Uitspraak Nº AWB - 19 _ 3451. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-04-29

ECLIECLI:NL:RBZWB:2020:1994
Date29 Abril 2020
Docket NumberAWB - 19 _ 3451
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 19/3451 WOB

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 april 2020 in de zaak tussen [naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser

gemachtigde: mr. S. Oord, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk, verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 6 december 2018 heeft het college beslist op een door eiser ingediend verzoek om stukken openbaar te maken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Het college heeft 37 stukken openbaar gemaakt, waarbij in sommige stukken bepaalde delen tekst zwart zijn gemaakt. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.

In het besluit van 7 februari 2019 heeft het college het besluit van 6 december 2018 ingetrokken. Het college heeft opnieuw beslist op het door eiser ingediende Wob-verzoek. Het college heeft 64 stukken openbaar gemaakt, waarbij in sommige stukken bepaalde delen tekst zwart zijn gemaakt. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.

In het besluit van 29 mei 2019 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van eiser gegrond verklaard. Het college heeft het besluit van 7 februari 2019 herroepen. Het college heeft 161 stukken openbaar gemaakt, waarbij in sommige stukken bepaalde delen tekst zwart zijn gemaakt.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De rechtbank beschikte niet over de originele (ongecensureerde) versie van de stukken waarin bepaalde delen tekst zwart waren gemaakt en heeft deze bij het college opgevraagd. Het college heeft vervolgens 8 documenten opgestuurd en heeft daarbij meegedeeld dat alleen de rechtbank kennis mag nemen van deze ongecensureerde stukken1. De rechtbank heeft op 4 februari 2020 beslist dat beperking van de kennisneming van die stukken gerechtvaardigd is. Dit betekent dat eiser deze stukken – vooralsnog – niet te zien krijgt. Eiser heeft de rechtbank vervolgens toestemming gegeven om die ongecensureerde stukken mee te nemen in haar beoordeling van eisers beroep2.

Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 5 februari 2020. Hierbij waren aanwezig eiser, zijn gemachtigde, en [naam vertegenwoordiger] namens het college.

De rechtbank heeft de uitspraaktermijn verlengd.

Overwegingen

Waar gaat het in deze zaak om ?

1. Eiser heeft het college gevraagd om bepaalde stukken openbaar te maken.
Het college vindt dat zij aan dit verzoek heeft voldaan. Eiser is het daar niet mee eens en heeft in beroep 38 punten genoemd waarom hij het er niet mee eens is. De rechtbank heeft deze punten geclusterd en zal die hieronder per cluster bespreken.

Zwartgemaakte tekstdelen (eisers punten: 7, 8, 10, 11, 13, 20, 29, 31 en 35)

2. Het college heeft 9 documenten openbaar gemaakt waarbij bepaalde delen tekst zwart zijn gemaakt. Het college heeft daarvoor als reden gegeven dat er geen informatie wordt verstrekt over persoonlijke beleidsopvattingen die opgenomen zijn in documenten ten behoeve van intern beraad3. Eiser wil van de rechtbank weten of dit terecht is geweest.

3. De rechtbank stelt vast dat er in 9 documenten tekst zwart is gemaakt, terwijl zij van het college maar 8 ongecensureerde documenten heeft gekregen. Dit heeft echter geen gevolgen voor de behandeling van het beroep. De vertegenwoordiger van het college heeft namelijk tijdens de zitting naar aanleiding van vragen van de rechtbank over de zwartgemaakte teksten toegezegd dat 7 documenten alsnog in zijn geheel openbaar worden gemaakt en 1 van die documenten betreft het document wat de rechtbank niet in haar bezit heeft, te weten de e-mail van 14 maart 2018 van de vertegenwoordiger van het college aan [naam persoon1] (processtuk 40). Het is daarom niet meer nodig dat de rechtbank alsnog de beschikking krijgt over dat ene ongecensureerde document. Behalve deze e-mail van
14 maart 2018 zullen ook de volgende 6 documenten alsnog in zijn geheel openbaar worden gemaakt:
a. de e-mail van 29 juni 2016 van [naam persoon2] aan [naam persoon3] ;
b. de e-mail van 31 oktober 2016 van [naam persoon4] aan [naam persoon2] ;
c. de e-mail van 15 november 2016 van [naam persoon2] aan [naam persoon4] en [naam persoon3] ;
d. de e-mail van 8 februari 2017 van [naam persoon2] aan [naam persoon3] ;
e. de e-mail van 15 november 2017 van de vertegenwoordiger van het college aan [naam persoon5] ;
f. de concept intentieovereenkomst met opmerkingen.

4. Nu bovenstaande 7 documenten alsnog ongecensureerd openbaar zullen worden gemaakt door het college, is het beroep van eiser om die reden al gegrond. De rechtbank zal in de verdere uitspraak beoordelen of zij tot een definitieve geschilbeslechting kan komen.

5. Op het punt van de zwartgemaakte teksten gaat het thans alleen nog om de volgende 2 documenten:

  • -

    Een document van [naam persoon3] van 12 oktober 2015 (processtuk 10);

  • -

    Een e-mail van 28 september 2017 van [naam persoon1] aan het college (processtuk 89).

Ten aanzien van processtuk 10 heeft de vertegenwoordiger van het college tijdens de zitting gezegd dat een deel van de zwartgemaakte tekst openbaar gemaakt zal worden. Dit betreft het kopje ‘aanbevelingen’ met daaronder 2 aanbevelingen. Ten aanzien van de laatste alinea van processtuk 10 en de zwartgemaakte tekst in processtuk 89 stelt de vertegenwoordiger van het college zich nog steeds op het standpunt dat het gaat om persoonlijke beleidsopvattingen ten behoeve van intern...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT