Uitspraak Nº ak_19 _ 473. Rechtbank Overijssel, 2020-01-10

ECLIECLI:NL:RBOVE:2020:86
Docket Numberak_19 _ 473
Date10 Enero 2020
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 19/473

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [naam 1] V.O.F., te [vestigingsplaats] , eiseres,

gemachtigde: mr. W.J.L.H. Oomen,

en

de staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder

gemachtigde: B.J. van Gent.

Procesverloop

Bij besluit van 7 augustus 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder een boete opgelegd van € 18.500,- vanwege het overtreden van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml).

Bij besluit van 28 januari 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard voor wat betreft de hoogte van de boete en de boete verlaagd

tot € 16.250,-.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 december 2019.

Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 2] en [naam 3] bijgestaan door haar gemachtigde en [naam 4] . Namens het administratiekantoor [naam 5] was [naam 6] aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Naar aanleiding van een bij de inspectie SZW binnengekomen melding betreffende onderbetaling, hebben twee inspecteurs op 3 maart 2016 de vestiging van eiseres bezocht

op het adres [adres] te Haaksbergen. Op 26 april 2016 hebben zij een bezoek gebracht aan ’t [naam 5] te Enschede en gesproken met een medewerkster van het administratiebureau. Tevens is er telefonisch contact geweest met de desbetreffende administrateur van eiseres en zijn loonstroken opgevraagd over de periode van 1 september 2015 tot en met 29 februari 2016. De inspecteurs hebben een onderzoek ingesteld met betrekking tot de naleving van de Wml. Uit het onderzoek is gebleken dat eiseres in de betaalperiode van 1 september 2015 tot en met 29 februari 2016, 16 werknemers in dienst had. Van de tien onderzochte werknemers werden er vier onderbetaald. De inspecteurs stellen vast dat er een overtreding heeft plaatsgevonden van artikel 7, juncto artikel 12,

eerste lid, van de Wml, artikel 4, derde lid, van de Wml en artikel 15, eerste lid, van de Wml. Op 22 januari 2018 is hiervan een boeterapport opgemaakt.

2. Bij brief van 3 juli 2018 is eiseres in kennis gesteld van het voornemen haar

een boete op te leggen en de inspectiegegevens openbaar te maken. Hiertegen heeft eiseres op 1 augustus 2018 haar zienswijze kenbaar gemaakt.

3. Bij besluit van 7 augustus 2018 heeft verweerder een boete opgelegd van

€ 18.500,- vanwege het overtreden van de Wml. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt

bij brief van 17 september 2018. Bij het thans bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij het primaire besluit herroepen voor zover een boete is opgelegd van € 18.500,- vanwege het overtreden van de artikelen 7 en 15, eerste lid, van de Wml en aan eiseres een boete opgelegd van € 16.250,-.

Goede procesorde

4. Op 4 december 2019, ontvangen op 6 december 2019, heeft de gemachtigde van eiseres een nadere reactie ingezonden naar aanleiding van het verweerschrift van verweerder. Eiseres meent dat het verweerschrift van 18 september 2019 niet gekwalificeerd kan worden als een verweerschrift, omdat deze buiten de termijn van 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is ingezonden. Dat betekent dat het hooguit is aan te merken als een aanvullend stuk. Op grond van artikel 8:58 van de Awb kan geen verweer worden gevoerd als nader stuk. Vanwege de late toezending van het “verweer” is behandeling ervan in strijd met de goede procesorde en is het niet-ontvankelijk. Eiseres verwijst daarbij naar een uitspraak van de Rechtbank Limburg van 13 september 2017, zaaknummer 6074620\ CV EXPL 17-5359.

4.1.

Ingevolge artikel 8:31 van de Awb kan de rechtbank, indien een partij niet voldoet

aan de verplichting te verschijnen, inlichtingen te geven, stukken over te leggen of mee te werken aan een onderzoek als bedoeld in artikel 8:47, eerste lid, daaruit de gevolgtrekkingen maken die haar geraden voorkomen.

Ingevolge artikel 8:42, eerste lid, dient het bestuursorgaan binnen vier weken na de dag

van verzending van het beroepschrift aan het bestuursorgaan een verweerschrift in.

Ingevolge artikel 8:58, eerste lid, kunnen partijen tot tien dagen voor de zitting nadere stukken indienen.

Uit de stukken blijkt dat het verweerschrift op 18 september 2019 en daarmee buiten de

in artikel 8:42 van de Awb gestelde termijn, doch ruim tien weken vóór de zitting bij de rechtbank is ingediend. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

(hierna de Afdeling) heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 10 februari 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BL3298) heeft artikel 8:31 van de Awb geen betrekking op het indienen van een verweerschrift. De in artikel 8:42, eerste lid, genoemde termijn betreft een termijn van orde. Uit bovengenoemde uitspraak van de Afdeling van 10 februari 2010 volgt ook dat artikel 8:58 van de Awb van toepassing is op het indienen van een verweerschrift. Verweerder heeft het verweerschrift weliswaar niet tijdig ingezonden, doch nu de wet daaraan geen consequenties verbindt en het verweerschrift is ingediend binnen de in artikel 8:58, eerste lid, van de Awb neergelegde termijn, gaat de rechtbank aan de overschrijding van de termijn van artikel 8:42, eerste lid, van de Awb voorbij. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres voldoende gelegenheid gehad om adequaat op het verweer te reageren, nu deze ruim tien weken voor de zittingsdatum is verzonden, zodat geen strijd

met de goede procesorde bestaat.

5. Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres een pleitnota overgelegd. In deze pleitnota heeft eiseres haar eerder naar voren gebrachte beroepsgronden nader onderbouwd, maar ook een nieuwe beroepsgrond aangevoerd. Eiseres heeft pas ter zitting aangevoerd

dat haar werknemers ook in natura worden beloond met een warme maaltijd tijdens elke gewerkte dag, zodat geen overtreding heeft plaatsgevonden van artikel 7 van de Wml.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres deze beroepsgrond niet alleen buiten de

in artikel 8:58, eerste lid, genoemde termijn ingediend, maar heeft verweerder ook niet de gelegenheid gehad om adequaat hierop te kunnen reageren. Naar het oordeel van de rechtbank is het aanvoeren van deze beroepsgrond dan ook in strijd met de goede procesorde en zal de rechtbank deze grond niet betrekken bij haar beoordeling.

Regelgeving

6. Artikel 7, eerste en derde lid, van de Wml luidt:

“1 De werknemer die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt heeft voor de arbeid door hem in dienstbetrekking verricht, jegens de werkgever recht op een loon ten minste tot het bedrag, bij of krachtens de volgende artikelen onder de benaming minimumloon vastgesteld.

(…)

3 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat werknemers - dan wel dat werknemers, behorende tot een bij de maatregel aangewezen categorie - beneden de leeftijd van 21 jaar of, zo toepassing is gegeven aan het tweede lid, beneden de krachtens dat lid bepaalde leeftijd, die een bij de maatregel aangewezen lagere leeftijd hebben bereikt, eveneens het in het eerste lid bedoelde recht hebben.”

Artikel 12, eerste lid, Wml:

“1 Indien werkgever en werknemer een arbeidsduur zijn overeengekomen, welke korter onderscheidenlijk langer is dan de normale arbeidsduur, wordt het bedrag, dat krachtens de artikelen 8 tot en met 11 voor de werknemer als minimumloon geldt, naar evenredigheid verminderd onderscheidenlijk vermeerderd.”

Artikel 15, eerste lid, van de Wml luidt:

“1 De werknemer heeft jegens de werkgever recht op een vakantiebijslag ten minste tot

een bedrag van 8% van zijn ten laste van de werkgever komende loon, alsmede van de uitkeringen waarop hij tijdens de dienstbetrekking krachtens de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet aanspraak heeft, met dien verstande, dat het bedrag waarmede de som van dit loon en deze...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT