Uitspraak Nº AWB 19/5707. Rechtbank Den Haag, 2020-07-01
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2020:5943 |
Date | 01 Julio 2020 |
Docket Number | AWB 19/5707 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 19/5707
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 1 juli 2020 in de zaak tussen
geboren op [geboortedatum] , van Dominicaanse nationaliteit,
eiseres,
V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. J. van Bennekom, advocaat te Amsterdam),
en
verweerder.
Bij besluit van 11 februari 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verstrekken van een document als bedoeld in artikel 9 Vreemdelingenwet 2000 (Vw) afgewezen.
Bij besluit van 10 juli 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft op 1 mei 2020 een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 mei 2020. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Tevens is [referent] (referent) verschenen. Als tolk is L. Visser verschenen. Verweerder is niet verschenen.
Overwegingen
-
Eiseres en referent zijn op 5 juli 1998 op Sint Maarten getrouwd. Referent heeft de Nederlandse nationaliteit. Zij hebben enige tijd op Sint Maarten gewoond. Referent is voor behandeling van zijn psychische klachten in 2015 naar Nederland terug verhuisd. Uit een afschrift van de basisregistratie personen van de gemeente Amsterdam blijkt dat referent per 6 februari 2016 in Amsterdam woont. Aan eiseres is een visum, om referent te kunnen vergezellen, aanvankelijk geweigerd. Later is haar toch een visum verstrekt en zij verblijft nu ook in Nederland.
-
Verweerder heeft de aanvraag van eiseres afgewezen, omdat geen sprake is van een zodanige afhankelijkheidsrelatie dat eiseres op grond van artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voor een van referent afgeleid verblijfsrecht in aanmerking komt. Ook kan referent geen rechten kan ontlenen aan artikel 21 VWEU en de daaruit voortvloeiende Richtlijn 2004/38 nu niet is gebleken dat referent kan worden aangemerkt als gemeenschapsonderdaan.
3. Eiseres voert, samengevat, aan dat zij op grond van artikel 20 VWEU in aanmerking komt voor een afgeleid verblijfsrecht. Bij toetsing aan artikel 20 VWEU gaat het allereerst om het grondrecht om in de eigen lidstaat gevestigd te zijn. De vraag naar een zodanig afhankelijkheid...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT