Uitspraak Nº AWB 16/1849. Rechtbank Den Haag, 2017-05-24

ECLIECLI:NL:RBDHA:2017:6677
Date24 Mayo 2017
Docket NumberAWB 16/1849
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 16 / 1849

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 24 mei 2017 in de zaak tussen

[eiser] ,

geboren op [geboortedatum] , van Iraanse nationaliteit,

eiser,

(gemachtigde: mr. A.H.A. Kessels, advocaat te Amsterdam),

en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

verweerder,

(gemachtigden: drs. F. Gieskes en mr. G.M.L. van Doornum, beiden werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst).

Procesverloop

Bij besluit van 2 februari 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 maart 2016. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde drs. F. Gieskes.

De rechtbank heeft na sluiting van het onderzoek ter zitting het onderzoek heropend in afwachting van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof), waarin de bij uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, van 2 februari 2015 (ECLI:NL:RBDHA:2015:1004) gestelde prejudiciële vragen worden beantwoord.

Bij uitspraak van 29 maart 2016 (AWB 16/2025) heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige toegewezen en verweerder verboden eiser over te dragen aan Frankrijk tot vier weken nadat de rechtbank uitspraak heeft gedaan op het beroep.

Bij arrest van 7 juni 2016, C-63/15, Ghezelbash (ECLI:EU:C:2016:409) heeft het Hof de prejudiciële vragen van deze rechtbank, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, beantwoord.

Bij brief van 28 november 2016 heeft verweerder een aanvullend standpunt ingenomen in reactie op het arrest Ghezelbash. Bij brieven van 21 december 2016 en 24 februari 2017 heeft eiser daarop gereageerd.

Op 28 maart 2017 heeft een nadere zitting plaatsgevonden. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde mr. G.M.L. van Doornum.

Overwegingen
  1. Ingevolge artikel 30, eerste lid, Vreemdelingenwet 2000 (Vw) wordt een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 Vw niet in behandeling genomen, indien op grond van Verordening (EG) 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (hierna: de Verordening) is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag.

  2. Verweerder heeft de aanvraag van eiser niet in behandeling genomen op grond van artikel 30, eerste lid, Vw, omdat uit onderzoek in EU-Vis is gebleken dat eiser op 16 maart 2015 door de buitenlandse vertegenwoordiging van Frankrijk te Teheran in het bezit is gesteld van een visum, geldig van 16 maart 2015 tot 15 april 2015. Gelet op het bepaalde in artikel 12, vierde lid, Verordening is de lidstaat die dit visum heeft afgegeven verantwoordelijk voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming. Bij brief van 25 november 2015 hebben de Franse autoriteiten het overnameverzoek gehonoreerd en zijn hiermee verantwoordelijk voor de asielaanvraag van eiser.

  3. Eiser voert aan dat verweerder ten onrechte heeft nagelaten de door eiser in de bestuurlijke fase ingebrachte bewijsstukken, ter onderbouwing van zijn stelling dat hij voor afloop van de geldigheidsduur van zijn visum Frankrijk heeft verlaten en is teruggekeerd naar zijn land van herkomst, aan de Franse autoriteiten voor te leggen. Het betreft de volgende stukken:

- een verklaring van de werkgever van eiser van 21 oktober 2015, waarin wordt verklaard dat eiser van 21 april 2015 tot 24 juni 2015 werkzaam is geweest bij [naam 1] te [plaats 1] (Iran);

- een internetuitdraai van een artikel van NCRI Iran News, Human Rights, van [datum 3] 2015, getiteld “Iran: christian labor activist arrested’, waarin staat dat eiser eind juni is gearresteerd;

- een internetuitdraai van een artikel van radio Irava van [datum 4] 2015, waarin staat dat eiser eind juni is gearresteerd na te zijn opgeroepen door de veiligheidsdienst en dat zijn familie al enige tijd geen informatie heeft ontvangen over zijn situatie;

- een internetuitdraai van een artikel van een blogspot, Crisis from Iran, van [datum 3] 2015, getiteld ‘Iran: christian labor activist arrested’, waarin eveneens staat dat eiser eind juni is gearresteerd.

Verweerder heeft in zijn brief aan de Franse autoriteiten van 6 januari 2016 slechts melding gemaakt van de stukken en gesteld dat deze stukken geen bewijs vormen voor de daadwerkelijke terugkeer naar Iran. De stukken zijn blijkbaar niet meegestuurd en er is ook geen vertaling in het Frans meegezonden. De Franse autoriteiten hebben zich derhalve geen zelfstandig oordeel kunnen vormen over deze stukken. Het bestreden besluit is daarom onzorgvuldig tot stand gekomen.

3.1

De rechtbank blijft bij het door de voorzieningenrechter in voormelde uitspraak van 29 maart 2016 gegeven oordeel dat er geen grond is voor twijfel dat verweerder voormelde stukken aan de Franse autoriteiten heeft toegezonden en dat verweerder ervan heeft mogen uitgaan dat de Franse autoriteiten voor vertaling van de toegezonden bewijsstukken zorg hebben gedragen. De rechtbank verwijst naar hetgeen is overwogen onder 4.1 van de uitspraak van de voorzieningenrechter. Er is in zoverre dan ook geen grond voor het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT