Uitspraak Nº AWB 22/456 en 22/1503. Rechtbank Overijssel, 2022-10-20

ECLIECLI:NL:RBOVE:2022:3067
Docket NumberAWB 22/456 en 22/1503
Date20 Octubre 2022
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle

Bestuursrecht

zaaknummers: AWB 22/456 en 22/1503

uitspraak van de meervoudige kamer in de zaken tussen

1. [eiser 1]te [plaats] ,

2. [eiser 2]gemachtigde: [eiser 1] ,

eisers,

en

het college van burgemeester en wethouders van Deventer, verweerder,

gemachtigde: mr. A.M.M. Hutten-Bekemeier.

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [stichting], te Amsterdam,

Gemachtigde: mr. L. Sylaj.

Procesverloop

Verweerder heeft met een besluit van 10 september 2021 (het primaire besluit) aan de [stichting] te Amsterdam (hierna te noemen: de stichting) een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) verleend voor het verbouwen van een bestaande pastorie en nieuwbouw aansluitend op de bestaande pastorie en kerkgebouw op het perceel [adres 1] in Deventer.

Tegen dat besluit hebben eisers bezwaar gemaakt.

Op 18 november 2021 heeft verweerder een wijzigingsbesluit genomen waarbij het primaire besluit is aangevuld met een aantal voorschriften ter bescherming van de bomen die niet gekapt zullen worden maar die dichtbij de nieuwbouw zijn gesitueerd. De bezwaren van eisers zijn op grond van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van rechtswege mede gericht tegen dit wijzigingsbesluit.

Bij besluiten van 26 januari 2022 respectievelijk 27 januari 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de bezwaren van eisers deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond verklaard.

Tegen die besluiten hebben eisers beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eisers hebben bij brief van 27 augustus 2022 nog een reactie op het verweerschrift gegeven.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 september 2022. De beide beroepen zijn daarbij gelijktijdig behandeld. [eiser 1] (hierna te noemen: [eiser 1] ) is verschenen in zijn hoedanigheid van eiser en tevens als gemachtigde van de overige eisers in zaak nummer 22/456. Eiser [eiser 2] is verschenen, bijgestaan door [eiser 1] als zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en door R. Mensink en J.D. Oosterloo. De stichting heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, alsmede door [naam 1] (bestuurder) en [naam 2] .

Overwegingen
Waar gaan deze procedures over?
1.1

De stichting heeft een aantal jaar geleden de voormalige [kerk] aan de [adres 1] in Deventer aangekocht om hierin een school voor kleinschalig middelbaar onderwijs te realiseren.

1.2

Op 24 juli 2019 heeft verweerder aan de stichting een omgevingsvergunning verleend voor het intern verbouwen van de kerk ten behoeve van een onderwijsfunctie. Deze omgevingsvergunning is onherroepelijk. De school is in de loop van 2020 begonnen met het geven van onderwijs op deze locatie.

1.3

De bij de bestreden besluiten gehandhaafde omgevingsvergunning van 10 september 2021 is verleend voor het verbouwen van de bestaande pastorie en het realiseren van nieuwbouw aansluitend op de bestaande pastorie en de bestaande kerk. Er worden daarmee zeven extra leslokalen in de voormalige pastorie gecreëerd en in de nieuwbouw achter de pastorie komen nog eens vijf extra leslokalen.

De omgevingsvergunning is verleend voor de volgende activiteiten:

- bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1, eerste lid, sub a van de Wabo);

- handelen in strijd met het bestemmingsplan; bouwen buiten het bouwvlak (artikel 2.1,

eerste lid, sub c van de Wabo);

- wijzigen van een monument (artikel 2.2, eerste lid, sub b van de Wabo);

- aanleggen van een uitweg (artikel 2.2, eerste lid, sub e van de Wabo);

- vellen van een houtopstand (kappen van bomen) (artikel 2.2, eerste lid, sub g van de

Wabo).

1.4

Bij de bestreden besluiten heeft verweerder de bezwaren van een groot aantal bezwaarden om verschillende redenen niet-ontvankelijk verklaard. De bezwaren van een aantal bezwaarden zijn niet-ontvankelijk verklaard omdat deze niet tijdig zijn ingediend en in één geval omdat het bezwaarschrift niet was ondertekend en dat verzuim niet is hersteld. Voorts is een groot aantal bezwaren niet-ontvankelijk verklaard omdat de betreffende personen niet als belanghebbende bij de bestreden omgevingsvergunning zijn aangemerkt.

Ten aanzien van de activiteit kappen van bomen zijn de bezwaren van alle bezwaarden niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang omdat de bomen waar het om ging ten tijde van de besluiten op bezwaar al gekapt waren.

Wat de overige vergunde activiteiten betreft, zijn de bezwaren die wel ontvankelijk waren, ongegrond verklaard.

1.5

[eiser 1] heeft tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Hij heeft dat zowel voor zichzelf gedaan als namens de personen die zijn vermeld op de bij het pro forma beroep-schrift overgelegde namenlijst. Ook heeft [eiser 1] beroep ingesteld als gemachtigde van eiser [eiser 2] , die een afzonderlijk besluit op bezwaar heeft ontvangen.

Zijn de beroepen ontvankelijk?
2.1

Voordat de rechtbank kan toekomen aan een inhoudelijke behandeling van de beroepen, moet eerst worden beoordeeld of de beroepen van (alle) eisers ontvankelijk zijn. Daarbij gaat het er met name om of zij als belanghebbende bij de aan de stichting verleende omgevingsvergunning van 10 september 2021 kunnen worden aangemerkt. De rechtbank overweegt daarover het volgende.

2.2

Op grond van artikel 8:1, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, van de Awb kan alleen een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen en daaraan voorafgaand bezwaar maken. Onder ‘belanghebbende’ wordt ingevolge artikel 1:2, eerste lid van de Awb verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

2.3

Uitgangspunt is dat wie rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit toestaat, in beginsel als belanghebbende bij dat besluit wordt aangemerkt. Niet elk feitelijk gevolg is echter voldoende om als belanghebbende aangemerkt te worden. In de jurisprudentie is uitgemaakt dat sprake moet zijn van ‘gevolgen van enige betekenis’. Het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ dient als correctie op het uitgangspunt. Zonder gevolgen van enige betekenis heeft iemand geen persoonlijk belang bij het besluit. Hij onderscheidt zich dan onvoldoende van anderen om als belanghebbende aangemerkt te kunnen worden. Om te bepalen of er gevolgen van enige betekenis voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van iemand zijn, wordt gekeken naar de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (onder andere geur, geluid, licht, trilling, emissie en risico) van de activiteit die het besluit toestaat. Deze factoren worden zo nodig in onderlinge samenhang beoordeeld. Ook de aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen relevant zijn. Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuurs-

rechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 16 december 2020,

ECLI:NL:RVS: 2020:3016, rechtsoverweging 8.2.

2.4

Uit de bestreden besluiten blijkt dat verweerder eiser [eiser 2] , alsmede de volgende personen namens wie ook beroep is ingesteld, als belanghebbende heeft aangemerkt omdat zij gevolgen van enige betekenis in de zin van de genoemde uitspraak van de Afdeling ondervinden van de activiteit(en) die de omgevingsvergunning van

10 september 2021 toestaat:

. [straat 1]: [belanghebbende 1] , [belanghebbende 2] , [belanghebbende 3] , [belanghebbende 4] en [belanghebbende 5] ;

. [straat 2] nummer [huisnummer 8] en hoger: [belanghebbende 6] , [belanghebbende 7] ,

[belanghebbende 8] , [belanghebbende 9] , [belanghebbende 10] , [belanghebbende 11] , [belanghebbende 12] , [belanghebbende 13] , [belanghebbende 14]

en [belanghebbende 15] ;

. [straat 3]: [eiser 2] en [belanghebbende 16] ;

. [straat 4] nummer [huisnummer 9] en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT