Uitspraak Nº 8549900. Rechtbank Gelderland, 2020-07-29

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:3884
Docket Number8549900
Date29 Julio 2020
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 8549900 \ HA VERZ 20-93 \ 45950 \ 40141

uitspraak van 29 juli 2020

beschikking

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonende in [woonplaats] ,

verzoekende partij,

gemachtigde: mr. H.C.E. van der Doelen,

en

de besloten vennootschap Coef Arnhem B.V.,

gevestigd in Arnhem,

verwerende partij,

gemachtigde: mr. G.W.J.M. van Mierlo.

Partijen worden hierna [verzoeker] en Coef genoemd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift van 29 mei 2020, ontvangen op 2 juni 2020, met producties,

- het verweerschrift, met producties,

- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 14 juli 2020.

2 De feiten
2.1.

[verzoeker] is op 1 januari 2019 voor de duur van zeven maanden in dienst getreden bij Coef in de functie van verkoopster voor (gemiddeld) 30 uur per week. Aansluitend is de arbeidsovereenkomst op 31 juli 2019 verlengd voor de duur van acht maanden, tot 1 april 2020. Het salaris van [verzoeker] bedroeg in 2020 € 1.472,42 bruto per maand.

2.2.

In de arbeidsovereenkomst van 31 juli 2019 staat in artikel 1.3 het volgende:

“Werkgever is niet voornemens om na afloop van deze overeenkomst een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden. Dit dient te worden beschouwd als een formele aanzegging conform artikel 7:668 BW dat de arbeidsovereenkomst eindigt op 31-3-2020.”

2.3.

Op 31 augustus 2019 hebben Coef en [verzoeker] een opleidingsovereenkomst gesloten, waarin staat dat [verzoeker] de opleiding tot assistent bedrijfsleider zal volgen van 1 september 2019 tot en met 29 februari 2020. [verzoeker] heeft de opleiding gevolgd en maandelijks een opleidingstoeslag ontvangen van € 150,00 bruto.

2.4.

Op 6 maart 2020 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [verzoeker] , regiomanager [naam] (hierna: [naam] ) en bedrijfsleider [naam 2] (hierna: [naam 2] ) over de opleiding van [verzoeker] . [naam] en [naam 2] hebben met [verzoeker] afgesproken dat het opleidingstraject zal worden verlengd, van 16 maart tot 16 juni 2020.

2.5.

Op 17 maart 2020 is het opleidingstraject bevroren. De reden daarvoor was, zo staat in een e-mail van [naam] aan een aantal collega’s (inclusief [verzoeker] ), dat op dat moment niet voldoende aandacht kon worden gegeven aan [verzoeker] . [verzoeker] heeft in maart wel gewoon bij Coef gewerkt.

2.6.

Op 30 maart 2020 heeft [naam] namens Coef mondeling aan [verzoeker] meegedeeld dat haar arbeidsovereenkomst per 1 april 2020 niet wordt verlengd. In de e-mail van 31 maart 2020 aan [verzoeker] heeft [naam] dit als volgt toegelicht:

“We vinden dat jij nog niet op het niveau bent wat we van een ass (in opleiding)binnen Coef verwachten.

Omdat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT