Uitspraak Nº AWB - 20 _ 1244. Rechtbank Noord-Holland, 2020-07-24
ECLI | ECLI:NL:RBNHO:2020:5394 |
Docket Number | AWB - 20 _ 1244 |
Date | 24 Julio 2020 |
Court | Rechtbank Noord-Holland (Neederland) |
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/1244
(gemachtigde: [A] ),
en
Eiseres heeft bij brief van 21 januari 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bewaar van verweerder van 11 december 2019 inzake de aanslag OZB gebruiker niet woning voor het jaar 2019 voor de onroerende zaak [a]
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb griffierecht betalen. In een zaak als deze is het griffierecht op grond van artikel 8:41, tweede lid, van de Awb, € 354,-. Op grond van artikel 8:41, vijfde lid, van de Awb moet het griffierecht binnen vier weken na verzending van de mededeling van de griffier dat het verschuldigd is, zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, is het beroep op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
3. De griffier heeft bij brief van 13 maart 2020 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Eiseres heeft niet gereageerd. Vervolgens heeft de griffier bij aangetekend verzonden brief van 11 april 2020 eiseres nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Onderzoek in het Track&Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 15 april 2020 is bezorgd.
4. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Verder merkt de rechtbank op dat eiseres, gelet op de artikelen 6:5 en 6:6 van de Awb, ook in verzuim is geweest binnen de gestelde termijn de gronden van het beroep in te dienen Bij aangetekend verzonden brief van 12 maart 2020 is eiseres gewezen op dit verzuim en is zij verzocht om deze uiterlijk binnen vier weken na datum van verzending te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien eiseres niet aan dit verzoek voldoet, het...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT