Uitspraak Nº AWB 17/4523 en 17/4525. Rechtbank Den Haag, 2017-08-25

ECLIECLI:NL:RBDHA:2017:10944
Date25 Agosto 2017
Docket NumberAWB 17/4523 en 17/4525
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: AWB 17 / 4523 (beroep)
AWB 17 / 4525 (voorlopige voorziening)

uitspraak van de meervoudige kamer voor vreemdelingenzaken en de voorzieningenrechter van 25 augustus 2017 in de zaak tussen

[eiser] ,

geboren op [geboortedatum] , van Marokkaanse nationaliteit,

eiser,

(gemachtigde: mr. R.S. Nandoe, advocaat te Alkmaar),

en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

verweerder,

(gemachtigde: mr. B. van Beers, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst).

Procesverloop

Bij besluit van 24 februari 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder de verblijfsvergunning van eiser ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 mei 2012. Voorts heeft verweerder bepaald dat eiser Nederland en de Europese Unie onmiddellijk moet verlaten en tegen eiser een inreisverbod uitgevaardigd voor de duur van tien jaar.

Bij uitspraak van 27 mei 2016 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank en zittingsplaats de door eiser verzochte voorlopige voorziening hangende bezwaar toegewezen (AWB 16/5795).

Bij besluit van 23 februari 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser gegrond verklaard voor zover gericht tegen de vertrektermijn van nul dagen en de duur van het uitgevaardigde inreisverbod. Verweerder heeft het bezwaar voor het overige ongegrond verklaard en tegen eiser een inreisverbod voor de duur van vijf jaar uitgevaardigd.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Eiser heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Hij verzoekt verweerder te verbieden hem uit te zetten totdat de rechtbank op het beroep heeft beslist.

Verweerder heeft op 30 mei 2017 een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 juni 2017. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank betrekt bij de beoordeling de volgende feiten. Eiser is op 6 januari 1997 in het bezit gesteld van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Eiser is op 12 juni 1997 in Nederland toegelaten.
Op 6 juli 1998 is eiser in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het doel “gezinshereniging bij ouder, [ouder] ”.
Tussen 12 juni 2011 en 9 november 2011 is eiser tijdelijk niet in het bezit geweest van een verblijfsvergunning. Eiser had verlenging van de aan hem verleende verblijfsvergunning gevraagd, maar beschikte nog niet over een geldig paspoort.
Op 22 november 2011 is eisers verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het doel “gezinshereniging bij ouder” alsnog verlengd, met ingang van 9 november 2011 en geldig tot 9 november 2016.
Verweerder heeft op 13 januari 2016, uitgereikt op 18 januari 2016, het voornemen kenbaar gemaakt om de aan eiser verleende verblijfsvergunning in te trekken.

2. Tussen partijen is niet in geschil dat eiser is veroordeeld voor de volgende misdrijven: mensenhandel (meermalen gepleegd), diefstal met geweld, gepleegd in vereniging (meermalen gepleegd), bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (meermalen gepleegd), afpersing, opzetheling en het medeplegen van handelen in strijd met artikel 13 Wet Wapens en Munitie. In totaal heeft eiser zeven misdrijven gepleegd, waarbij hem in totaal 78 maanden detentie is opgelegd.
Eiser is laatstelijk door het gerechtshof Amsterdam op 11 maart 2014 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, omdat eiser van 1 mei 2012 tot en met 29 juni 2012 telkens door dwang en/of geweld en/of bedreiging met geweld en/of misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie van het slachtoffer deze heeft gedwongen en bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard met een derde. Tegen dit arrest heeft eiser op 8 oktober 2014 cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie op 10 maart 2015 niet-ontvankelijk verklaard, zodat het arrest van het gerechtshof vanaf die datum onherroepelijk is geworden.

3. Verweerder heeft de aan eiser verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met ingang van 1 mei 2012 ingetrokken omdat eiser een gevaar vormt voor de openbare orde. De glijdende schaal, zoals opgenomen in artikel 3.86 Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb), zoals die gold van 31 juli 2010 tot 1 juli 2012 is op eiser van toepassing omdat eiser onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor een of meer misdrijven die zijn gepleegd in de periode van 1 mei 2012 tot 29 juni 2012. Voorts is eiser bij gerechtelijke uitspraken in totaal voor zeven misdrijven onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van in totaal 78 maanden (oftewel ruim 6,5 jaren), zodat hij wordt aangemerkt als een veelpleger. Eiser verbleef vanaf 6 juli 1998 in Nederland, maar hij heeft een niet-verschoonbaar verblijfsgat opgebouwd in de periode 12 juni 2011 tot 9 november 2011, waardoor eisers rechtmatige verblijf voor de toepassing van de glijdende schaal is begonnen op 9 november 2011. Ten tijde van het misdrijf op 1 mei 2012 had eiser daarom minder dan een jaar rechtmatig verblijf. Aangezien eiser voor ten minste drie misdrijven onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf, is artikel 3.86, vierde en vijfde lid, Vb van toepassing. Voorts is niet in geschil dat eiser op 1 mei 2012 (de pleegdatum van het misdrijf waardoor de norm van artikel 3.86, vijfde lid, Vb wordt overschreden) de norm van twee weken detentie ruimschoots heeft overschreden omdat eiser reeds 78 maanden detentie opgelegd heeft gekregen. Daarnaast is de som van de onvoorwaardelijke straffen hoger dan de maximale norm van artikel 3.86, vijfde lid, Vb, te weten veertien maanden, hetgeen betekent dat verweerder de verblijfsvergunning op grond van artikel 3.86, vierde lid, Vb kan intrekken ongeacht eisers verblijfsduur. Ten slotte heeft verweerder op grond van artikel 66a, tweede lid, gelezen in samenhang met het zevende lid, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) op grond van eisers veroordelingen een zwaar inreisverbod van vijf jaar uitgevaardigd.

4. De rechtbank overweegt als volgt.

4.1

Aan het tegen eiser uitgevaardigde inreisverbod van vijf jaar zijn de rechtsgevolgen als bedoeld in artikel 66a, zevende lid, Vw verbonden. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling), onder meer de uitspraak van 9 juli 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:298), volgt dat een vreemdeling tegen wie verweerder een inreisverbod met de rechtsgevolgen bedoeld in artikel 66a, zevende lid, Vw heeft uitgevaardigd, zolang dat inreisverbod voortduurt, geen belang heeft bij beoordeling van het beroep gericht tegen een besluit tot afwijzing van een aanvraag tot verlening of verlenging van de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning, dan wel intrekking van zodanige verblijfsvergunning, zodat dit beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Belang bij toetsing in rechte van een besluit tot intrekking van een dergelijke verblijfsvergunning is volgens die uitspraak pas aan de orde, indien het besluit tot het uitvaardigen van dat inreisverbod wordt ingetrokken, herroepen of vernietigd, dan wel dat inreisverbod wordt opgeheven. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling, onder meer de uitspraak van 18 februari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:638), dient verweerder bij uitvaardiging van een zwaar inreisverbod met inachtneming van alle relevante feiten en omstandigheden een afweging te maken tussen het algemeen belang dat wordt gediend met het beschermen van de openbare orde of veiligheid, de nationale veiligheid en de internationale betrekkingen en het individuele belang van een vreemdeling bij verblijfsaanspraken in Nederland, dan wel bescherming tegen uitzetting. Tegen die afweging kan een vreemdeling in het kader van een beroep tegen een zwaar inreisverbod bij de bestuursrechter opkomen. Indien uit de toetsing van die afweging volgt dat de vreemdeling aan de vereisten voor verlening of verlenging van een verblijfsvergunning voldoet, is daarmee in beginsel gegeven dat een tegen hem uitgevaardigd inreisverbod niet in stand kan blijven. Dit geldt ook bij de intrekking van een verblijfsvergunning.

4.2

Gezien het voorgaande moet hetgeen eiser heeft aangevoerd tegen de intrekking van de verblijfsvergunning worden beoordeeld alsof dit deel uitmaakt van zijn beroep tegen het inreisverbod. Of verweerder de aan eiser verleende verblijfsvergunning heeft kunnen intrekken, kan ten volle in het kader van de toetsing van dat inreisverbod aan de orde worden gesteld. De rechtbank ziet daarom aanleiding de gronden van eiser gericht tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning in het kader van het beroep tegen het inreisverbod te bespreken.

5. Eiser voert aan dat de Richtlijn 2003/86/EG (de Gezinsherenigingsrichtlijn) op hem van toepassing is. Dit betekent dat verweerder niet artikel 3.86, vierde en vijfde lid, Vb had dienen toe te passen, maar het unierechtelijke openbare orde begrip. De Gezinsherenigings-richtlijn kent immers geen glijdende schaal. Uit vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) blijkt dat sprake moet zijn van een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging die een fundamenteel belang van de samenleving aantast. Eiser verwijst in dit verband naar de arresten J.N. tegen Nederland van 15 februari 2016 (C-601/15, ECLI:EU:C:2016:84, hierna: het arrest J.N.) en Z.Zh. en I.O. van 11 juni 2015 (C-554/13, ECLI:EU:C:2015:377, hierna: het arrest Z.Zh. en I.O.) van het HvJ die, hoewel ze geen betrekking hebben op de Gezinsherenigingsrichtlijn, toch van toepassing zijn omdat niet valt in te zien dat van een ander openbare orde begrip dient te worden uitgegaan. Het HvJ heeft in het arrest H.T. tegen Duitsland van 24...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT