Uitspraak Nº AWB - 18 _ 5589. Rechtbank Noord-Holland, 2019-07-12

ECLIECLI:NL:RBNHO:2019:5932
Docket NumberAWB - 18 _ 5589
Date12 Julio 2019
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 18/5589

uitspraak van de meervoudige kamer van 12 juli 2019 in de zaak tussen [eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

het dagelijks bestuur van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord, verweerder

(gemachtigde: mr. J. van Zanten).

Procesverloop

Bij besluit van 4 juni 2018, gewijzigd bij besluit van 14 september 2018, heeft verweerder geweigerd eiser een aanvulling op zijn IVA-uitkering toe te kennen.

Bij besluit van 15 november 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 juni 2019. Eiser is verschenen. Ook is zijn partner [naam 1] verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en [naam 2] (afdelingsmanager Toezicht en Handhaving).

Overwegingen
1.1.

Eiser heeft als gevolg van een ongeval in 1983 schade opgelopen aan de functionaliteit van zijn rechterhand en -arm.

1.2.

Op 1 januari 1998 is hij in dienst getreden bij de Milieudienst Kop van

Noord-Holland.

1.3.

Bij besluit van 27 maart 2013 heeft het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) eisers aanvraag om een WIA-uitkering per 2 mei 2013 afgewezen omdat zijn arbeidsongeschiktheidspercentage 13,75% bedraagt.

1.4.

Per 1 januari 2014 is de Milieudienst Kop van Noord-Holland (Milieudienst) samen met een aantal andere milieudiensten in de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD) gefuseerd. Eiser vervulde tot aan zijn ontslag op 31 december 2013 de functie van senior beleidsmedewerker handhaving bij de Milieudienst en per 1 januari 2014 is hij als functievolger in dienst getreden bij de RUD in de functie van handhaver B.

1.5.

Bij besluit van 8 september 2015 heeft het UWV eiser per 8 mei 2015 een WIA-uitkering toegekend gebaseerd op een arbeidsongeschiktheidspercentage van 46,82%.

1.6.

Bij besluit van 29 maart 2018 heeft het UWV eiser per 8 augustus 2017 een IVA-uitkering toegekend.

1.7.

Op 26 april 2018 heeft eiser verweerder verzocht om een aanvulling op zijn uitkering tot aan zijn pensioengerechtigde leeftijd.

1.8.

Bij besluit van 30 april 2018 heeft verweerder eiser per 1 mei 2018 eervol ontslag verleend wegens volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.

1.9.

Verweerder heeft vervolgens besloten zoals in het procesverloop staat vermeld.

2. Partijen verschillen allereerst over de vraag of voldaan is aan de voorwaarden van artikel 7.5, eerste lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO) waarin is bepaald dat aan de gewezen ambtenaar die recht heeft op een WGA- of IVA-uitkering een aanvullende uitkering wordt toegekend indien sprake is van arbeidsongeschiktheid in en door de dienst. Op grond van artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder d, van de CAR-UWO wordt onder dit laatste verstaan: arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of gebreken die in overwegende mate haar oorzaak vindt in de aard van de opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht.

Volgens eiser had verweerder per 1 januari 2014 maatregelen en voorzieningen moeten treffen die volgen uit eisers re-integratiedossier en de WIA-besluiten met de daaraan ten grondslag liggende rapportages. Door dit na te laten is eiser overbelast geraakt wat geresulteerd heeft in toename van zijn arbeidsongeschiktheid. Volgens eiser is voldaan aan de gestelde voorwaarden in de CAR-UWO.

3.1.1.

De rechtbank stelt vast dat naar aanleiding van eisers WIA-aanvraag per 2...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT