Uitspraak Nº ARN 20/5947. Rechtbank Gelderland, 2022-10-28

ECLIECLI:NL:RBGEL:2022:6105
Docket NumberARN 20/5947
Date28 Octubre 2022
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummer: ARN 20/5947


uitspraak van de enkelvoudige kamer van
in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van Berg en Dal

(gemachtigde: K. Mentink).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de volgens haar onvolledige toewijzing van haar verzoek om openbaarmaking van alle documenten, inclusief e-mail-, whatsapp- en smsberichten, over [vereniging] , [bedrijf] en de [naam] in de periode vanaf 1 juni 2018 tot 26 februari 2020. Het college heeft dit verzoek met het besluit van 20 april 2020 gedeeltelijk ingewilligd en stukken gedeeltelijk openbaar gemaakt. Met het bestreden besluit van 30 september 2020 op het bezwaar van eiseres heeft het college het bezwaar deels gegrond verklaard, het besluit van 20 april 2020 herroepen en opnieuw op het Wob1-verzoek beslist.

1.1.

Het college heeft de stukken waarop het besluit ziet aan de rechtbank gestuurd met de mededeling dat alleen de rechtbank kennis mag nemen van deze stukken. Eiseres heeft de rechtbank toestemming verleend dat deze mede op grond van die stukken uitspraak kan doen.2

1.2.

De rechtbank heeft het beroep op 14 juli 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, bijgestaan door haar echtgenoot, en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het college in het bestreden besluit volledig heeft voldaan aan het verzoek van eiseres. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.

3. De rechtbank is van oordeel dat het beroep gegrond is. Het college heeft met het bestreden besluit niet alle stukken openbaar gemaakt. Ook is de door het college verrichte zoekslag naar documenten onvolledig geweest. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

3.1.

Van belang is dat op dit geding de Wob nog van toepassing is en niet de Wet open overheid (Woo). De Woo is weliswaar in werking getreden op 1 mei 2022 en de Wob is per die datum ingetrokken, maar de bestreden besluiten zijn van vóór die datum. Daarom is de Wob nog van toepassing.

Kan het besluit over de stukken die niet openbaar zijn gemaakt in stand blijven?

Stuk onder i

4. Op de zitting is gebleken dat dit stuk inmiddels aan eiseres is verstrekt en openbaar gemaakt. De beroepsgrond die hierop betrekking heeft, behoeft daarom geen bespreking meer.

Stuk onder f

5. Eiseres heeft verzocht om (het verslag van) de bespreking van het verbreken van de vertrouwelijkheid door de fractievoorzitters na een besloten raadsvergadering, zoals door de burgemeester genoemd in zijn brief aan WMJ Derks Pensioen BV d.d. 26 september 2019.

5.1.

Het college heeft het stuk onder f niet openbaar gemaakt omdat dit stuk vertrouwelijke zaken en persoonlijke beleidsopvattingen bevat. Volgens het college zijn deze zaken zodanig met de feiten verweven dat geheimhouding van het gehele document vereist is. De geheimhouding van dit stuk heeft een zwaarwegend belang nu het openbaar maken van dit stuk een weerslag heeft op de privacy van betrokkenen, aldus het college.

5.2.

Eiseres betoogt dat het algemeen belang is gediend met het in de openbaarheid brengen van het besprokene en dat in dit document de persoonlijke gegevens kunnen worden weggelakt.

5.3.

In beroep stelt het college zich op het standpunt dat deze stukken niet bij hem berusten maar bij de raad, dat hij dit abusievelijk niet eerder heeft opgemerkt en dat hij voor wat betreft de stukken onder f het Wob-verzoek heeft doorgezonden aan de raad.

5.4.

De rechtbank stelt vast dat het college de stukken onder f niet met een verzoek om beperkte kennisneming aan haar heeft toegezonden. De rechtbank kan het standpunt dus niet beoordelen. Het bestreden besluit voor zover dit ziet op dit stuk kan daarom niet in stand blijven.

Stukken onder n

6. Eiseres heeft verzocht om stukken waarop het college baseert dat sprake is van ‘privé-verrijking met overheidsgelden’ (lees subsidie) indien de gronden worden verkocht, zoals gesteld in de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT