Uitspraak Nº Awb 18/2386 en 19/15. Rechtbank Overijssel, 2019-01-23

ECLIECLI:NL:RBOVE:2019:185
Docket NumberAwb 18/2386 en 19/15
Date23 Enero 2019
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle

Bestuursrecht

zaaknummers: AWB 18/2386 en 19/15

uitspraak van de voorzieningenrechter op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaken tussen

Stichting Klimmendaal, te Arnhem, verzoekster,

gemachtigde: mr. J.W.M. Hagelaars,

en

het college van burgemeester en wethouders van Deventer, verweerder,

gemachtigden: A.M.M. Hutten-Bekemeier en M.G.M. Wolbrink-Meijerink.

Procesverloop

Bij besluit van 18 december 2018 (besluit I) heeft verweerder de door verzoekster ingediende aanvraag vooraangevraagde omgevingsvergunning (regulier) voor het in gebruik nemen van twee verdiepingen (vierde en vijfde verdieping) van een kantoorpand ten behoeve van een revalidatiecentrum op het perceel Hunneperkade 80 (verder: het pand) te Deventer, geweigerd. Verweerder heeft daarbij overwogen dat het plan niet voldoet aan de regels van het geldende bestemmingsplan en verweerder niet is bereid medewerking te verlenen aan een afwijking daarvan. Namens verzoekster is tegen dit besluit op 19 januari 2019 een bezwaarschrift ingediend.

Bij besluit van 19 december 2018 (besluit II) heeft verweerder verzoekster gelast om per direct alle werkzaamheden die betrekking hebben op de vierde en vijfde verdieping van het pand te staken en gestaakt te houden. Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek is geregistreerd onder nummer Awb 18/2386.

Bij besluit van dezelfde datum (besluit III) heeft verweerder aan verzoekster een preventieve last onder dwangsom opgelegd ten aanzien van het gebruik van het pand in strijd met het bestemmingsplan, op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per overtreding per dag of een gedeelte daarvan met een maximum van € 100.000,-. Verzoekster heeft ook tegen dit besluit bezwaar gemaakt en aan de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek is geregistreerd onder nummer Awb 19/15.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Op 11 januari 2019 heeft de gemachtigde van verzoekster nog een aantal nadere stukken aan de rechtbank toegezonden.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 januari 2019. Verzoeker is verschenen bij haar gemachtigde en mr. E.J. Rutters. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

2. Verzoekster heeft tegen besluit II aangevoerd aan dat geen omgevingsvergunning nodig is aangezien het verbouwingswerkzaamheden betreft die inpandig worden uitgevoerd en vallen onder de uitzondering van artikel 3 lid 8 van bijlage II van het Besluit omgevings-recht en in overeenstemming zijn met het geldende bestemmingsplan. Verzoekster heeft daarom voor deze bouwactiviteiten geen omgevingsvergunning aangevraagd. Verzoekster heeft wel een omgevingsvergunning aangevraagd voor het gebruik van het pand in strijd met het bestemmingsplan. Verzoekster was namelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT