Uitspraak Nº AWB - 16 _ 3727. Rechtbank Den Haag, 2016-11-29

ECLIECLI:NL:RBDHA:2016:15450
Date29 Noviembre 2016
Docket NumberAWB - 16 _ 3727
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 16/3727

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de meervoudige kamer van 29 november 2016 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: F. van der Tempel Jr.),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, verweerder

(gemachtigde: C. de Koning).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [persoon 1], te [woonplaats] , vergunninghouder

(gemachtigde: mr. A.P. van Delden).

Procesverloop

Bij besluit van 5 januari 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder aan vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een gemeentelijk monumentaal winkelpand tot twee winkels en twee studio’s op de begane grond en vier appartementen op de verdieping op het perceel gelegen aan de [adres] .

Bij besluit van 21 april 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 november 2016. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en [persoon 2] . Derde-partij is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.

Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. De rechtbank stelt voorop dat, anders dan door verweerder ter zitting is betoogd, op het besluit van 22 juni 2016 waarin aan vergunninghouder een omgevingsvergunning is verleend die eveneens ziet op het perceel aan de [adres] , niet artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Tegen dit besluit kan afzonderlijk bezwaar worden gemaakt.

2. De rechtbank stelt vast dat verweerder toepassing heeft gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in samenhang gelezen met artikel 4, aanhef en onder 9, van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor), de zogenoemde kruimelgevallenregeling. Deze afwijkingsbevoegdheid ziet in dit geval op de functiewijziging van de begane grond van het pand aan de [adres] en niet op bouwactiviteiten. Om die reden is de zinsnede van artikel 4, aanhef en onder...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT