Uitspraak Nº AWB - 17 _ 124. Rechtbank Noord-Holland, 2017-07-26

ECLIECLI:NL:RBNHO:2017:6272
Docket NumberAWB - 17 _ 124
Date26 Julio 2017
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 17/124

uitspraak van de meervoudige kamer van 26 juli 2017 in de zaak tussen [eiseres] (eiseres) en [eiser] (eiser), te [woonplaats] ,

(gemachtigde: mr. P.E. Stam),

en

Het college van burgemeester en wethouders van Oostzaan, verweerder

(gemachtigde: J. van der Wal).

Procesverloop

Bij besluit van 13 mei 2016 (het primaire besluit I) heeft verweerder de bijstandsuitkering van eiseres vanaf 1 april 2016 beëindigd en met ingang van 2 september 2010 ingetrokken.

Bij besluit van 17 mei 2016 (het primaire besluit II) heeft verweerder de aan eiseres over de periode van 2 september 2010 tot en met 31 maart 2016 verstrekte bijstand tot een bedrag van € 66.596,92 teruggevorderd. Eisers zijn beiden hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor deze vordering.

Bij besluit van 29 november 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers gegrond verklaard. Verweerder heeft de primaire besluiten herroepen. Overwogen is dat de bijstandsuitkering per 1 april 2016 terecht is beëindigd, maar dat de uitkering over de periode van 2 september 2010 tot en met 29 november 2012 en van 4 september 2013 tot en met 25 januari 2016 wordt herzien. Van 26 januari 2016 tot en met 31 maart 2016 wordt de bijstandsuitkering ingetrokken. Van eiseres wordt een bedrag van € 32.421,20 teruggevorderd. Eiser is hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor € 765,82 van deze vordering.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 mei 2017. Eisers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen
1.1.

Eisers zijn met elkaar getrouwd geweest en hebben een zoon. Eiseres is samen met haar zoon vanaf 28 februari 2003 ingeschreven op het adres [adres 1] . Eiser staat vanaf 19 mei 1999 ingeschreven op het adres [adres 2] , met de opmerking “persoon vertrokken”. Eiser ontvangt in ieder geval vanaf 1 september 2010 een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

1.2.

Op 6 september 2010 heeft eiseres een aanvraag gedaan voor een bijstandsuitkering naar de norm van een alleenstaande. Zij heeft daarbij vermeld dat zij samen met haar zoon woont en zij heeft bankafschriften overgelegd. Op deze bankafschriften was zichtbaar dat de WAO-uitkering van eiser op de rekening van eiseres werd gestort. Eiseres heeft hiervan geen melding gemaakt. Aan eiseres is vanaf 2 september 2010 een bijstandsuitkering toegekend naar de norm van een alleenstaande.

1.3.

De bijstandsuitkering van eiseres is vanaf 30 november 2012 beëindigd. Op 8 augustus 2013 heeft eiseres een nieuwe bijstandsaanvraag gedaan. Naar aanleiding van deze aanvraag zijn door verweerder geen bankafschriften opgevraagd. Evenmin heeft eiseres melding gemaakt van de storting van de WAO-uitkering van eiser op haar rekening. Aan eiseres is per 4 september 2013 een bijstandsuitkering toegekend naar de norm van een alleenstaande.

1.4.

Verweerder is in februari 2015 een rechtmatigheidsonderzoek gestart en heeft het recht op bijstand van eiseres opgeschort. Op 16 maart 2015 is een rapport van dit onderzoek opgemaakt. Op 23 maart 2015 is het onderzoek overgedragen aan de sociale recherche. Dit onderzoek is op 14 april 2016 afgerond. Geconcludeerd werd dat sprake was van een gezamenlijke huishouding tussen eisers.

1.5.

Verweerder heeft vervolgens besloten zoals hiervoor vermeld onder procesverloop.

2. Verweerder heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat de onderzoeksresultaten, anders dan eerst werd aangenomen, onvoldoende grondslag bieden voor het oordeel dat eisers een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd in de periode van 2 september 2010 tot en met 25 januari 2016. Per 26 januari 2016 is hiervan wel sprake. De bijstandsuitkering is gelet hierop terecht ingetrokken over de periode van 26 januari 2016 tot en met 31 maart 2016 en terecht beëindigd per 1 april 2016. Over de periode van 2 september 2010 tot en met 29 november 2012 en van 4 september 2013 tot en met 25 januari 2016 dient de uitkering te worden herzien. Eiseres heeft geen melding gemaakt van de maandelijkse storting van de WAO-uitkering van eiser op haar rekening. Eiseres heeft hierover wel de beschikking gehad en deze...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT