Uitspraak Nº AWB- 19_3520 en AWB- 19_3521. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-02-07

ECLIECLI:NL:RBZWB:2020:536
Date07 Febrero 2020
Docket NumberAWB- 19_3520 en AWB- 19_3521
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummers: BRE 19/3520 ACTMIL en 19/3521 GEMWT

uitspraak van 7 februari 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [naam eiseres] , te [naam woonplaats] , eiseres,

gemachtigde: mr. drs. H.A. Pasveer

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen, verweerder.

Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:

[naam derde partij] , te [naam woonplaats] ,

gemachtigde: mr. R.H.U. Keizer.

Procesverloop

Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de last onder dwangsom van 27 februari 2019 tot het doen beëindigen van de overtreding van artikel 2.17, vijfde lid, van het Activiteitenbesluit (geluidsnormen) op het bedrijfsterrein aan de [adres 2] en tegen de last onder dwangsom van 12 maart 2019 tot het doen beëindigen van het overnachten van chauffeurs in vrachtwagens op dit terrein. Bij besluit van 26 maart 2019 (bestreden besluit I) heeft verweerder, onder verwijzing naar de hiervoor genoemde lasten onder dwangsom, het bezwaar van derde partij gedeeltelijk gegrond verklaard (19/3520 ACTMIL).

Ook heeft eiseres bezwaar gemaakt tegen het besluit van 17 juni 2019 (bestreden besluit II) waarbij verweerder een bedrag van € 15.000,-- aan verbeurde dwangsommen heeft ingevorderd wegens overtreding van de last onder dwangsom tot het doen beëindigen van het overnachten van chauffeurs in vrachtwagens op het terrein aan de [adres 2] (19/3521 GEMWT).

Verweerder heeft de bezwaarschriften met toepassing van artikel 5:39, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) doorgezonden naar de rechtbank ter behandeling als beroepschriften.

Het onderzoek ter zitting heeft in beide zaken plaatsgevonden in Breda op 24 januari 2020. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. H.A. Pasveer en [naam vertegenwoordiger 1] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam vertegenwoordiger 2] , [naam vertegenwoordiger 3] , [naam vertegenwoordiger 5] en [naam vertegenwoordiger 6] . Derde partij is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. M. van der Veer, kantoorgenoot van haar gemachtigde.

Overwegingen Feiten

1. Derde partij, woonachtig aan de [adres 1] te [naam woonplaats] , heeft op 5 september 2018 aan verweerder verzocht om handhavend op te treden tegen de overlast die zij ondervindt van eiseres aan de [adres 2] .

Bij het primaire besluit van 4 oktober 2018 heeft verweerder dit verzoek afgewezen. Hij heeft daarbij aangegeven dat een akoestisch onderzoek gaande is en dat hij de resultaten van dit onderzoek wil afwachten. Voor wat betreft de overige door derde partij ondervonden overlast heeft verweerder aangegeven dat inmiddels geen overtredingen van het Activiteitenbesluit meer zijn geconstateerd.

Tegen dit besluit heeft derde partij een bezwaarschrift ingediend.

Bij bestreden besluit I heeft verweerder de bezwaren van derde partij gedeeltelijk gegrond verklaard. In de gegrondverklaring wordt gerefereerd aan twee (inmiddels genomen) lasten onder dwangsom, te weten:

1. de last onder dwangsom van 27 februari 2019 tot het doen beëindigen van de overtreding van artikel 2.17, vijfde lid, van het Activiteitenbesluit (geluidsnormen) op het terrein aan de [adres 2] ;

2. de last onder dwangsom van 12 maart 2019 tot het beëindigen van het overnachten van chauffeurs in vrachtwagens op het terrein aan de [adres 2] wegens strijd met artikel 2.1, eerste lid, van de Wabo. Daarbij is eiseres een termijn gegund van één week na verzending van de last. Indien na afloop van deze termijn geconstateerd wordt dat de last is overtreden dan verbeurt eiseres een dwangsom van € 15.000,- ineens.

Tegen beide lasten onder dwangsom heeft eiseres een bezwaarschrift ingediend. Dit bezwaarschrift is door verweerder naar de rechtbank doorgestuurd ter behandeling als beroepschrift.

Voorts heeft verweerder bij bestreden besluit II een bedrag van € 15.000,- aan verbeurde dwangsommen ingevorderd omdat geconstateerd is dat een chauffeur heeft overnacht in een vrachtwagen op het bedrijfsterrein van eiseres. Het daartegen ingediende bezwaarschrift heeft verweerder eveneens naar de rechtbank doorgestuurd ter behandeling als beroepschrift.

Lasten onder dwangsom (bestreden besluit I - 19/3520...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT