Uitspraak Nº AWB 18_2935. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2018-12-20

ECLIECLI:NL:RBZWB:2018:7087
Docket NumberAWB 18_2935
Date20 Diciembre 2018
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 18/ 2935 BELEI

uitspraak van 20 december 2018 van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiser] , te [woonplaats] , eiser,

gemachtigde: mr. D.H.J. Kochx,

en

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder (de minister).
Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 21 maart 2018 (bestreden besluit) van de minister inzake de vaststelling van de subsidie voor rijksmonument het Groot Arsenaal, gelegen aan de Rijtuigweg 44 te Bergen op Zoom.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 19 november 2018. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.C.E. van Ling, mr. K. El Addouti en ing. A. Schut.

Overwegingen

1. Feiten

Op 1 september 2008 heeft eiser een aanvraag ingediend voor subsidie, zoals bedoeld in het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim), voor rijksmonument het Groot Arsenaal, gelegen aan de Rijtuigweg 44 te Bergen op Zoom, met monumentnummer 531079 (het rijksmonument). Bij de aanvraag was het daarbij behorende instandhoudingsplan gevoegd.

Bij besluit van 12 juni 2009 heeft de minister aan eiser ten behoeve van het rijksmonument een subsidie verleend ter hoogte van 50% van de subsidiabele kosten, te weten € 500.000,-. Deze subsidie is gebaseerd op het instandhoudingsplan voor de periode van 2009 tot en met 2014. Tegen dit besluit tot subsidieverlening zijn geen rechtsmiddelen aangewend, zodat het in rechte vast is komen te staan.

Uiterlijk op 31 maart 2015 (drie maanden na afloop van het laatste kalenderjaar waarover de subsidie is verleend) had eiser een aanvraag voor de subsidievaststelling moeten indienen. Vanwege het ontbreken van deze aanvraag heeft de minister bij brief van 30 augustus 2016 aan eiser het voornemen kenbaar gemaakt om de aan hem verleende subsidie vast te stellen op € 0,00.

Op 27 september 2016 heeft eiser per e-mail stukken ingediend. De minister heeft deze e‑mail aangemerkt als aanvraag voor de subsidievaststelling.

Bij besluit van 9 augustus 2017 (primair besluit) heeft de minister de subsidie op € 72.832,00 vastgesteld. Bij het bestreden besluit heeft de minister de bezwaren van eiser ongegrond verklaard.

2. Beroepsgronden

Eiser heeft in beroep aangevoerd dat de minister ten onrechte de facturen van [bedrijf 1] buiten de vaststelling van het subsidiebedrag heeft gehouden. Dat de vader van eiser de eigenaar is van [bedrijf 1] , betekent niet dat de facturen niet betrouwbaar zouden zijn.

Eiser overlegt nota’s en urenspecificaties van [bedrijf 1] , waaruit volgens hem precies blijkt in welke periode welke werkzaamheden zijn verricht en dat het grotendeels subsidiabele kosten betreffen.

Ten aanzien van het voegwerk stelt eiser dat hij alle beschikbare nota’s van [bedrijf 2] aan [bedrijf 1] heeft verstrekt. [bedrijf 2] heeft alleen voegwerk verricht aan de buitenzijde, dus het zijn subsidiabele kosten. Eiser heeft gesteld dat hij nog een verklaring...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT