Uitspraak Nº AWB 19/2986 en AWB 19/2987. Rechtbank Den Haag, 2019-09-24

ECLIECLI:NL:RBDHA:2019:10098
Date24 Septiembre 2019
Docket NumberAWB 19/2986 en AWB 19/2987
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam

Bestuursrecht

zaaknummers: AWB 19/2986 (beroep)

AWB 19/2987 (voorlopige voorziening)

V-nummer: 130.509.3252

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken en de voorzieningenrechter van 24 september 2019 in de zaken tussen

[eiser/verzoeker] ,

geboren op [geboortedag] 1974, van Nigeriaanse nationaliteit, eiser en verzoeker, hierna te noemen: eiser

(gemachtigde: mr. J. Singh),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Oba).

Procesverloop

Bij besluit van 2 oktober 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser van 24 mei 2018 tot verlenging van zijn verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet (Vw) 2000 onder de beperking humanitair afgewezen. Het daartegen gemaakte bezwaar is bij besluit van 26 maart 2019 (het bestreden besluit) ongegrond verklaard.

Op 17 april 2019 heeft de rechtbank het beroepschrift van eiser ontvangen. Bij brief van dezelfde datum is verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt de uitzetting te verbieden totdat op het beroep is beslist. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2019. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn voornoemde gemachtigde. Ook was de partner van eiser ter zitting aanwezig. De rechtbank/voorzieningenrechter (hierna: rechtbank) heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

Ten aanzien van het beroep

Inleiding

1. De verblijfsvergunning van eiser is op 20 september 2017 ingetrokken per 12 juli 2016, omdat eiser zijn hoofdverblijf zou hebben verplaatst. Eiser heeft op 24 mei 2018 een aanvraag gedaan voor verlenging van zijn verblijfsvergunning.

Besluitvorming

2.1.

Verweerder heeft de aanvraag van eiser in het primaire besluit afgewezen, omdat eiser zijn aanvraag niet tijdig heeft ingediend. Nu eiser geen bezwaar heeft ingediend tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning wegens het verplaatsen van zijn hoofdverblijf, staat dit volgens verweerder in rechte vast. Eiser heeft bevestigd dat hij van 12 juli 2016 tot 18 april 2018 zijn hoofdverblijf naar Nigeria heeft verplaatst. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat hij in Nigeria heeft moeten verblijven in verband...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT