Uitspraak Nº AWB- 19_6178. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-06-18
ECLI | ECLI:NL:RBZWB:2020:2569 |
Docket Number | AWB- 19_6178 |
Date | 18 Junio 2020 |
Court | Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland) |
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 19/6178 WABOA
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, verweerder.
Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:
[naam belanghebbende] , te [plaatsnaam] , vergunninghouder.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 16 oktober 2019 (bestreden besluit) van verweerder inzake het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een dakterras op het perceel [perceel] te [plaatsnaam] (hierna: het perceel).
Het beroep is besproken op zitting in Breda op 4 juni 2020. Eiser en zijn gemachtigde waren daarbij aanwezig. Namens het college was daarbij aanwezig mr. P.C. la Croix Kaiser. Vergunninghouder is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.
1. Feiten
Eiser woont aan de [adres] te [plaatsnaam] .
Op 24 mei 2018 heeft eiser het college verzocht handhavend op te treden tegen het zonder omgevingsvergunning aanwezig hebben van een dakterras op het perceel. Bij besluit van 14 augustus 2018 heeft het college het handhavingsverzoek van eiser afgewezen. Op 24 september 2018 heeft eiser bezwaar gemaakt tegen die afwijzing.
Vergunninghouder heeft op 12 januari 2019 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het (legaliseren) bouwen van een dakterras op het perceel. Uit de daarbij behorende bouwtekeningen blijkt dat het gaat om het plaatsen van vlonderplanken en een afscheiding door middel van houten bloembakken (1 meter) met draadstaal (78 cm), die worden bevestigd op de vloerbalken en onderling worden gekoppeld.
Bij besluit van 6 maart 2019 (primair besluit) heeft het college de aangevraagde omgevingsvergunning verleend. Bij brief van 12 april 2019 heeft eiser bezwaar gemaakt tegen dat besluit.
Het college heeft het bezwaar van eiser bij bestreden besluit ongegrond verklaard. Bij besluit van 18 oktober 2019 heeft het college ook het bezwaar inzake het handhavingsverzoek ongegrond verklaard.
Eiser heeft bij brief van 28 november 2019 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar inzake de verlening van de omgevingsvergunning.
2. Beroepsgronden
Eiser heeft in beroep aangevoerd dat het college niet bevoegd was om de omgevingsvergunning te verlenen, omdat het dakterras in strijd is met de bouwregels uit bestemmingsplan Binnenstad. Daar heeft eiser aan toegevoegd dat het college niet bevoegd was om gebruik te maken van de in het bestemmingsplan neergelegde wijzigings-bevoegdheid, omdat niet aan de daarvoor gestelde voorwaarden is voldaan. Daarnaast heeft eiser gesteld dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van eiser.
3. Wettelijk kader
De relevante wettelijke bepalingen zijn opgenomen in een bijlage, die onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.
4. Omvang van het geding
De rechtbank stelt vast dat het college ten aanzien van het dakterras aan de [perceel] verschillende besluiten heeft genomen. Het verzoek om handhaving van eiser ten aanzien van het dakterras is afgewezen en zijn bezwaar daartegen is ongegrond verklaard. Daarnaast is ten aanzien van het perceel een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van het dakterras en is het daartegen gerichtte bezwaar van eiser ook ongegrond verklaard. De adviescommissie voor de bezwaarschriften Bergen op Zoom heeft in één advies geadviseerd over beide bezwaarschriften. Ter zitting heeft eiser aangegeven dat zijn beroep ziet op de beslissing op bezwaar inzake de omgevingsvergunning en niet op het handhavingsverzoek. De rechtbank oordeelt in deze zaak daarom niet over het handhavingsverzoek.
5. Beoordeling beroepsgronden
Eiser heeft aangevoerd dat het college niet bevoegd was om de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT