Uitspraak Nº AWB - 19 _ 558. Rechtbank Gelderland, 2020-04-10

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:2198
Date10 Abril 2020
Docket NumberAWB - 19 _ 558
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)
RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 19/558

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe (voorheen: gemeente Geldermalsen) te Geldermalsen, verweerder.

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [derde-partij], te [woonplaats] .

Procesverloop

Bij besluit van 7 juni 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder een last onder dwangsom opgelegd aan de derde-partij.

Bij besluit van 20 december 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder naar aanleiding van het bezwaar van eiseres het primaire besluit met aanvulling van de motivering in stand gelaten.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 januari 2020. De rechtbank heeft de zaak ter zitting, tezamen met zaak 19/1347 behandeld. Na de zitting zijn de zaken gesplitst en zal in de zaken afzonderlijk uitspraak worden gedaan.

Eiseres is verschenen. Namens verweerder zijn L.C. van ’t Hof en P.H. Spée verschenen.

De derde-partij is met [naam] verschenen.

Overwegingen

In de bijlage bij de uitspraak staan de in de uitspraak genoemde artikelen.

1. Eiseres heeft op 18 september 2017 verweerder verzocht om handhavend op te treden tegen activiteiten op het perceel van de derde-partij, [perceel] . Dit perceel grenst aan het perceel van eiseres.

Verweerder heeft vervolgens het perceel van de derde-partij gecontroleerd en heeft meerdere overtredingen vastgesteld. Verweerder heeft bij besluit van 9 januari 2018 het verzoek om handhaving van eiseres toegewezen. Op 8 januari 2018 is aan de derde-partij een voornemen tot handhavend optreden verzonden. Verweerder heeft op 3 april 2018 besloten om aan de derde-partij een last onder dwangsom op te leggen. Deze last onder dwangsom zag op het verwijderen en verwijderd houden van:

  1. de schaftwagen/ pipowagen.

  2. de opgeslagen fruitkisten.

  3. de opgeslagen boomstammen.

  4. het zonder omgevingsvergunning aangelegde pad tussen de stelconplaten en de uitrit [uitrit] , of het indienen van een ontvankelijke aanvraag voor een omgevingsvergunning voor dit pad.

  5. de binnen een afstand van 50 meter tot nabij gelegen woningen aangeplante fruitbomen, zodat voldoende afstand wordt gehouden in verband met gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Op 11 april 2018 heeft de burgemeester met de derde-partij gesproken. Daarbij wilde hij het besluit van 3 april 2018 aan de derde-partij bekendmaken door het aan hem uit te reiken. Omdat de derde-partij op dat moment heeft aangegeven te willen voldoen aan de opgesomde lasten is het besluit van 3 april 2018 niet uitgereikt en verzonden. Verweerder heeft in het besluit van 19 april 2018 de opschorting van de last onder dwangsom vastgelegd.

Vervolgens is in het besluit van 7 juni 2018 (het primaire besluit) vastgesteld dat de derde-partij aan de lasten, zoals opgenomen in het besluit van 3 april 2018, heeft voldaan, behalve aan de last met betrekking tot het verwijderen van de fruitkisten. Daarom heeft verweerder het besluit van 3 april 2018 ingetrokken en is alleen tegen de fruitkisten handhavend opgetreden. De opgestapelde fruitkisten zijn volgens verweerder een bouwwerk waarvoor geen omgevingsvergunning is verleend1. Verweerder heeft de derde-partij gelast om de overtreding ongedaan te maken door de bouwwerken...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT