Uitspraak Nº AWB- 20_6443 VV. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-07-28
ECLI | ECLI:NL:RBZWB:2020:3481 |
Date | 28 Julio 2020 |
Docket Number | AWB- 20_6443 VV |
Court | Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland) |
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/6443 BRP VV
uitspraak van 28 juli 2020 van de voorzieningenrechter op het verzoek om veroordeling in de proceskosten in de zaak tussen
gemachtigde: mr. C.G. Matze,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg, verweerder.
Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 2 april 2020 (bestreden besluit) van verweerder inzake de ambtshalve uitschrijving per 21 februari 2020 uit de basisregistratie personen (brp). Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 9 juli 2020. Verzoekster is verschenen, vergezeld van haar echtgenoot en bijgestaan door haar gemachtigde. Tevens zijn verschenen T. Benali-Agrandi, tolk in de Marokkaanse taal, en A. Boudan (van Zorg & Welzijn). Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door J.L.M. van den Broek.
Op de zitting heeft verzoekster het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, met het verzoek verweerder te veroordelen in de proceskosten. Verweerder heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid hierop te reageren.
1. Verzoekster stond in de brp ingeschreven op het adres [brp-adres verzoekster] in [woonplaats verzoekster]. Naar aanleiding van een adresonderzoek heeft verweerder geconcludeerd dat verzoekster feitelijk niet op dat adres woonachtig was. Bij besluit van 2 april 2020 heeft verweerder aan verzoekster medegedeeld dat zij met ingang van 21 februari 2020 is uitgeschreven uit de gemeente Geertruidenberg.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt. Tevens heeft zij een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, omdat uitschrijving uit de brp nadelige consequenties voor haar heeft.
Op de zitting van 9 juli 2020 is gebleken dat verzoekster per 1 juli 2020 weer in de brp is ingeschreven op het adres [brp-adres verzoekster] in [woonplaats verzoekster].
Vervolgens heeft verzoekster het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken.
2. De gemachtigde verzoekt namens verzoekster om verweerder te veroordelen in de proceskosten. Zij is van mening dat nu verzoekster de Nederlandse taal niet beheerst, het op de weg van verweerder lag om haar in te lichten over de inschrijving in de brp per 1 juli 2020. Dat verweerder dit...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT