Uitspraak Nº AWB-19_3794. Rechtbank Den Haag, 2020-04-28
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2020:3943 |
Date | 28 Abril 2020 |
Docket Number | AWB-19_3794 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 19/3794
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 28 april 2020 in de zaak tussen
eiser,
V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. E.C. Kaptein, advocaat te Amsterdam),
en
verweerder.
Bij besluit van 1 september 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis bij [referente] (referente) afgewezen.
Bij besluit van 16 juli 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Bij uitspraak van 27 december 2018, AWB 18/6015, heeft deze rechtbank en zittingsplaats het beroep van eiser gegrond verklaard.
Bij uitspraak van 9 mei 2019, 201900718/1/V1, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) het hoger beroep van verweerder gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank van 27 december 2018 vernietigd en de zaak teruggewezen naar de rechtbank.
Bij brief van 20 mei 2019 heeft eiser een nader stuk ingediend. De rechtbank heeft verweerder gevraagd om een schriftelijke reactie op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof) van 13 maart 2019 in zaak C‑635/17 (ECLI:EU:C:2019:192; hierna: het arrest). Bij brief van 24 juni 2019 heeft verweerder een reactie ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 juli 2019. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder is, met bericht, niet verschenen.
1. De rechtbank betrekt bij de beoordeling de volgende feiten. Eiser, geboren op [geboortedatum] en van Eritrese nationaliteit, wenst verblijf bij referente in Nederland. Aan referente is op 13 september 2016 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend. Eiser stelt gehuwd te zijn met referente.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de afwijzing van eisers aanvraag gehandhaafd. Verweerder neemt bewijsnood aan ten aanzien van het overleggen van documenten waarmee eiser zijn identiteit kan aantonen. Maar de overgelegde huwelijksakte heeft Bureau Documenten vals bevonden. Nu eiser geen contra-expertise heeft laten uitvoeren, volgt verweerder de conclusie van Bureau...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT