Uitspraak Nº 9962857 \ CV EXPL 22-2275. Rechtbank Overijssel, 2022-10-25
ECLI | ECLI:NL:RBOVE:2022:3149 |
Docket Number | 9962857 \ CV EXPL 22-2275 |
Date | 25 Octubre 2022 |
Court | Rechtbank Overijssel (Neederland) |
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9962857 \ CV EXPL 22-2275
Vonnis van 25 oktober 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap AD INFINITUM B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
eisende partij, hierna te noemen Ad Infinitum,
gemachtigde: mr. G.E. Hamer
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
gemachtigde: M.F. Demirci.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 juli 2022, waarin is bepaald dat een mondelinge behandeling zou worden gehouden;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte overlegging producties;
- de mondelinge behandeling op 26 september 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.
[gedaagde] huurt sinds 5 juli 2021 de woonruimte aan de [adres] in [plaats] . De huurprijs is € 1.000,00 per maand.
[gedaagde] heeft de huurovereenkomst oorspronkelijk gesloten met de maatschap [X] , die destijds eigenaar was van de woonruimte. Op 22 december 2021 is Ad Infinitum eigenaar geworden van de woonruimte.
Wat wil Ad Infinitum?
Ad Infinitum heeft gesteld dat [gedaagde] een achterstand in de huurbetalingen heeft laten ontstaan. Volgens Ad Infinitum heeft [gedaagde] de huur van maart 2022 tot en met juni 2022 niet betaald. De huurachterstand bedraagt € 4.000,00, aldus Ad Infinitum.
Ad Infinitum wil daarom dat [gedaagde] wordt veroordeeld om aan Ad Infinitum een bedrag van € 4.159,92 (€ 4.000,00 + € 150,00 aan incassokosten en € 9,92 aan wettelijke rente) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast wil Ad Infinitum dat de huurovereenkomst tussen Ad Infinitum en [gedaagde] wordt ontbonden en dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de woonruimte te ontruimen en te verlaten. Tot slot wil Ad Infinitum dat [gedaagde] de lopende huurtermijnen tot de dag van ontruiming, dan wel tot de dag van verhuur aan een ander, moet betalen en vindt zij dat [gedaagde] de proceskosten moet betalen.
Wat vindt [gedaagde] ?
[gedaagde] voert aan dat hij de huur tot en met juni 2022 volledig heeft betaald. De betalingen zijn gedaan aan [X] . Hij heeft daartoe betalingsbewijzen overgelegd van betalingen op:
-
-
7 januari 2022 (€...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT