proces-verbaal), en/of

- 28, althans één of meer, stuks knalvuurwerk (Cobra 6, zie p. 144-146

proces-verbaal), en/of

- 2, althans één of meer, stuks knalvuurwerk (Virus 4, zie p. 47-49 proces-verbaal),

en/of

- 1 stuks knalvuurwerk (BIG THUNDER, zie p. 150-154 proces-verbaal), en/of

- 1 stuks knalvuurwerk (Napolitaanse bom, zie p. 155-157 proces-verbaal), en/of

- 4, althans één of meer, stuks knalvuurwerk (Cobra 3, zie p. 158-161

proces-verbaal), en/of

- 5, althans één of meer, stuks knalvuurwerk (FUNKE TRUENO NO 6, zie p. 162-165

proces-verbaal), en/of

- 4, althans één of meer, stuks knalvuurwerk (COLPO, zie p. 166-169

proces-verbaal), en/of

- 15, althans één of meer, stuks knalvuurwerk (Tp2, zie p. 170-174 proces-verbaal),

en/of

- 8, althans één of meer, stuks knalvuurwerk (Dumbum 5g, zie p. 175-177

proces-verbaal), en/of

- 1 stuks shell (2,5 inch DISPLAY SHELL, zie p. 178-180 proces-verbaal), en/of

- 1 stuks batterij enkelshotsbuis (XB4108, zie p. 182-185 proces-verbaal), en/of

- 1 stuks batterij enkelshotsbuis (FINAL CAKE 1008 1,2 inch, zie p. 186-190

proces-verbaal), en/of

- 0,60 kilogram enkelshotsbuizen (CARBON, zie p. 191-192 proces-verbaal), en/of

- 0,10 kilogram enkelshotsbuizen (COOL BASTERDS, zie p. 193-195 proces-verbaal),

en/of

- 0,15 kilogram knalvuurwerk (Tornado, zie p. 196-198 proces-verbaal),

heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een woning gelegen aan, althans

in de onmiddellijke nabijheid van [adres] .

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4. De bewijsmotivering 1

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. Daartoe heeft hij, zakelijk weergegeven, aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte het professioneel vuurwerk opzettelijk voorhanden heeft gehad, aangezien zij zich niet bewust was van de aanwezigheid daarvan in haar woning.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Uit het dossier en de behandeling ter terechtzitting is gebleken dat op 12 februari 2021 professioneel vuurwerk, in totaal twintig stuks Cobra 8, is verkocht aan een pseudokoper, zijnde een politieagent. Medeverdachte [medeverdachte] is als verdachte aangehouden. De aanhoudende verbalisant hoorde medeverdachte [medeverdachte] zeggen: “het vuurwerk ligt bij mijn vriendin”. Tijdens het vervoer naar het politiebureau vertelde medeverdachte [medeverdachte] dat zijn vriendin aan [adres] woont.2

Naar aanleiding hiervan zijn twee andere verbalisanten naar het appartementencomplex gelegen aan [adres] gereden. Op het moment dat de verbalisanten in het trapportaal stonden, zagen zij verdachte naar boven lopen. Zij zagen dat verdachte vermoedelijk een doos in haar handen had, welke was gewikkeld in een grijze vuilniszak. Zij zagen dat verdachte de deur opende welke toegang gaf tot de appartementen waar onder andere nummer [adres] gelegen was. Vervolgens hebben de verbalisanten, na ontvangst van een machtiging tot binnentreden, aangebeld bij nummer [adres] . Zij zagen dat de deur werd geopend door verdachte. Op de bank zagen zij een doos liggen welke was ingepakt in een vuilniszak. De verbalisanten vorderden de uitlevering van vuurwerk en hoorden dat verdachte zei dat in de doos vuurwerk zat.3 De verbalisanten zagen dat er in de woning in totaal vijf dozen stonden.4 In de dozen werd vuurwerk aangetroffen.5 De verbalisanten hebben het aangetroffen vuurwerk in beslag genomen met een totaalgewicht van 64 kilogram (bruto).6 Vervolgens is het vuurwerk onderzocht. Vastgesteld is dat het professioneel vuurwerk betrof, waaronder één Shell, verschillende soorten (batterij) enkelschotsbuizen en zwaar knalvuurwerk, meer in het bijzonder: Cobra 3, 6 en 8, Virus 4, Big Thunder, Napolitaanse bom, Funke Trueno, Colpo, Tp2, Dumbum en Tornado.7

Verdachte wordt verweten dat zij zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan het, opzettelijk, opslaan en voorhanden hebben van voornoemd vuurwerk.

Verdachte heeft verklaard dat zij wist dat in de dozen die in haar woning stonden vuurwerk zat, maar dat zij niet wist dat het professioneel vuurwerk betrof.8 Zij heeft verklaard dat medeverdachte [medeverdachte] – nadat hij dit aan haar had gevraagd – de dozen in haar woning heeft gezet, maar zij dit eigenlijk niet wilde.9

De rechtbank stelt voorop dat volgens vaste rechtspraak het begrip ‘voorhanden hebben’ enige bewustheid van de dader met betrekking tot de aanwezigheid van het vuurwerk veronderstelt. Daarbij geldt dat bij de dader een meerdere of mindere mate van bewustheid moet bestaan ten opzichte van het aanwezig hebben van het vuurwerk en dat een verweer, inhoudende een ontkenning van de bewustheid, onderbouwd en niet op voorhand onaannemelijk zal moeten zijn.10

Naar het oordeel van de rechtbank was verdachte er in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT