Uitspraak Nº AWB - 18 _ 2772. Rechtbank Limburg, 2020-04-28

ECLIECLI:NL:RBLIM:2020:3240
Docket NumberAWB - 18 _ 2772
Date28 Abril 2020
RECHTBANK limburg

Zittingsplaats Roermond

Bestuursrecht

zaaknummers: ROE 18/2772 en ROE 18/3110

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 april 2020 in de zaken tussen

- [naam 1] BVstatutair gevestigd te [plaats] , eiseres

(gemachtigde: F.G.J. Bergs),

- [naam 2], wonende te [plaats] , eiser,

(gemachtigde: F.G.J. Bergs),

en

de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Leegsma).

Procesverloop

Bij besluit van 20 oktober 2016 (het primaire besluit 1) heeft verweerder eiseres een boete opgelegd van € 4.200,00 wegens overtreding van de Meststoffenwet (Msw) en de daarop gebaseerde regelgeving.

Bij besluit van 28 september 2018 (het bestreden besluit 1) heeft verweerder het bezwaar van eiseres gedeeltelijk gegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij het primaire besluit 1 herroepen en beslist dat het bedrag van de boete wordt verlaagd tot € 3.900,00.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit 1 beroep ingesteld. Dit beroep is bekend onder zaaknummer AWB/ROE 18/3110.

Bij besluit van 20 oktober 2016 (het primaire besluit 2) heeft verweerder eiser een boete opgelegd van € 4.200,00 wegens het feitelijk leidinggeven aan overtredingen van de Msw en de daarop gebaseerde regelgeving.

Bij besluit van 28 september 2018 (het bestreden besluit 2) heeft verweerder het bezwaar van eiser gedeeltelijk gegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij het primaire besluit 2 herroepen en beslist dat het bedrag van de boete wordt verlaagd tot € 3.900,00.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit 2 beroep ingesteld. Dit beroep is bekend onder zaaknummer AWB/ROE 18/2772.

Verweerder heeft in beide beroepszaken een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 maart 2020. De rechtbank heeft de onderhavige beroepszaken gevoegd behandeld met de zaken geregistreerd onder nummer AWB/ROE 18/2773 en AWB/ROE 18/3111 (over opgelegde boetes aan zusteronderneming [naam 3] BV en aan eiser als bestuurder/feitelijk leidinggevende van die onderneming). Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door eiser (bestuurder van eiseres) en haar gemachtigde. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Na sluiting van het onderzoek heeft de rechtbank de hiervoor genoemde gevoegde zaken weer gesplitst van de onderhavige beroepszaken. In die zaken wordt vandaag eveneens uitspraak gedaan.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.1.

Eiseres houdt zich onder meer bezig met mestopslag. Eiser is bestuurder van eiseres. Zusteronderneming [naam 3] BV, waarvan eiser eveneens bestuurder is, houdt zich onder meer bezig met mesthandel-, vervoers- en transportactiviteiten.

1.2.

De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (de NVWA) heeft, na observatie van een vrachtwagen, die voor [naam 3] BV mest aan het vervoeren was tussen twee bedrijven van derden, dit voertuig en het bedrijf van eiseres gecontroleerd op naleving van de Msw. De bevindingen zijn door de NVWA neergelegd in een rapport van 3 maart 2016 met nummer 91671. In dit rapport staat (onder meer) dat in de periode gelegen tussen 21 januari 2016 en 23 januari 2016 de volgende overtredingen van de meststoffenwetgeving hebben plaatsgevonden:

  • -

    het niet aanbrengen van registratienummer per opslagruimte voor meststoffen (2x feitcode M166);

  • -

    het niet bijhouden van een inzichtelijke administratie per onderneming, waaronder een administratie H1-staat (feitcode M158);

  • -

    het wijzigen en onleesbaar maken van gegevens op elf vervoersbewijzen dierlijke meststoffen (VDM’s) door de leverancier (11x feitcode M305).

De NVWA heeft op 13 juni 2016 nog een aanvullend rapport met nummer 93805 opgesteld.

1.3.

Verweerder heeft eisers bij brieven van 30 juni 2016 bericht dat hij voornemens is een boete op te leggen. Eisers hebben daarover een zienswijze ingediend.

1.4.

Bij afzonderlijke primaire besluiten heeft verweerder eisers (ieder voor zich) in verband met de hiervoor genoemde overtredingen een boete opgelegd van € 4.200,00.

1.5.

Bij de bestreden besluiten heeft verweerder aanleiding gezien de tweede overtreding (met feitcode M158) te laten vervallen, omdat eisers alsnog later alsnog via de mail aan de inspecteurs van de NVWA een overzicht van de H1 staten hebben verstrekt. Hiermee is voor zowel eiseres als eiser de opgelegde boete ten aanzien van deze overtreding (€ 300,00) komen te vervallen. Het bedrag van de boete is dan ook voor zowel eiseres als eiser verlaagd naar € 3.900,00. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

M166: 2x € 300,00 = € 600,00

M305: 11x € 300,00 = € 3.300,00

2. Eisers hebben ieder afzonderlijk beroep ingesteld tegen de bestreden besluiten. De beroepschriften zijn identiek. Eisers kunnen zich – kort gezegd – niet verenigen met (de hoogte van) de opgelegde boetes.

3. De rechtbank ziet zich eerst gesteld voor de vraag of sprake is van overtredingen en of verweerder dus bevoegd was om boetes op te leggen. De rechtbank gaat daarop hierna per overtreding in.

4. De eerste overtreding ziet op het niet aanbrengen van registratienummers bij twee opslagruimten voor meststoffen door eiseres.

4.1.

Artikel 34, eerste lid, van de Msw bepaalt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld omtrent het opmaken, bewaren, overleggen en afdragen van gegevens door natuurlijke personen, rechtspersonen of samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen of rechtspersonen die meststoffen produceren, verhandelen, gebruiken of verwerken.

Deze algemene maatregel van bestuur is het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (het Uitvoeringsbesluit). Artikel 41, eerste lid, aanhef en onder f, van het Uitvoeringsbesluit bepaalt dat bij ministeriële regeling regels kunnen worden gesteld over het aanbrengen van aanduidingen op de opslagruimten voor meststoffen ter identificatie van deze ruimten.

Dit is nader uitgewerkt in artikel 49, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (de Uitvoeringsregeling). In dit artikellid is bepaald dat op de opslagruimten voor meststoffen, bedoeld in artikel 38, tweede lid, onderdeel a, van het besluit, de door de minister verstrekte registratienummers ter identificatie van de afzonderlijke opslagruimten worden aangebracht, op zodanige wijze dat het nummer steeds duidelijk zichtbaar en leesbaar is.

4.2.

De rechtbank stelt vast dat de mestsilo’s die zijn genoemd in het bestreden besluit, opslagruimten zijn zoals bedoeld in het Uitvoeringsbesluit en de Uitvoeringsregeling. Uit het rapport van de NVWA van 3 maart 2016 is gebleken dat de NVWA-inspecteurs tijdens hun bezoek aan het bedrijfsterrein van eiseres geen zichtbare registratie van de betreffende mestopslagen, die bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geregistreerd zijn, hebben aangetroffen. Eiser heeft naar aanleiding van deze constatering ten overstaan van de inspecteurs hierover verklaard dat hij niet wist dat zichtbare registratie verplicht was en dat mestsilo met nummer 104520...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT