Uitspraak Nº AWB - 15 _ 2768. Rechtbank Den Haag, 2016-04-20

ECLIECLI:NL:RBDHA:2016:4235
Date20 Abril 2016
Docket NumberAWB - 15 _ 2768
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 15/2768

uitspraak van de meervoudige kamer van 20 april 2016 in de zaak tussen

[X N.V.], gevestigd op [vestigingsplaats], en

[X Ltd.], gevestigd in het [vestigingsplaats],

eiseressen

(gemachtigde: mr. M.I. Robichon-Lindenkamp),

en

de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit, verweerder

(gemachtigden: mr. R.L. Straathof en mr. I.M. Zuurendonk).

Procesverloop

Bij besluit van 24 september 2014 heeft verweerder aan [X N.V.] en aan [X Ltd.] een bestuurlijke boete opgelegd van 130.000 euro respectievelijk 50.000 euro in verband met overtreding van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet op de kansspelen (Wok) en heeft verweerder besloten tot openbaarmaking van het boetebesluit.

Tegen dit besluit hebben eiseressen een bezwaarschrift ingediend.

Bij besluit van 3 maart 2015 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseressen ongegrond verklaard.

Eiseressen hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 maart 2016.

Eiseressen zijn daarbij vertegenwoordigd door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

Ten aanzien van het boetebesluit:
1.1

Ingevolge artikel 1, aanhef en onder a, van de Wok, voor zover hier van belang, is het verboden gelegenheid te geven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, tenzij daarvoor ingevolge deze wet vergunning is verleend.

1.2

Ingevolge artikel 35a, eerste lid, van de Wok, kan de raad van bestuur, een bestuurlijke boete opleggen wegens, voor zover thans relevant, overtreding van de voorschriften vastgesteld bij of krachtens artikel 1, eerste lid, onder a.

1.3

Ingevolge het tweede lid van dit artikel bedraagt de bestuurlijke boete die voor een overtreding als bedoeld in het eerste lid kan worden opgelegd ten hoogste het bedrag van de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht of, indien dat meer is, 10% van de omzet in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking.

2 Verweerder heeft de boete aan eiseressen opgelegd in verband met het in strijd met de Wok zonder vergunning online aanbieden van kansspelen door middel van de volgende in Nederland toegankelijke websites: [website A] en [website B], [website C] en [website D].

3 Eiseressen hebben aan hun beroep tegen het opleggen van de bestuurlijke boetes het volgende ten grondslag gelegd.

[X Ltd.] kan niet als overtreder worden aangemerkt.

De Wok is onverbindend vanwege strijd met het EU-recht doordat de wet een ongerechtvaardigde inbreuk maakt op de vrijheid van diensten en de vrijheid van vestiging.

De toepassing van het handhavingsbeleid is willekeurig, niet eenduidig en in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Eiseressen voldeden tijdig – in elk geval in september 2013, derhalve vóór het boetebesluit – niet meer aan de door verweerder gehanteerde prioriteringscriteria en het aanbod is niet (meer) op Nederland gericht. Daarbij is eiseressen een te korte termijn van twee maanden gegund om de noodzakelijke aanpassingen te verrichten, terwijl andere online kansspelaanbieders een langere termijn is gegund. Verweerder is niet bereid geweest om desgevraagd meer toelichting te geven welke aanpassingen vereist waren om niet (meer) onder de prioriteitscriteria te vallen, terwijl namens eiseressen daartoe tevergeefs contact is opgenomen met verweerder.

De opgelegde boetes zijn onevenredig hoog. Onvoldoende rekening is gehouden met de specifieke omstandigheden van het geval. Bovendien is het tijdvak van de overtreding onjuist. Het verzoek om uitstel van betaling is ten onrechte afgewezen.

4.1

De rechtbank overweegt ten aanzien van de vraag of [X Ltd.] als overtreder kan worden aangemerkt dat verweerder voldoende heeft aangetoond dat sprake is van een nauwe verwevenheid van de twee ondernemingen en dat verweerder zowel [X N.V.]. als [X Ltd.] als overtreders heeft mogen aanmerken. Zoals verweerder heeft betoogd was [Y N.V.] volledig aandeelhouder van [Y Ltd.] en verder stond [Y Ltd.] als rechthebbende genoemd op de website [A/B] en heeft [Y Ltd.] o.m. [website C] als merknaam geregistreerd. Ook stond [Y Ltd.] op 4 februari 2014 nog op de website...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT