Uitspraak Nº AWB- 19_4116 VV. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2019-09-10

ECLIECLI:NL:RBZWB:2019:4001
Date10 Septiembre 2019
Docket NumberAWB- 19_4116 VV
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 19/4116 WABOA VV

uitspraak van 10 september 2019 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen [naam verzoekers], gevestigd te [vestigingsplaats verzoekers], verzoekster,

gemachtigden: mr. F.C.S. Warendorf, drs. H. Hirsch en J.J. van Dommelen,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout, verweerder.

Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:

[naam belanghebbende] , te [woonplaats belanghebbende], vergunninghoudster.

Procesverloop

Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 2 juli 2019 van het college (bestreden besluit) inzake een aan vergunninghoudster verleende omgevingsvergunning voor het kappen van één boom nabij de Houtse Heuvel 14 te Den Hout. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 6 september 2019.

Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigden. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door S.E.J. Wuijts en M.J.J. Mol. Vergunninghoudster is verschenen.

Overwegingen

1. Feiten
Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting gaat de voorzieningenrechter uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Op 27 maart 2019 heeft vergunninghoudster bij het college een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het kappen van twee monumentale lindes (Tilia x europaea) die voor het pand van vergunninghoudster aan de Houtse Heuvel 14 te Den Hout staan (hierna: pand). Het pand wordt gebruikt als café ([naam café]). Vergunninghoudster wil de bomen kappen, omdat deze schade veroorzaken aan het pand en omdat de wortels van de bomen de bestrating opdrukken.

Bij besluit van 2 juli 2019 (primair besluit) heeft het college aan vergunninghoudster ten behoeve van het kappen van één monumentale leilinde een omgevingsvergunning verleend. Uit de bij de omgevingsvergunning behorende bijlage blijkt dat dit de linde is (hierna: boom) die het dichtst bij het pand van vergunninghoudster staat. De aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het vellen van de tweede linde heeft het college afgewezen.

Verzoekster heeft bij brief van 6 augustus 2019 bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit en heeft bij brief van 6 augustus 2019 een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend bij de rechtbank.
2. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende gebleken van een spoedeisend belang van verzoekster bij het treffen van een voorlopige voorziening. Niet alleen beschikt vergunninghoudster over een in werking getreden omgevingsvergunning voor het kappen van de boom, zodat de boom daadwerkelijk kan worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT