Uitspraak Nº AWB - 19 _ 3349. Rechtbank Noord-Holland, 2020-04-24

ECLIECLI:NL:RBNHO:2020:2822
Docket NumberAWB - 19 _ 3349
Date24 Abril 2020
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 19/3349

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 april 2020 in de zaak tussen [X] , wonende te [Z] , eiser

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Eindhoven, verweerder.
Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 20 februari 2019 voor het jaar 2017 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: ib/pvv) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.949. Daarnaast is in hetzelfde geschrift bij beschikkingen belastingrente in rekening gebracht tot een bedrag van € 14 en een verzuimboete opgelegd van € 5.278.

Verweerder heeft op 26 februari 2019 een bezwaarschrift ontvangen.

Verweerder heeft op 12 juni 2019 een ingebrekestelling ontvangen.

Verweerder heeft bij beslissing van 13 juni 2019 het verzoek om een dwangsom afgewezen.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 17 juni 2019 de aanslag en de beschikking belastingrente gehandhaafd en de boete verminderd naar € 369.

Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De rechtbank heeft op 7 augustus 2019, op 20 september 2019, op 12 december 2019 en op 6 maart 2020 nadere stukken van eiser en op 9 maart nadere stukken van verweerder ontvangen. De stukken zijn telkens in afschrift verzonden aan de wederpartij.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 maart 2020 te Haarlem.

Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.H. van Wier.

Overwegingen

Feiten

1. Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 28 februari 2018 een uitnodiging voor het doen van aangifte ib/pvv 2017 toegezonden.

2. Verweerder heeft eiser met dagtekening 5 juni 2018 een herinneringsbrief en met dagtekening 5 juli 2018 een aanmaning toegezonden. In de aanmaningsbrief is eiser te kennen gegeven dat de aangifte ib/pvv 2017 uiterlijk 19 juli 2018 bij verweerder binnen moet zijn.

3. Omdat verweerder op genoemde datum geen aangifte had ontvangen, heeft verweerder de aanslag ib/pvv 2017 met dagtekening 20 februari 2019 ambtshalve vastgesteld.

Geschil
4. In geschil is of verweerder terecht en tot het juiste bedrag een verzuimboete heeft opgelegd en of het te betalen bedrag juist is berekend.

5. Voor de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de stukken van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT