Uitspraak Nº AWB - 17 _ 3271. Rechtbank Gelderland, 2019-01-02

ECLIECLI:NL:RBGEL:2019:1
Date02 Enero 2019
Docket NumberAWB - 17 _ 3271
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)
RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Belastingrecht

zaaknummers: AWB 17/3271, 17/3315, 17/3316, 17/3317, 17/3318, 17/3319, 17/3320, 17/3321, 17/3322, 17/3323, 17/3324 en 17/3325

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 2 januari 2019

in de zaken tussen

[X] , te [Z] , eiseres

(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Eindhoven, verweerder.
Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres de volgende navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) en boetes opgelegd:

Jaar

Datum

Aanslagnummer

Te betalen (€)

Vergrijpboete (€)

2003

12-12-2016

[000] .H.37

5.085

2.034

2004

10-01-2017

[000] .H.47

5.350

2.140

2005

10-01-2017

[000] .H.57

5.340

2.136

2006

10-01-2017

[000] .H.67

5.333

2.133

2007

10-01-2017

[000] .H.77

5.416

2.166

2008

10-01-2017

[000] .H.87

4.906

4.906

2009

14-01-2017

[000] .H.97

4.598

4.598

2010

14-01-2017

[000] .H.07

4.448

4.448

2011

07-01-2017

[000] .H.17.01

4.307

4.307

2012

07-01-2017

[000] .H.27.01

4.021

4.021

2013

07-01-2017

[000] .H.37.01

3.083

3.083

2014

07-01-2017

[000] .H.47.01

3.113

3.113

Tevens is bij beschikkingen heffingsrente/belastingrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 18 mei 2017 de navorderingsaanslagen, de beschikkingen heffingsrente/belastingrente en de boetebeschikkingen gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 20 juni 2017, ontvangen door de rechtbank op 22 juni 2017, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan eiseres.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 december 2018.

Namens eiseres is haar gemachtigde verschenen. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] , mr. [A] en mr. [B] .

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres heeft in haar aangiften IB/PVV voor de jaren 2003 tot en met 2014 geen melding gemaakt van de door haar aangehouden bankrekening bij de Zwitserse UBS-bank (hierna: UBS).

2. UBS heeft haar Nederlandse cliënten in 2014 aangeschreven en verzocht om een bewijs van een juiste fiscale aangifte over te leggen.

3. Op 23 juli 2015 heeft de Belastingdienst in een groepsverzoek informatie opgevraagd bij de Zwitserse Belastingdienst over rekeninghouders bij UBS.

4. Eiseres is door UBS bij een brief van 16 september 2015 op de hoogte gesteld van het informatieverzoek.

5. Op 22 september 2015 heeft de Zwitserse Belastingdienst in het Bundesblatt een officiële aankondiging over het informatieverzoek gepubliceerd. Naar aanleiding van het informatieverzoek heeft de Zwitserse Belastingdienst via UBS Nederlandse cliënten gewezen op de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen het voornemen om de door Nederland verzochte inlichtingen te verstrekken.

6. Een groot aantal van de Nederlandse mediabedrijven heeft op zondag 27 september 2015 bericht dat de Belastingdienst informatie heeft opgevraagd bij de Zwitserse Belastingdienst over rekeninghouders bij UBS.

7. Op 30 september 2015 is er door of namens eiseres contact opgenomen met de Zwitserse autoriteiten.

8. Eiseres heeft op 27 oktober 2015 in verband met haar bankrekening bij UBS een beroep gedaan op de inkeerregeling, zoals deze is opgenomen in artikel 67n van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR). Gegevens van de aangehouden bankrekening zijn op dat moment niet verstrekt.

9. Op 17 november 2015 heeft eiseres bezwaar gemaakt tegen de uitwisseling van informatie. De rechtbank in Sankt Gallen heeft op 21 maart 2016 het informatieverzoek van Nederland afgewezen. Het Zwitserse Bundesgericht heeft echter op 12 september 2016 bepaald dat Zwitserland de gevraagde informatie met Nederland mocht delen.

10. Eiseres heeft bij brief van 22 februari 2016 (door verweerder ontvangen op 3 maart 2016) aan verweerder de gegevens overgelegd van de bij UBS in Zwitserland aangehouden bankrekening.

11. Op 14 juli 2016 heeft verweerder aan eiseres medegedeeld dat hij voornemens is navorderingsaanslagen met vergrijpboetes op te leggen voor de jaren 2003 tot en met 2014.

12. Op 21 december 2016 heeft verweerder aan eiseres een mededeling boete als bedoeld in artikel 67g van de AWR verzonden. Hierin is vermeld dat de boetes zijn gebaseerd op artikel 67e, eerste en zesde lid, van de AWR.

Geschil

13. In geschil is het antwoord op de vraag of sprake is van vrijwillige inkeer in de zin van artikel 67n van de AWR. Eiseres beantwoordt deze vraag bevestigend en verweerder ontkennend. Verder is in geschil of de boetes naar het juiste bedrag zijn opgelegd.

14. Voor de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de van hen afkomstige stukken en hetgeen zij ter zitting hierop hebben aangevuld. Eiseres concludeert tot...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT