Uitspraak Nº AMS 15/2833. Rechtbank Amsterdam, 2016-03-01

ECLIECLI:NL:RBAMS:2016:2694
Docket NumberAMS 15/2833
Date01 Marzo 2016
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 15/2833

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 maart 2016 in de zaak tussen [Bedrijf] , gevestigd te Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. R. Brouwer),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder

(gemachtigde: mr. G. Jansen en drs. M. Isaac).

Procesverloop

Bij besluit van 23 juni 2014 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres een bestuurlijke boete opgelegd ter hoogte van € 2.000,-.

Bij besluit van 27 maart 2015 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 januari 2016.

Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen
1.1.

Eiseres exploiteert het kinderdagverblijf [Bedrijf] ’ op het adres [adres] in Amsterdam (het kinderdagverblijf).

1.2.

Op 3 december 2013 heeft de GGD in zijn hoedanigheid als toezichthouder een jaarlijkse inspectie uitgevoerd bij het kinderdagverblijf. Daarbij is geconstateerd dat aan enkele voorschriften uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp) niet wordt voldaan. Naar aanleiding van deze inspectie heeft de GGD op 4 februari 2014 het inspectierapport vastgesteld. Naar aanleiding van dit rapport heeft verweerder op 7 mei 2014 het voornemen van een bestuurlijke boete op van € 1.500,- verzonden aan eiseres. Eiseres heeft daarop op 6 mei 2014 een zienswijze ingediend.

1.3.

Bij het primaire besluit heeft verweerder aan eiseres een bestuurlijke boete opgelegd voor twee overtredingen van de (Wkkp) met een totaal bedrag van € 2.000,-. De boete betreft de volgende overtredingen:

a. het kinderdagverblijf heeft in strijd met artikel 1.51 en 1.50, tweede lid, van de Wkkp en artikel 2, eerste lid, onder b, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (het Besluit) in het plan van aanpak voor de veiligheid onvoldoende samenhang aangegeven tussen de beschrijving van de risico’s en de maatregelen;

b. het kinderdagverblijf heeft in strijd met artikel 1.51 en 1.50, tweede lid, van de Wkkp en artikel 2, eerste lid, onder b, van het Besluit in het plan van aanpak voor de gezondheid onvoldoende samenhang aangegeven tussen de beschrijving van de risico’s en de maatregelen;

Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt.

1.4.

De Adviescommissie Bezwaarschriften heeft in het advies van 21 oktober 2014 overwogen dat verweerder ten onrechte het primaire besluit genomen heeft. De commissie komt tot de conclusie dat de aan het primaire besluit ten grondslag liggende artikelen 1.51, 1.50, tweede lid van de Wko en artikel 2, eerste lid onder b, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen onvoldoende grondslag bieden voor het opleggen van een boete voor de aan de orde zijnde overtreding. Desbetreffende artikelen betreffen veel meer doelvoorschriften zonder dat daarin concrete normen worden genoemd.

1.5.

Bij het bestreden besluit heeft verweerder – in afwijking van voornoemd advies – besloten om het primaire besluit ongegrond te verklaren. Daartoe heeft verweerder overwogen dat er (voldoende) samenhang moet zijn tussen de maatregelen en de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT