Uitspraak Nº AWB - 17 _ 587. Rechtbank Noord-Holland, 2017-10-05

ECLIECLI:NL:RBNHO:2017:9184
Docket NumberAWB - 17 _ 587
Date05 Octubre 2017
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 17/587

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 oktober 2017 in de zaak tussen

1. [eiser 1] ,te [woonplaats] ,

2. [eiser 2] en [eiser 3]te [woonplaats] ,

3. [eiser 4] en [eiser 5]te [woonplaats] ,

4. [eiser 6] en [eiser 7]te [woonplaats] ,

5. [eiser 8] en [eiser 9]te [woonplaats] ,

6. [eiser 10] en [eiser 11]te [woonplaats] ,

(gemachtigde: mr. O.H. Minjon),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen, verweerder

(gemachtigden: J. van Rijn en W.G.M. Kruijer).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: de besloten vennootschap Gana Invest B.V., te ’t Zand (gemachtigde: mr. E.C.W. van der Poel).

Procesverloop

Bij besluit van 12 juli 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder aan derde-partij een omgevingsvergunning onder voorschriften verleend voor de activiteiten bouwen en gebruiken met een beperkte instandhoudingstermijn van tien jaar voor het huisvesten van maximaal 64 arbeidsmigranten in een voormalig kantoorpand op het perceel Koperwiek 3 in Schagen.

Bij uitspraak van 24 oktober 2016 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank in de zaak geregistreerd onder het nummer HAA 16/3863 een verzoek om voorlopige voorziening van eisers afgewezen.

Bij besluit van 13 december 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar voor zover dat door eisers 1 tot en met 3 tegen het primaire besluit is gemaakt niet-ontvankelijk verklaard en voor zover dat door eisers 4 tot en met 6 daartegen is gemaakt ongegrond. Bij het bestreden besluit heeft verweerder aanvullende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbonden.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2017. Van eisers zijn verschenen [eiser 2] , [eiser 3] , [eiser 4] , [eiser 5] en [eiser 7] . De gemachtigde van eisers is verschenen. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigden. Namens derde-partij zijn verschenen [naam 1] en [naam 2] , bijgestaan door hun gemachtigde.

Overwegingen

De niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar voor zover dat is gemaakt door eisers sub 1 tot en met 3

1.1

Eisers sub 1 tot en met 3 betogen dat verweerder het bezwaar voor zover dat door hen is gemaakt tegen het primaire besluit bij het bestreden besluit ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Zij zijn van mening dat zij wel als belanghebbenden als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij het primaire besluit zijn aan te merken. Zij wijzen in dat verband op het zichtcriterium, de vrees voor onevenredige geluidsoverlast in de middag- en avondperiode ten gevolge van het project en de wijziging van de stedenbouwkundige opzet van de buurt die het project teweegbrengt.

1.2

Op grond van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

1.3

Om als belanghebbende in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een natuurlijk persoon volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling een voldoende objectief bepaalbaar, eigen, persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit.

1.4

Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) in haar uitspraak van 23 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2271 heeft overwogen moet voor het zijn van belanghebbende aannemelijk zijn dat ter plaatse van de woning of het perceel van de betrokkene gevolgen van enige betekenis kunnen worden ondervonden.

Het uitgangspunt is dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit - zoals een bestemmingsplan of een vergunning - toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ dient als correctie op dit uitgangspunt. Gevolgen van enige betekenis ontbreken indien de gevolgen wel zijn vast te stellen, maar de gevolgen van de activiteit voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van betrokkene dermate gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. Daarbij wordt acht geslagen op de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (onder meer geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat, waarbij die factoren zo nodig in onderlinge samenhang worden bezien. Ook aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn.

1.5

De rechtbank stelt onder verwijzing naar voornoemde uitspraak voorop dat indien bepaalde milieugevolgen zijn genormeerd door een afstandseis, deze norm niet bepalend is voor de vraag of de betrokkene belanghebbende is bij het besluit. Anders dan verweerder en derde-partij ter zitting hebben betoogd, brengt de enkele omstandigheid dat de woningen van eisers sub 1 tot en met 3 buiten de op grond van de in de VNG Brochure “Bedrijven en milieuzonering” voor het aspect geluid geldende richtafstand zijn gelegen, dus niet met zich dat die eisers om die reden geen belanghebbenden zijn bij het primaire besluit.

1.6

In deze zaak is de vraag aan de orde of ‘gevolgen van enige betekenis’ ontbreken en dus de vraag of aanleiding bestaat de voormelde correctie toe te passen. Eisers hebben verklaard dat zij ten gevolge van het project het gehele jaar door vrezen voor geluidsoverlast als gevolg van het gebruik van de buitenruimte door de arbeidsmigranten in de middag- en avondperiode.

1.7

De rechtbank stelt vast dat eisers sub 1 tot en met 3 op een relatief korte afstand van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT