Uitspraak Nº AK_21_1358_1366_1367_1368. Rechtbank Overijssel, 2022-10-31

ECLIECLI:NL:RBOVE:2022:3152
Docket NumberAK_21_1358_1366_1367_1368
Date31 Octubre 2022
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle

Bestuursrecht

zaaknummers: ZWO 21/1358, 21/1366, 21/1367 en 21/1368


uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen

1. [eiser 1] en [eiseres] uit [woonplaats] , eisers in ZWO 21/1358,

(gemachtigde: mr. J.T. Fuller),

2. [eiser 2] uit [woonplaats] , eiser in ZWO 21/1366,

3. [eiser 3], uit [woonplaats] in ZWO 21/1367,

4. [eiser 4], uit [woonplaats] , eiser in ZWO 21/1368,

(gemachtigde van eisers genoemd onder 2, 3 en 4: mr. I.E. Nauta),

en

het college van burgemeester en wethouders van Deventer, verweerder.

Als derde-partijen nemen aan de zaken deel:

Stichting Torenstad Vastgoed, uit Zutphen, en Stichting IrisZorg, uit Arnhem,

(gemachtigde: mr. M.H. Blokvoort).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de aan Stichting Torenstad Vastgoed (hierna: Torenstad) verleende omgevingsvergunning voor

het verbouwen van een bestaand kantoorgebouw ten behoeve van een zorgfunctie met beschermd wonen op het perceel [adres] in Deventer (hierna: perceel 4).

1.1.

Verweerder heeft deze omgevingsvergunning met het besluit van 23 december 2020 verleend. Met het bestreden besluit van 7 juli 2021 op de bezwaren van eisers is verweerder bij de verlening van deze omgevingsvergunning gebleven.

1.2.

Verweerder heeft op de beroepen gereageerd met twee afzonderlijke verweerschriften.

1.3.

[eiser 1] [eiseres] (hierna: [eiser 1] en [eiseres] ) hebben aanvullende beroepsgronden ingediend. Verweerder heeft hierop gereageerd met een aanvullend verweerschrift. [eiser 2] (hierna: [eiser 2] ), [eiser 3] (hierna: [eiser 3] ) en [eiser 4] (hierna: [eiser 4] ) hebben de rechtbank meegedeeld

dat deze aanvullende beroepsgronden tevens als aanvullende beroepsgronden, ingediend door hen, moeten worden aangemerkt.

1.4.

De rechtbank heeft de beroepen op 13 oktober 2022 op zitting behandeld.

[eiser 1] is verschenen, bijgestaan door mr. K.M. Weinans, kantoorgenoot van mr. J.T. Fuller.

[eiser 2] , [eiser 3] en [eiser 4] zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde voornoemd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.M.M. Hutten-Bekemeier en E.M. Busman. Torenstad heeft zich laten vertegenwoordigen door

M. Bloem en S.H.G. Harmsen. Stichting IrisZorg (hierna: IrisZorg) heeft zich laten vertegenwoordigen door W.M. Bokhove en J.T.G. de Greef. Torenstad en IrisZorg hebben zich laten bijstaan door hun gemachtigde voornoemd.

Totstandkoming van het bestreden besluit

Feiten

2. IrisZorg exploiteert meerdere vestigingen voor zorg/opvang van personen met psychiatrische- en verslavingsproblematiek in Deventer. De vestiging aan de Polstraat (zorg met beschermd wonen) voldoet niet meer aan de eisen voor dit gebruik. IrisZorg is daarom op zoek gegaan naar een andere locatie in Deventer. De keuze is gevallen op een bestaand kantoorgebouw op perceel 4.

De vestiging voor zorg met beschermd wonen aan de Polstraat is ondertussen gesloten

en voor deze cliënten is tijdelijk een andere locatie gevonden. Een andere vestiging van IrisZorg aan de Polstraat (ten behoeve van nachtopvang) blijft gevestigd op die locatie.

Het kantoorgebouw op perceel 4 moet geschikt worden gemaakt voor het beoogde gebruik en hiervoor hebben IrisZorg en Torenstad afspraken gemaakt. Torenstad vraagt de vereiste omgevingsvergunning aan en regelt de (ver)bouwwerkzaamheden. Er worden 25 wooneenheden (met gezamenlijke voorzieningen, zoals een keuken, woonkamer en buitenruimte) gerealiseerd voor cliënten met een zorgindicatie en/of een zorgbeschikking

op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning of de Wet langdurige zorg. Na het gereedkomen van de verbouw zal IrisZorg het gebouw huren van Torenstad en in gebruik nemen. De cliënten die nu opgevangen worden in de tijdelijke locatie, verhuizen dan naar de wooneenheden in het pand op perceel 4.

3. Eisers wonen op de [straatnaam] [nummer 1] , [nummer 2] en [nummer 3] in Deventer. Deze woningen liggen op korte afstand van perceel 4.

Besluitvorming

4. Bij aanvraag van 31 juli 2020 heeft Torenstad verweerder verzocht haar een omgevingsvergunning te verlenen voor het (intern) verbouwen van het bestaande kantoorgebouw op perceel 4 ten behoeve van een zorgfunctie met beschermd wonen.

Deze aanvraag heeft betrekking op de activiteit ‘bouwen’ als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo).

5. In het primaire besluit van 23 december 2020 heeft verweerder de gevraagde omgevingsvergunning (voor de activiteit ‘bouwen’) verleend. Verweerder heeft zich hierbij op het standpunt gesteld dat de van toepassing zijnde weigeringsgronden, neergelegd in artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo, niet aan de orde zijn, zodat hij gehouden is de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.

6. In het bestreden besluit van 7 juli 2021 heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd. Verweerder heeft zich hierbij op de navolgende standpunten gesteld.

6.1.

Het bouwplan is gelegen binnen het bestemmingsplan “Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen deel B” (hierna: het bestemmingsplan), vastgesteld op 1 juli 2020 en in werking getreden op 4 september 2020. Het bestemmingsplan is niet onverbindend omdat er geen evidente strijd is met hogere regelgeving. In dat kader heeft verweerder de navolgende standpunten ingenomen:

- Het feit dat het bestemmingsplan een conserverend karakter heeft, betekent niet dat

een bestemming (in dit geval de bestemming “Maatschappelijk”) niet zou mogen worden verbreed c.q. veranderd ten opzichte van het voorheen geldende bestemmingsplan. Er is immers geen wettelijke bepaling en/of beleidsregel van een hogere overheid (zoals bijvoorbeeld een provinciale verordening) die dit verbiedt. Dat de verbreding van de bestemming “Maatschappelijk” niet expliciet is genoemd in de toelichting en het raadsbesluit komt omdat hierin enkel grote veranderingen zijn opgenomen. De hierin opgenomen lijst is niet uitputtend;

- Er heeft een onderzoek naar de externe veiligheidsrisico’s plaatsgevonden. Dit onderzoek heeft betrekking op het gehele (bestemmings)plangebied en niet op perceelsniveau;

- Van strijd met artikel 7c, negende lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet is geen sprake. Het bestemmingsplan is beschikbaar gesteld op een andere voorziening dan

de landelijke voorziening ruimteplannen.nl. De verwijzing naar die andere voorziening is

te vinden op voornoemde landelijke voorziening. Het bestemmingsplan is voor een ieder te raadplegen.

6.2.

Aan perceel 4 is in het bestemmingsplan onder meer de bestemming “Maatschappelijk” toegekend. Deze bestemming laat onder andere maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van welzijn en gezondheidszorg toe. Aan perceel 4 is niet de bestemming “Wonen” toegekend zodat het gebruik voor (zelfstandig) wonen niet is toegestaan. Dit neemt niet weg dat onder de term maatschappelijke voorzieningen, zoals omschreven in artikel 118.1 van de planregels, gelet op de aard van de voorzieningen,

mede aan het ingevolge de maatschappelijke bestemming toegestane gebruik verbonden huisvesting kan worden begrepen. Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak

van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 4 juli 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR1389.

De vraag of een bepaalde vorm van zorg past binnen de bestemming “Maatschappelijk” hangt af van de specifieke situatie, waarbij van belang is of de nadruk ligt op wonen of

op zorg. In de rechtspraak wordt in dat kader veelal de zinsnede ‘bewoning met een overwegend verzorgend karakter’ gebruikt om aan te geven dat een situatie niet als wonen

is aan te merken. Er wordt dan gekeken naar de mate van zelfstandigheid van de bewoning, de intensiteit van de zorg en de verplichting om die zorg af te nemen.

Om te bepalen of in deze zaak de nadruk ligt op zorg dan wel op wonen, heeft verweerder zich laten adviseren door het Carrousel, een intern adviesorgaan van de gemeente Deventer, en hebben Iriszorg en Torenstad aan verweerder mondeling informatie verstrekt. Op basis hiervan is in het advies van de bezwaren-commissie, dat aan het bestreden besluit ten grondslag is gelegd, het met het bouwplan beoogde gebruik als volgt omschreven:

“IrisZorg is voornemens het zorgconcept beschermd wonen in het pand uit te voeren.

Het gaat hierbij om mensen (18 jaar en ouder, zonder kinderen) met een zorgbeschikking- of indicatie. Deze cliënten hebben psychische/psychosociale problemen en kunnen tijdelijk niet goed voor zichzelf zorgen. Voor hen biedt IrisZorg een plek met 24-uurs zorg en deskundige begeleiding die gericht is op het halen van doelen. De zorg en de begeleiding is ontwikkelingsgericht, met als doel dat deze mensen vaardigheden ontwikkelen, zelfredzaam worden en uitstromen. Dit maakt het noodzakelijk om eisen te stellen aan de cliënten; zij moeten een hulpvraag hebben, gemotiveerd zijn, doelen hebben, willen leren en stappen zetten in hun ontwikkeling. Deze doelen kunnen ook woonvaardigheden zijn (koken, wassen, boodschappen). Het merendeel van de cliënten heeft 20 uur per week dagbesteding elders (Cambio, kunst), cliënten hebben geen auto en moeten tussen 23:00 uur en 8:00 uur in beginsel binnen zijn.”

Verder staat in het advies van de bezwarencommissie hierover nog het volgende.

“De cliënten stellen samen met de zorgverlener een zorgplan op, worden (al dan niet volledig) intern behandeld en deze behandeling heeft een verplicht karakter.”

Gelet op deze omschrijving ligt de nadruk op zorg en past het bouwplan en het daarmee beoogde gebruik binnen de bestemming “Maatschappelijk”, aldus verweerder.

6.3.

Het besluit hogere grenswaarden van 16 december 2020 is vastgesteld vanwege de in het bestemmingsplan opgenomen gebiedsaanduiding “geluidszone-industrie”. Dit besluit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT