Uitspraak Nº AMS 18 - 7145 en AMS 19 - 324. Rechtbank Amsterdam, 2019-09-23

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:7047
Date23 Septiembre 2019
Docket NumberAMS 18 - 7145 en AMS 19 - 324
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 18/7145 en AMS 19/324

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 september 2019 in de zaak tussen [eiser sub 1] , te [woonplaats] , eiser,

[eiser sub 2] , te [woonplaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. A.R.Ph. Boddaert),

en

de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verweerder

(gemachtigde: mr. C.A. Geleijnse en mr. J.C.M. Haring).

Procesverloop

AMS 18/7145

Bij besluit van 20 maart 2018 (het primaire besluit I) heeft verweerder het verzoek van [eiser sub 1] om te worden ingeschreven in het filiatieregister van de Hoge Raad van Adel afgewezen.

Bij besluit van 31 oktober 2018 (het bestreden besluit I) heeft verweerder het bezwaar van [eiser sub 1] ongegrond verklaard.

AMS 19/324

Bij besluit van 20 maart 2018 (het primaire besluit II) heeft verweerder het verzoek van [eiser sub 2] om te worden ingeschreven in het filiatieregister van de Hoge Raad van Adel afgewezen.

Bij besluit van 31 oktober 2018 (het bestreden besluit II) heeft verweerder het bezwaar van [eiser sub 2] ongegrond verklaard.

Eisers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Verweerder heeft verweerschriften ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 juni 2019. De zaken zijn gelijktijdig behandeld op zitting. Eisers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

18/7145

1. [eiser sub 1] is op [geboortedag] 1965 geboren in [geboorteplaats] (Verenigde Staten van Amerika). Op 23 september 1970 is hij bij beschikking van de rechtbank Den Haag geadopteerd door jonkheer [eiser sub 1] en [naam 1] . Op grond van artikel 1:229 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is hij een wettig kind van zijn adoptiefouders.

2. [eiser sub 1] heeft bij brief van 31 augustus 2017 verweerder verzocht om ingeschreven te worden in het filiatieregister van de Nederlandse adel.

19/324

3. [eiser sub 2] is op [geboortedag] 1965 geboren in [geboorteplaats] . Op 10 april 1970 is hij bij beschikking van de rechtbank Alkmaar geadopteerd door jonkheer [naam 2] en [naam 3] . Op grond van artikel 1:229 van het BW is hij een wettig kind van zijn adoptiefouders.

4. [eiser sub 2] heeft bij brief van 30 september 2017 verweerder verzocht om ingeschreven te worden in het filiatieregister van de Nederlandse adel.

Beide zaken

5. De Hoge Raad van Adel (de Raad) heeft op verzoek van verweerder op 20 november 2017 een advies uitgebracht omtrent de verzoeken van eisers. De Raad heeft negatief geadviseerd op de verzoeken en onder meer geconcludeerd dat er geen redenen zijn tot inschrijving in het filiatieregister van de Nederlandse adel omdat er reeds een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling)1 is waarbij een vergelijkbaar verzoek tot inschrijving is afgewezen.

6. Op basis van het advies van de Raad heeft verweerder de verzoeken met de primaire besluiten afgewezen. Met de bestreden besluiten zijn de primaire besluiten gehandhaafd.

Juridisch kader

7. Artikel 3 van de Woa, tot stand gekomen na het amendement van Tweede Kamerlid Van der Burg, luidt na de inwerkingtreding per 1 augustus 1994:

“3. Adeldom gaat ook volgens de bestaande regelingen met betrekking tot adeldom over op buiten het huwelijk geboren kinderen.”

De toelichting bij het amendement luidt:

“Adeldom gaat ook over op natuurlijke en adoptiefkinderen. Het is wenselijk dat de ontwikkelingen in het Nederlandse personen– en familierecht ook van toepassing zijn op de natuurlijke en adoptiefkinderen van personen die tot de Nederlandse adel behoren, en dat zij daarmee niet langer een uitzondering vormen in de Nederlandse rechtsorde.” 2

8. In de toelichting bij het wetsvoorstel bij de behandeling in de Eerste Kamer verklaarde de Minister van Binnenlandse Zaken desgevraagd:

“Ik ga in dit geval uit van de eerbiedigende werking van het amendement-Van der Burg. Dat wil zeggen dat de bepaling alleen consequenties heeft voor natuurlijke kinderen die geboren worden na de inwerkingtreding van de wet. Het rechtsfeit dat naar mijn mening bepalend is, is dat van de geboorte. Ik kom tot die overtuiging omdat dit rechtsfeit in vergelijking met de andere rechtsfeiten, die overigens tot ruimere interpretaties zouden leiden, het meest eenduidig is. Het gaat hier om een per definitie afgesloten rechtsfeit. Uitvoeringstechnisch is het bovendien de minst complexe variant.” 3

9. De Afdeling heeft in zijn uitspraak van 5 januari 20054 overwogen dat terzake artikel 3 van de Woa geen overgangsrecht is vastgesteld en geoordeeld dat dit artikel niet mede van toepassing is op geadopteerde kinderen van adellijke mannen die zijn geboren voordat de Wet op 1 augustus 1994 in werking trad. Redengevend was dat de verwijzing naar bestaande regelingen met betrekking tot adeldom bezwaarlijk anders kan worden opgevat dan als een verwijzing naar de geboorte en het tijdstip daarvan, omdat in de regel de overgang van adeldom door geboorte wordt bepaald. Verder was van belang de uitlatingen van de minister in de Eerste Kamer, zoals hierboven onder 8...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT