Uitspraak Nº AWB 18_3204. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2018-12-20

ECLIECLI:NL:RBZWB:2018:7043
Date20 Diciembre 2018
Docket NumberAWB 18_3204
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 18/3204 WET

uitspraak van 20 december 2018 van de meervoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [woonplaats eiseres] , eiseres,

gemachtigde: mr. P.J.G. Poels,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.

Als derde partij hebben aan het geding deelgenomen:

[belanghebbende 1] en

[belanghebbende 2] ,

beide te [vestigingsplaats 1] ,

hierna samen te noemen: [belanghebbende 3] ,

gemachtigde: mr. C.G.J.M. Termaat.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 27 maart 2018 (bestreden besluit) van het college inzake de afwijzing van haar aanvraag om een tegemoetkoming in de planschade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) als gevolg van de inwerkingtreding van bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ”.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 1 november 2018, tegelijk met het onderzoek in 21 andere beroepen over verzoeken om planschade in verband met de inwerkingtreding van bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ”.

Eiseres is niet verschenen, maar heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.

Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.A.C.J.M. Willemse. Hij heeft zich laten vergezellen door mr. A.A.M. Bruggeman KRMT en mr. J.H.J. van Erk van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) als deskundigen.

[belanghebbende 3] heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Daarnaast is [naam projectdirecteur] , projectdirecteur, verschenen namens [belanghebbende 3] Ten slotte is namens [belanghebbende 3] mr. ing. J. de Vries RT van De Lorijn Raadgevers o.g. als deskundige verschenen.

De termijn voor het doen van uitspraak is ter zitting verlengd.

Overwegingen

1 Feiten

Eiseres is eigenaresse van de woning gelegen aan de [adres] .

Op 17 februari 2014 heeft de gemeenteraad van de gemeente Tilburg het bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ” vastgesteld. Dit bestemmingsplan is op 8 augustus 2014 in werking getreden en op 20 november 2014 onherroepelijk geworden. Bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ” is de planologische basis voor het realiseren van een woonwijk met circa 380 woningen met bijbehorende voorzieningen op een dichtbij eiseres’ woning gelegen gebied dat onder het direct voorafgaand aan bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ” geldende bestemmingsplan onder meer bestemd was voor agrarische doeleinden.

Eiseres heeft op 14 april 2016 een aanvraag gedaan voor een tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wro. Aan de aanvraag heeft zij - samengevat - ten grondslag gelegd dat door de planologische verandering de waarde van haar woning is verminderd.

Het college heeft het verzoek ter advisering voorgelegd aan de SAOZ. De SAOZ heeft haar advies neergelegd in een rapport van oktober 2017.

Bij besluit van 11 oktober 2017 (primair besluit) heeft het college de aanvraag onder verwijzing naar en met overneming van het advies van de SAOZ afgewezen. Volgens het college had eiseres ten tijde van de aankoop van haar woning op basis van concrete en bekendgemaakte beleidsdocumenten rekening kunnen houden met de ontwikkeling van een woonwijk op de locatie van bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ”.

Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Het bezwaar is toegelicht tijdens de hoorzitting van de commissie bezwaarschriften van 22 februari 2018.

Ook een vertegenwoordiging van [belanghebbende 3] was bij de hoorzitting aanwezig. In het kader van de totstandkoming van bestemmingsplan [naam bestemmingsplan] ” is een samenwerkingsovereenkomst gesloten op grond waarvan [belanghebbende 2] derde-belanghebbende is in procedures waarin in verband met de inwerkingtreding van bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ” een tegemoetkoming in planschade is gevraagd. Den [belanghebbende 2] is beherend vennoot van [belanghebbende 1] Op grond van de samenwerkingsovereenkomst is [belanghebbende 1] de partij die zorgdraagt voor de betaling aan de gemeente van door het college toegekende en uitgekeerde tegemoetkomingen.

Bij het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.

2 De wettelijke grondslag voor toekenning van een tegemoetkoming

Artikel 6.1, eerste lid, van de Wro bepaalt, voor zover van belang, dat burgemeester en wethouders degene die in de vorm van een vermindering van de waarde van een onroerende zaak schade lijdt of zal lijden als gevolg van een in het tweede lid genoemde oorzaak, op aanvraag een tegemoetkoming toekennen, voor zover de schade redelijkerwijs niet voor rekening van de aanvrager behoort te blijven.

Het tweede lid, aanhef en onder a bepaalt dat een oorzaak als bedoeld in het eerste lid een bepaling van een bestemmingsplan is.

3 Advisering door de SAOZ

Het college heeft, naast deze aanvraag, ook andere aanvragen ontvangen voor een tegemoetkoming in de planschade. Het college heeft de aanvragen ter advisering voorgelegd aan de SAOZ en heeft de besluitvorming in dit geval ook gebaseerd op het advies van de SAOZ.

Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT