Uitspraak Nº AWB 19/6538. Rechtbank Den Haag, 2020-01-02

ECLIECLI:NL:RBDHA:2020:234
Docket NumberAWB 19/6538
Date02 Enero 2020
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 19/6538

V-nummer: [nummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] eiseres

(gemachtigde: mr. H.A.C. Klein Hesselink),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. N. Hamzaoui).

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 14 mei 2019 (het bestreden besluit).

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 november 2019. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] en bezit de Nigeriaanse nationaliteit.

Zij verblijft sinds 2014 in Nederland. Eiseres is van 1 september 2014 tot 1 mei 2016 in het bezit geweest van verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘studie’ en deze is verlengd van 11 juli 2016 tot 28 maart 2017. Vervolgens is de verblijfsvergunning steeds verlengd van 28 maart 2017 tot 14 oktober 2019 onder de beperkingen ‘het zoeken naar en het verrichten van arbeid al dan niet in loondienst’ en ‘arbeid als kennismigrant’.

2. Eiseres heeft verweerder bij brief van 10 april 2019 gevraagd een verblijfsgat, dat is ontstaan in de periode 1 mei 2016 tot 11 juli 2016, teniet te doen.

3. Verweerder heeft de brief van 10 april 2019 aangemerkt als een bezwaarschrift, gericht tegen het ontstane verblijfsgat en daarmee tegen het verblijfspasje waarop de ingangsdatum van 11 juli 2016 is vermeld.

4. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaarschrift kennelijk ongegrond verklaard. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het verblijfsgat onherroepelijk is.

5. Eiseres voert aan dat haar brief van 10 april 2019 geen bezwaarschrift is, maar een verzoek om heroverweging. Indien haar brief toch als bezwaarschrift wordt aangemerkt, kan verweerder niet stellen dat het verblijfsgat onherroepelijk is. Verweerder had het bezwaarschrift dan niet-ontvankelijk moeten verklaren in plaats van ongegrond.

Ook voert eiseres aan dat de te late indiening van het bezwaarschrift haar niet kan worden toegerekend. Het besluit om haar verblijfsvergunning te verlengen is destijds alleen aan de Hanzehogeschool bekend gemaakt en niet aan haar persoonlijk. Eiseres heeft alleen de verblijfspas opgehaald...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT