Uitspraak Nº BK-15/00876 en BK-15/00877. Gerechtshof Den Haag, 2017-05-02
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2017:1262 |
Docket Number | BK-15/00876 en BK-15/00877 |
Date | 02 Mayo 2017 |
Court | Gerechtshof Den Haag (Nederland) |
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-15/00876 en BK-15/00877
in het geding tussen:
en
de inspecteur van de (thans) Belastingdienst/kantoor Hoofddorp, de Inspecteur,
op de hoger beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 29 juni 2015, nummers SGR 10/8250 en SGR 11/5391, betreffende de hierna vermelde aanslagen en beschikkingen.
BK-15/00877
1.1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2004 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van -/- € 34.297 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, het verlies uit werk en woning bij beschikking vastgesteld op € 34.297 (hierna ook: de verliesvaststellingsbeschikking). Voorts is op het biljet vermeld dat de op 31 december 2004 niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek (hierna: pga) € 7.955 bedraagt.
1.1.2. Belanghebbende heeft tegen een fictieve weigering van het doen van uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 10/8250) heeft het beroep voor zover gericht tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2004, tegen de mededeling van het saldo van de te verrekenen verliezen per 31 december 2004, alsmede tegen de mededeling van het saldo van de niet in aanmerking genomen pga per 31 december 2003 niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond verklaard. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.
BK-15/00876
1.2.1. Aan belanghebbende is over het jaar 2004 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 9.859. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de navorderingsaanslag, de op 31 december 2004 niet in aanmerking genomen pga bij beschikking vastgesteld op € 20.760 en bij beschikking € 282 heffingsrente in rekening gebracht.
1.2.2. Aan belanghebbende is over het jaar 2004 voorts een navorderingsaanslag premie Ziekenfondswet (hierna: Zfw) opgelegd naar een premie-inkomen van € 9.859. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, bij beschikking € 196 heffingsrente in rekening gebracht.
1.2.3. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren afgewezen.
1.2.4. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 11/5391) heeft het beroep voor zover gericht tegen de mededeling van het saldo van de te verrekenen verliezen per 31 december 2004 en de mededeling van het saldo van de niet in aanmerking genomen pga per 31 december 2003 niet-ontvankelijk verklaard, het beroep voor zover gericht tegen de verliesvaststellingsbeschikking, de beschikking niet in aanmerking genomen pga en betreffende vaststelling van een dwangsom ongegrond verklaard en het beroep voor zover gericht tegen de navorderingsaanslagen en de beschikkingen inzake heffingsrente gegrond verklaard, de navorderingsaanslagen en de beschikkingen inzake heffingsrente vernietigd en de beschikking op 31 december 2004 niet in aanmerking genomen pga vastgesteld op € 14.330. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.
Belanghebbende is van de uitspraken van de Rechtbank in hoger beroep gekomen. In verband daarmee is door de griffier per zaak een griffierecht geheven van € 123, derhalve in totaal € 246.
Ter zake van de in het najaar van 2016 behandelde hoger beroepen van belanghebbende zijn de volgende griffierechten geheven:
Zitting |
BK-nr. |
Middel/jaar |
Griffierecht |
20-09-2016 |
15/00871 15/00872 15/00873 |
Aanslag IB/PVV 1998 Aanslag IB/PVV 1999 Aanslag IB/PVV 2000 |
€ 123 - - |
11-10-2016 |
15/00874 15/00875 |
Aanslag IB/PVV 2002 Aanslag IB/PVV 2003 |
€ 123€ 123 |
08-11-2016 |
15/00876 15/00877 |
Navorderingsaanslag IB/PVV en Zfw 2004 Aanslag IB/PVV 2004 |
€ 123€ 123 |
15-11-2016 |
15/00879 15/00880 15/00881 15/00882 |
Aanslag IB/PVV 2005 Navorderingsaanslag IB/PVV en Zfw 2005 Aanslag IB/PVV 2006 Aanslag IB/PVV 2007 |
€ 123€ 123€ 123€ 123 |
13-12-2016 |
15/00878 |
Naheffingsaanslag OB 2005-2007 |
€ 123 |
Ter zake van de in het najaar van 2016 behandelde hoger beroepen van de echtgenoot van belanghebbende zijn de volgende griffierechten geheven:
Zitting |
BK-nr. |
Middel/jaar |
Griffierecht |
20-09-2016 |
15/00883 15/00884 15/00885 15/00886 |
Verliesverrekeningsbeschikking 1988 Aanslag IB/PVV 1998 Aanslag IB/PVV 1999 Aanslag IB/PVV 2000 |
€ 123€ 123 - - |
11-10-2016 |
15/00887 15/00888 15/00889 |
Aanslag IB/PVV 2001 Aanslag IB/PVV 2002 Aanslag IB/PVV 2003 |
€ 123€ 123€ 123 |
08-11-2016 |
15/00894 15/00895 15/00896 |
Verliesvaststellingsbeschikking 2004 Navorderingsaanslag Zfw 2004 Verliesverrekeningsbeschikking 2004 |
€ 123 - - |
15-11-2016 |
15/00890 15/00891 15/00892 15/00893 |
Aanslag IB/PVV 2005 en Zfw 2005 Navorderingsaanslag IB/PVV en Zfw 2005 Aanslag IB/PVV en Zvw 2006 Aanslag IB/PVV en Zvw 2007 |
€ 123 -€ 123€ 123 |
13-12-2016 |
15/00897 15/00898 |
Naheffingsaanslag OB 2004 Naheffingsaanslag OB 2005-2007 |
€ 248 - |
De mondelinge behandeling van de onderhavige zaken heeft plaatsgehad ter zitting van 8 november 2016, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Op 2 februari 2017 heeft belanghebbende bij het Hof twee brieven afgegeven met het opschrift "KLACHT Over de Postbezorging door Postnl, van met name aangetekende stukken, verstuurd door oa. Voornoemde 3 organen" en het opschrift beginnend met "Onder verwijzing naar verzoek art 12 toepassing door dhr [Y] dd 19-01-2017, ingediend, met het verzoek om ontvangst bevestiging (…)". Aangezien deze brieven na sluiting van het onderzoek zijn binnengekomen en de inhoud van deze brieven niet noopt tot heropening van het onderzoek, zullen deze brieven niet in de beoordeling worden betrokken.
In hoger beroep is, op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting, als tussen partijen niet in geschil dan wel door één van hen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, het volgende komen vast te staan:
Belanghebbende is gehuwd met [Y] . In een uittreksel van de Kamer van Koophandel staat belanghebbende vermeld als eenmanszaak vanaf 1 februari 1982, onder haar eigen naam als handelsnaam (hierna: Kantoor [X] ). Blijkens dit uittreksel is belanghebbende eigenaar van de onderneming en zijn de activiteiten van de onderneming "Belastingconsulenten" en "Organisatie-adviesbureaus". Belanghebbendes echtgenoot, [Y] , heeft een beperkte volmacht tot een bedrag van f 500. Kantoor [X] houdt zich voornamelijk bezig met het verzorgen van aangiften inkomstenbelasting en het begeleiden van bezwaar- en beroepsprocedures.
Belanghebbende staat daarnaast, tezamen met [Y] , in een uittreksel van de Kamer van Koophandel vermeld als vennoot van de vennootschap onder firma [A] (hierna: de vof) met ingang van 1 januari 1991. Belanghebbende is bevoegd tot een bedrag van € 1,00 en [Y] heeft een onbeperkte bevoegdheid. Belanghebbende staat voorts, eveneens tezamen met [Y] , in een uittreksel van de Kamer van Koophandel vermeld als vennoot van de vennootschap onder firma [B] , handelsnaam [B] (hierna: vof [B] ) met ingang van 1 januari 2006. Beide vennoten zijn onbeperkt bevoegd.
[Y] staat in een uittreksel van de Kamer van Koophandel vermeld als eenmanszaak, onder de handelsnamen [C] , Managementbureau [Y] en [D] met ingang van 11 januari 1978. Blijkens dit uittreksel is [Y] eigenaar van de onderneming en zijn de activiteiten van de onderneming "Organisatie-adviesbureaus", "Advisering op het gebied van management en bedrijfsvoering (geen public relations en organisatie-adviesbureaus)" en "Bedrijfsopleiding en -training".
Ter zake van de onder 3.1 bedoelde werkzaamheden worden facturen uitgereikt door Kantoor [X] . De betalingen dienen te worden overgemaakt naar een rekening die op naam van belanghebbende staat. Voorts verricht Kantoor [X] op eigen naam en voor eigen rekening acquisitie en maakt reclame.
Belanghebbende heeft elektronisch aangifte voor de IB/PVV voor het jaar 2004 gedaan. De aangifte, zoals bij de Inspecteur binnengekomen, vermeldt een verlies uit werk en woning van € 770.324 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil. Het verlies uit werk en woning bestaat uit een verlies uit onderneming en uit negatieve inkomsten eigen woning. Verder vermeldt de aangifte een pga van € 7.955, bestaande uit uitgaven levensonderhoud kinderen jonger dan 30 jaar ten bedrage van € 1.320 en uit uitgaven ter zake van ziekte ten bedrage van, na verrekening van de drempel, € 6.635.
De Inspecteur heeft naar aanleiding van de aangifte IB/PVV 2004 bij brief van 23 mei 2008 vragen gesteld. Uit de van belanghebbende daarop ontvangen jaarverslagen blijkt een verlies van € 24.278 van het kantoor en een verlies van € 1.084 van de vof.
Bij brief van 4 november 2008 heeft de Inspecteur in verband met de afhandeling van de aangifte IB/PVV 2004 onder meer het volgende aan belanghebbende meegedeeld:
"Op 8 oktober...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT