Uitspraak Nº AWB - 17 _ 5579. Rechtbank Den Haag, 2018-02-13

ECLIECLI:NL:RBDHA:2018:4227
Date13 Febrero 2018
Docket NumberAWB - 17 _ 5579
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 17/5579

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 februari 2018 in de zaak tussen [eiser 1], eiser 1, V-nummer [V-nummer]

mede namens [eiser 2], eiser 2, V-nummer [V-nummer]

gezamenlijk te noemen eisers

(gemachtigde: mr. A. Orhan),

en

de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder

(gemachtigde: mr. J.M. Sidler).

Procesverloop

Bij besluiten van 1 november 2016 (de primaire besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eisers tot het verlenen van een visum voor kort verblijf afgewezen.

Bij besluit van 23 februari 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers kennelijk ongegrond verklaard.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 december 2017.

Eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door mr. A. Abdi, de zaakwaarnemer van hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser 1 is geboren op [geboortedatum] 1984 en eiser 2 is geboren op [geboortedatum] 1961. Beiden hebben de Surinaamse nationaliteit. Op 25 oktober 2016 hebben eisers de onderhavige aanvragen ingediend in verband met enkele optredens van de muziekgroep [muziekgroep] in Nederland, België en Frankrijk in de maanden november en december 2016.

2. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat eisers het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf niet hebben aangetoond en dat er redelijke twijfel bestaat over het voornemen om het grondgebied van de Europese Unie (EU) vóór het verstrijken van de geldigheid van het aangevraagde visum te verlaten. Daarbij heeft verweerder van belang geacht dat niet zonder meer kan worden aangenomen dat eisers een zodanige sociale en economische binding met het land van herkomst hebben dat tijdige terugkeer naar dat land redelijkerwijs is gewaarborgd.

3. Ingevolge artikel 32 van de Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode), voor zover van belang, wordt een visum geweigerd:

a. a) indien de aanvrager:

ii. het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf niet heeft aangetoond;

of

b) indien er redelijke twijfel bestaat over de echtheid van de door de aanvrager...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT