Uitspraak Nº 9756698 CV EXP 22-1444. Rechtbank Noord-Holland, 2022-10-19

ECLIECLI:NL:RBNHO:2022:8952
Docket Number9756698 CV EXP 22-1444
Date19 Octubre 2022
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 9756698 \ CV EXPL 22-1444 CK

Uitspraakdatum: 19 oktober 2022

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

[eiser] , h.o.d.n. [bedrijfsnaam]

wonende en zaakdoende te [plaats]

eiser

verder te noemen: [eiser]

gemachtigde: K.W.A. van der Meer

tegen

1 [gedaagde 1]

wonende te [woonplaats]

2. [gedaagde 2]

wonende te [woonplaats]

gedaagden

verder gezamenlijk te noemen: [gedaagden]

gemachtigde: mr. P.F.M. Deijkers

1 Het procesverloop
1.1.

[eiser] heeft bij dagvaarding van 1 maart 2022 een vordering tegen [gedaagden] ingesteld. [gedaagden] heeft schriftelijk geantwoord.

1.2.

Op 26 september 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Verschenen zijn [eiser] , bijgestaan door [naam] , en [gedaagde 2] , bijgestaan door mr. Deijkers. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiser] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

1.3.

Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagden] nog een stuk (bijlage 28) toegezonden.

2 De feiten

Geen schending van artikel 21 Rv

2.1.

[gedaagden] stelt dat artikel 21 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is geschonden door een rigide sortering van feiten, zodat [eiser] niet ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn vordering.

2.2.

De kantonrechter stelt vast dat [eiser] betaling van een factuur vordert wegens de levering van een partij tegels aan [gedaagden] In de dagvaarding is de totstandkoming van die overeenkomst en wat daaraan vooraf is gegaan vermeld, terwijl ook het incassotraject, het verweer van [gedaagden] en de weerlegging daarvan zijn besproken. [gedaagden] is in de conclusie van antwoord uitgebreider ingegaan op de voorgeschiedenis, maar stelt niet welke concrete relevante feiten [eiser] niet of niet naar waarheid in de dagvaarding heeft vermeld. Dat [gedaagden] meent dat ook andere dan door [eiser] vermelde feiten of omstandigheden voor de beoordeling van belang zijn, maakt niet dat [eiser] de verplichting om naar waarheid te verklaren heeft geschonden. Naar het oordeel van de kantonrechter is van schending van artikel 21 Rv (en artikel 111 Rv) geen sprake.

Feiten die als erkend of niet voldoende weersproken vaststaan

2.3.

[gedaagden] heeft in mei/juni 2021 in de verkoopruimte van [eiser] terrastegels gekocht van het merk Intensa Satin. Deze tegels dienden ter vervanging van door [eiser] eind 2020 geleverde tegels van het merk Execluton, die niet voldeden. De Intensa Satin tegel is duurder dan de Execluton tegel en [gedaagden] heeft voor een groter oppervlakte tegels besteld. Dit resulteerde in een meerprijs € 1.180,00. De Intensa Satin tegels zijn 21 juni 2021 geleverd en vervolgens door Veldt Infra B.V. (hierna: Veldt) bij de woning van [gedaagden] gelegd. Veldt heeft ook meerwerk in rekening gebracht bij [gedaagden]

2.4.

heeft in juli 2021 gereclameerd over de Intensa Satin tegels. Op 24 augustus 2021 en 15 september 2021 heeft hij aan [eiser] bericht dat de betaling van de factuur wordt opgeschort totdat de problemen (scheuren in de tegels) zijn opgelost. [gedaagden] heeft ook rechtsreeks contact gezocht met Tuinvisie, de leverancier van de Intensa Satin tegels. Tuinvisie heeft in juli 2021 en februari 2022 een aantal nieuwe tegels geleverd.

2.5.

Op 23 november 2021 heeft de gemachtigde van [gedaagden] aan de gemachtigde van [eiser] bericht: “Ik ga ervan uit dat uw cliënt die korting in mindering brengt op de factuur… en de kapotte tegels vervangt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT