Uitspraak Nº AWB - 17 _ 1734. Rechtbank Amsterdam, 2017-04-12

ECLIECLI:NL:RBAMS:2017:2300
Docket NumberAWB - 17 _ 1734
Date12 Abril 2017
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummers: AMS 17/1734 en AMS 17/1444

uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 april 2017 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[de Vereniging] , te Amsterdam, verzoekster, verder de vereniging,

(gemachtigde: W.M.J. Schoonenberg),

en

het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Centrum, verweerder, verder het bestuur,

(gemachtigde: mr. H.D. Hosper)

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [de persoon 1] en [de persoon 2], te Amsterdam, vergunninghouders,

(gemachtigde: mr. S.A.B. Boer).

Procesverloop

Bij besluit van 25 augustus 2017 (het primaire besluit) heeft het bestuur een omgevingsvergunning verleend voor de herbouw van een tuinhuis bij [het adres 1] te Amsterdam.

Bij besluit van 20 januari 2017 (het bestreden besluit) heeft het bestuur het bezwaar van de vereniging ongegrond verklaard. De vereniging heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. De vereniging heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 maart 2017. De vereniging heeft zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde en [de persoon 3] , secretaris van de vereniging. Het bestuur heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Vergunninghouders zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde.

Overwegingen

1 De voor deze zaak relevante wet- en regelgeving is opgenomen in bijlage bij deze uitspraak. De bijlagen maken onderdeel uit van de uitspraak.

De aanvraag

2.1

Vergunninghouders hebben op 25 juni 2016 een aanvraag gedaan voor de herbouw van een in 2013 gesloopt tuinhuis in de tuin behorende bij [het adres 1] (verder ook het pand). Het betreft hier de herbouw van een tuinhuis in een zogenoemde keurtuin, waarop de bestemming Tuin-1 rust.

De keurtuin: historische achtergrond

2.2

De keurtuinen hebben cultuurhistorische waarde omdat ze een beeld geven van de stedenbouwkundige structuur uit de zeventiende eeuw. De keurtuinen liggen in de zogenoemde keurblokken. Het merendeel van de keurtuinen bevindt zich tussen de Herengracht en de [de gracht] en tussen de [de gracht] en de Kerkstraat.

2.3

Al in de zeventiende eeuw zijn voor de inrichting en gebruik van de keurtuinen regels gesteld. Daarop wordt aangehaakt door het thans geldende bestemmingsplan. In paragraaf 5.1.2.2 van de toelichting op het bestemmingsplan ‘Zuidelijke binnenstad’ (vastgesteld op 27 maart 2012), valt hier over het volgende te lezen:

“De bouwblokken tussen de hoofdgrachten zijn duidelijk dieper dan de overige blokken in de binnenstad. Hierdoor ontstond ruimte voor grote, royale tuinen, de zogenoemde keurtuinen (…). Sinds hun aanleg in de 17e eeuw gelden voor deze tuinen nog steeds dezelfde strenge bouwregels. Hieruit is te verklaren dat deze tuinen nooit met bebouwing zijn dichtgeslibd zoals de binnenterreinen van veel andere bouwblokken in de binnenstad. Regelmatig komen tuinhuizen - over de hele breedte van het perceel direct aan de achtererfgrens gesitueerd voor. Dit zijn dan ook de enige bouwwerken die onder bepaalde voorwaarden toegestaan zijn”.

De historie van de tuin van het pand aan [het adres 1]

2.4

De tuin behorende bij het pand is in zijn huidige vorm ontstaan in het jaar 1709. De toenmalige eigenaar van het pand heeft het achterste stuk van de tuin aangekocht van het naast gelegen pand [het adres 2] en van de drie achtergelegen (wat smallere) aangrenzende percelen aan [de gracht] . Dit betekende voor het pand aan [de gracht] dat het achterste deel van de tuin is verbreed en de perceelgrens naar achteren is geschoven. Het eerder rechte perceel kreeg daardoor een L-vorm. Op het verlengde deel in de tuin achter de [het adres 2] (daarvoor behorende bij [de gracht] ) heeft sinds die tijd een tuinhuis gestaan. Het laatste tuinhuis dat daar heeft gestaan is zo rond 1910-1920 gebouwd.

Wat aan de aanvraag is voorafgegaan

2.5

Het tuinhuis uit 1901-1920 is door vergunninghouder gesloopt in 2013. Voor die sloop heeft het bestuur op 5 juli 2013 een vergunning afgegeven. Deze sloop maakte onderdeel uit van een vergund bouwplan dat inhield een tuinhuis met zwembad over de volle breedte van de tuin behorende bij [het adres 1] . Tijdens de procedures die naar aanleiding van dat bouwplan zijn ingediend, is door vergunninghouders afgezien van de bouw van een zwembad.

2.6

De meervoudige kamer van deze rechtbank heeft het vergunde bouwplan voor het tuinhuis over de volle breedte van de tuin beoordeeld en op 6 mei 2015 uitspraak gedaan (na te lezen op rechtspraak.nl ECLI:NL:RBAMS:2015:3108). Daarbij is verweerder opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Vergunninghouders hebben tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld, maar dat naderhand weer ingetrokken. Dit hebben zij gedaan in de verwachting dat een aanvraag om een (kleiner) tuinhuis op de plek te herbouwen waar al meer dan 300 jaar een tuinhuis had gestaan, niet meer op bezwaren zou stuiten van omwonenden en de vereniging.

2.7

De nu in geding zijnde aanvraag houdt in de herbouw van het (inmiddels gesloopte) tuinhuis dat was gelegen in de tuin behorende bij [het adres 1] , historisch gezien gelegen in het verlengde deel van de tuin achter de [het adres 2] op grond die historisch gezien behoorde bij [de gracht] .

Het besluit van het bestuur om de herbouw van het tuinhuis toe te staan

3.1

Het bestuur heeft de aanvraag gehonoreerd, kortgezegd omdat het aangevraagde tuinhuis niet in strijd is met het bestemmingsplan ‘Zuidelijke binnenstad’(verder: het bestemmingsplan). Het bestuur komt tot die conclusie op grond van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT