Uitspraak Nº AWB - 19 _ 1882 (3). Rechtbank Limburg, 2020-02-18

ECLIECLI:NL:RBLIM:2020:1280
Docket NumberAWB - 19 _ 1882 (3)
Date18 Febrero 2020
RECHTBANK limburg

Zittingsplaats Roermond

Bestuursrecht

Zaaknummer: ROE 19/1882

Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 februari 2020 in de zaak tussen [eiser]

(gemachtigde: mr. A.M. Holmes),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Maastricht, verweerder

(gemachtigde: mr. M.C.W. Ploum).

Procesverloop

Op 27 november 2018 heeft verweerder aan eiser een naheffingsaanslag parkeerbelasting (het primaire besluit) opgelegd.

Bij besluit van 6 juni 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het daartegen gerichte bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft de stukken die op de zaak betrekking hebben en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 december 2019. Eiser is in persoon verschenen, verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Tussen partijen is niet in geschil dat de auto van eiser op 27 november 2018 omstreeks 11:26 uur aan de [adres] geparkeerd stond op een plaats waar met een bedrijfsparkeervergunning geparkeerd mag worden. Eiser beschikt over een bedrijfsparkeervergunning, maar die was op dat tijdstip niet gekoppeld aan het kenteken van de auto die eiser daar had geparkeerd.

2. Eiser voert in beroep aan dat hij direct na het parkeren naar zijn kantoor is gegaan om de bedrijfsparkeervergunning op het kenteken van de geparkeerde auto te zetten. Ter zitting heeft eiser verklaard dat hij op dat moment de voor die omzetting noodzakelijke gegevens, uit veiligheidsoverwegingen, alleen op zijn kantoor ter beschikking had. Om de route tussen parkeerplaats en kantoor af te leggen en het kenteken om te zetten, zijn vijf tot zeven minuten nodig. Eiser vindt dat dit moet worden gezien als een uitvoeringshandeling tot het voldoen van de parkeerbelasting.

3. Op grond van artikel 234, tweede lid, onder a, van de Gemeentewet moet de parkeerbelasting bij aanvang van het parkeren worden voldaan. Volgens vaste jurisprudentie moet een parkeerder daarbij een, gelet op de omstandigheden, redelijke tijd hebben voor het verrichten van uitvoeringshandelingen tot voldoening van de belasting. Wel dient de parkeerder onverwijld en onafgebroken uitvoeringshandelingen te verrichten om de verschuldigde belasting te betalen.

4. Hoewel het op kenteken zetten van een bedrijfsparkeervergunning een uitvoeringshandeling tot...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT