Uitspraak Nº AWB - 16 _ 5639. Rechtbank Midden-Nederland, 2017-10-04

ECLIECLI:NL:RBMNE:2017:6496
Date04 Octubre 2017
Docket NumberAWB - 16 _ 5639
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 16/5639

uitspraak van de meervoudige kamer van 4 oktober 2017 in de zaak tussen [eiseres] V.O.F., te [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.R. Vossen),

en

Zilveren Kruis Zorgkantoor, verweerder

(gemachtigde: mr. C. Hartman).

Procesverloop

Bij brief van 24 oktober 2014 heeft verweerder eiseres bericht dat hij vindt dat eiseres zich als zorgaanbieder schuldig heeft gemaakt aan fraude met persoonsgebonden budgetten (pgb’s). Om die reden heeft hij een melding gemaakt van fraude bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en heeft hij eiseres geregistreerd in het Incidentenregister van Achmea Zorg & Gezondheid (IVR) en in het Extern Verwijzingsregister Financiële instellingen (EVR). Tot slot heeft verweerder een melding van de fraude gemaakt bij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV).


Bij brieven van 30 oktober 2014 en 17 november 2014 heeft eiseres verzocht om toezending van het onderzoekdossier, omdat zij zich niet kan vinden in verweerders conclusie dat zij fraude heeft gepleegd.

Bij brief van 2 december 2014 heeft verweerder zijn beslissing om eiseres te registreren in de genoemde registers en om meldingen te doen bij de NZa en het CBV nader toegelicht. Hierop heeft eiseres gereageerd bij brief van 10 december 2015.

Verweerder heeft de brieven van eiseres van 30 oktober 2014, 17 november 2014 en 10 december 2015 aangemerkt als bezwaar in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), gericht tegen zijn brieven van 24 oktober 2014 en 2 december 2014. Bij brief van 28 oktober 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 juni 2017. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en [A] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank stelt allereerst vast dat niet in geschil is dat verweerder, Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V., rechtsopvolger is van Achmea Zorgkantoor N.V., die op haar beurt rechtsopvolger is van Agis Zorgverzekeringen N.V.

2. De vraag die de rechtbank als eerste moet beantwoorden is of verweerder de registraties in het IVR en het EVR en de meldingen bij de NZa en het CBV, waarover het hier gaat, heeft gedaan in zijn hoedanigheid als bestuursorgaan. Niet is in geschil dat verweerder geen rechtspersoon is zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Awb. Het gaat hier om de vraag of verweerder een bestuursorgaan is zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb (b-orgaan). Dit artikel bepaalt dat een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon een bestuursorgaan is als dat orgaan met openbaar gezag is bekleed. Daarvoor is volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) bepalend of aan dat orgaan een publiekrechtelijke bevoegdheid tot het eenzijdig bepalen van de rechtspositie van andere rechtssubjecten is toegekend. Openbaar gezag kan in beginsel slechts bij wettelijk voorschrift worden toegekend...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT