Uitspraak Nº AWB 20/2117. Rechtbank Den Haag, 2020-07-09

ECLIECLI:NL:RBDHA:2020:6967
Docket NumberAWB 20/2117
Date09 Julio 2020
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 20/2117

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam 1], eiseres

V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.A. van den Berg),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigden: mr. I. Lohmann-Kamphuis en mr. N.H.T. Jansen).

Procesverloop

Bij besluit van 28 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen de weigering om haar een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) te verlenen kennelijk ongegrond verklaard.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 juni 2020. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Tevens was aanwezig de heer [Naam 2] (referent). Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N.H.T. Jansen.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 1989 en de Kazachse nationaliteit te bezitten.

2. Op 1 november 2018 is eiseres gehuwd met referent. Hij is geboren op [geboortedatum 2] 1989 te Bishek (Sovjetunie) en bezit de Nederlandse nationaliteit. Referent verblijft sinds zijn zestiende levensjaar in Nederland. Tot januari 2019 is hij in loondienst werkzaam geweest als industrieel technicus. Per 19 juni 2019 voert referent zijn eigen onderneming ‘[naam onderneming]’.

3. Ten behoeve van het verblijf van zijn echtgenote in Nederland heeft referent een mvv voor het verblijfsdoel ‘familie en gezin’ aangevraagd. Bij besluit van 26 september 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder deze aanvraag afgewezen omdat niet aan het middelenvereiste is voldaan, nu het inkomen van referent als zelfstandig ondernemer nog niet gedurende anderhalf jaar verworven is en niet aannemelijk is gemaakt dat dit nog een jaar beschikbaar zal zijn.

4. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres kennelijk ongegrond verklaard.

5. Op wat eiseres daartegen aanvoert wordt hierna ingegaan.

De rechtbank oordeelt als volgt.

Beoordelingskader

6. Op grond van artikel 16, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vreemdelingenwet 2000 kan de aanvraag worden afgewezen indien de vreemdeling of de persoon bij wie hij wil verblijven niet zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.

7. Op grond van artikel 3.75, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 zijn middelen van bestaan in ieder geval duurzaam indien zij nog één jaar beschikbaar zijn op het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen of de beschikking wordt gegeven.

8. Op grond van artikel 3.20, eerste lid, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (VV) zijn middelen van bestaan uit arbeid als zelfstandige eerst duurzaam indien zij gedurende ten minste anderhalf jaar zijn verworven en nog een jaar beschikbaar zijn op het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen of de beschikking wordt gegeven.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT