Uitspraak Nº AWB - 17 _ 718. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-09-19

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:3951
Date19 Septiembre 2019
Docket NumberAWB - 17 _ 718
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummer: LEE 17/718

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 19 september 2019 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: [gemachtigde eiser] ),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Groningen, verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde verweerder] ).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister.

Procesverloop

Eiser heeft over het tijdvak juni 2015 voor de omzetbelasting (OB) een aangifte ingediend volgens welke zowel de verschuldigde belasting als de voorbelasting € 2 bedragen.

Bij uitspraak op bezwaar van 6 januari 2017 heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiser en verweerder hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2019. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en [bijstand] . Namens verweerder zijn verschenen [gemachtigden verweerder] .

Overwegingen

Feiten

1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.

1.1.

Eiser is werkzaam als dirigent van zangkoren in binnen- en buitenland. Eiser bedenkt en organiseert tevens specifieke concerten voor zogenoemde [projectkoren] op aansprekende locaties en in samenwerking met bekende solisten en/of orkesten. Bij een [projectkoor] wordt op projectbasis gewerkt. Eiser zoekt per project zangers voor deelname aan het [projectkoor] . De [projectkoordeelnemers] betalen € 55 aan eiser voor deelname. Bij de repetities van het [projectkoor] en de uitvoering van het concert treedt eiser, dan wel een door hem daarvoor aangetrokken derde, op als dirigent van het [projectkoor] .

1.2.

Eiser is ondernemer voor de omzetbelasting. Voor de maand juni 2015 heeft hij aangifte OB gedaan naar een verschuldigde OB van € 2 over een omzet van € 9. Op de verschuldigde OB is in deze aangifte een bedrag van € 2 aan voorbelasting in aftrek gebracht. De aangifte is op 31 juli 2015 door verweerder ontvangen.

1.3.

Eiser heeft bij brief van 10 augustus 2015 bezwaar gemaakt tegen de bij 1.2. vermelde aangifte.

1.4.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 6 januari 2017 het bezwaar van eiser afgewezen en geen teruggaaf verleend.

Geschil en beoordeling

2. Tussen partijen is ten eerste in geschil of het bezwaarschrift van eiser wegens het ontbreken van een voldoening op aangifte niet-ontvankelijk had moeten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT