Uitspraak Nº BK-15/00894, BK-15/00895 en BK-15/00896. Gerechtshof Den Haag, 2017-05-02

ECLIECLI:NL:GHDHA:2017:1270
Date02 Mayo 2017
Docket NumberBK-15/00894, BK-15/00895 en BK-15/00896
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-15/00894, BK-15/00895 en BK-15/00896

Uitspraak van 2 mei 2017

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de (thans) Belastingdienst/kantoor Hoofddorp, de Inspecteur,

op de hoger beroepen van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 29 juni 2015, nummers SGR 10/8261, SGR 11/5410 en SGR 11/5402, betreffende de hierna vermelde (navorderings)aanslagen en beschikkingen.

(Navorderings)aanslagen, beschikkingen, bezwaren en gedingen in eerste aanleg

BK-15/00894

1.1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2004 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van -/- € 18.852 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil, met verrekening van € 2.235 aan persoonsgebonden aftrek (hierna: pga). De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, het verlies uit werk en woning bij beschikking vastgesteld op € 18.852 (hierna: de verliesvaststellingsbeschikking). Voorts is op het biljet vermeld dat de op 31 december 2004 niet in aanmerking genomen pga € 17.904 bedraagt.

1.1.2. Belanghebbende heeft tegen een fictieve weigering van het doen van uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld.

1.1.3. De Inspecteur heeft bij verminderingsbeschikking van 17 december 2010 het belastbaar ingekomen uit werk en woning vóór verliesverrekening nader vastgesteld op € 61.950 en, na verrekening van een verlies (zie dienaangaande onder 1.3.1 hierna), op nihil, alsmede het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen nader vastgesteld op € 9.859 vóór inachtneming van een heffingskorting van € 3.038. De Inspecteur heeft bij gelijktijdig gegeven beschikking de op 31 december 2004 niet in aanmerking genomen pga nader vastgesteld op € 27.617.

1.1.4. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar met betrekking tot de aanslag IB/PVV 2004 en de verminderingsbeschikking niet-ontvankelijk verklaard, het verzamelinkomen nader vastgesteld op € 70.553 (bestaande uit een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.694 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 9.859) en het bezwaar voor het overige afgewezen.

1.1.5. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 10/8261) heeft het beroep voor zover gericht tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar, tegen de aanslag IB/PVV 2004, tegen de mededeling van het saldo van de te verrekenen verliezen per 31 december 2004, alsmede tegen de mededeling van het saldo van de niet in aanmerking genomen pga per 31 december 2003 niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond verklaard, de beschikking op 31 december 2004 niet in aanmerking genomen pga vastgesteld op nihil en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 41 aan belanghebbende te vergoeden. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.

BK-15/00895

1.2.1. Aan belanghebbende is over het jaar 2004 een navorderingsaanslag premie Ziekenfondswet (hierna: Zfw) opgelegd naar een premie-inkomen van € 8.504. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, bij beschikking € 168 heffingsrente in rekening gebracht.

1.2.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.

1.2.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 11/5402) heeft het beroep ongegrond verklaard en het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.

BK-15/00896

1.3.1. Bij beschikking 17 december 2010 heeft de Inspecteur het belastbaar inkomen uit werk en woning van het jaar 2004 verminderd met € 61.950 door verrekening van een verlies uit voorgaande jaren (hierna: de verliesverrekeningsbeschikking 2004).

1.3.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar gedeeltelijk toegewezen en heeft hij de verliesverrekeningsbeschikking 2004 aldus gewijzigd door het bedrag van de met het belastbaar inkomen uit werk en woning van het jaar 2004 verrekende verliezen te stellen op € 60.694.

1.3.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 11/541) heeft het beroep tegen de verliesverrekeningsbeschikking 2004 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar in zoverre vernietigd, de verliesverrekeningsbeschikking 2004 gewijzigd en het bedrag van het verrekende verlies voor het jaar 2004 vastgesteld op € 36.505. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.

Loop van de gedingen in hoger beroep
2.1.

Belanghebbende is van de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gekomen. In verband daarmee is door de griffier een griffierecht geheven van eenmaal € 123.

2.2.1.

Ter zake van de in het najaar van 2016 behandelde hoger beroepen van belanghebbende zijn de volgende griffierechten geheven:

Zitting

BK-nr.

Middel/jaar

Griffierecht

20-09-2016

15/00883

15/00884

15/00885

15/00886

Verliesverrekeningsbeschikking 1988

Aanslag IB/PVV 1998

Aanslag IB/PVV 1999

Aanslag IB/PVV 2000

€ 123

€ 123

-

-

11-10-2016

15/00887

15/00888

15/00889

Aanslag IB/PVV 2001

Aanslag IB/PVV 2002

Aanslag IB/PVV 2003

€ 123

€ 123

€ 123

08-11-2016

15/00894

15/00895

15/00896

Verliesvaststellingsbeschikking 2004

Navorderingsaanslag Zfw 2004

Verliesverrekeningsbeschikking 2004

€ 123

-

-

15-11-2016

15/00890

15/00891

15/00892

15/00893

Aanslag IB/PVV 2005 en Zfw 2005

Navorderingsaanslag IB/PVV en Zfw 2005

Aanslag IB/PVV en Zvw 2006

Aanslag IB/PVV en Zvw 2007

€ 123

-

€ 123

€ 123

13-12-2016

15/00897

15/00898

Naheffingsaanslag OB 2004

Naheffingsaanslag OB 2005-2007

€ 248

-

2.2.2.

Ter zake van de in het najaar van 2016 behandelde hoger beroepen van de echtgenote van belanghebbende zijn de volgende griffierechten geheven:

Zitting

BK-nr.

Middel/jaar

Griffierecht

20-09-2016

15/00871

15/00872

15/00873

Aanslag IB/PVV 1998

Aanslag IB/PVV 1999

Aanslag IB/PVV 2000

€ 123

-

-

11-10-2016

15/00874

15/00875

Aanslag IB/PVV 2002

Aanslag IB/PVV 2003

€ 123

€ 123

08-11-2016

15/00876

15/00877

Navorderingsaanslag IB/PVV en Zfw 2004

Aanslag IB/PVV 2004

€ 123

€ 123

15-11-2016

15/00879

15/00880

15/00881

15/00882

Aanslag IB/PVV 2005

Navorderingsaanslag IB/PVV en Zfw 2005

Aanslag IB/PVV 2006

Aanslag IB/PVV 2007

€ 123

€ 123

€ 123

€ 123

13-12-2016

15/00878

Naheffingsaanslag OB 2005-2007

€ 123

2.3.

De mondelinge behandeling van de onderhavige zaken heeft plaatsgehad ter zitting van 8 november 2016, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

2.4.

Op 2 februari 2017 heeft belanghebbende bij het Hof twee brieven afgegeven met het opschrift "KLACHT Over de Postbezorging door Postnl, van met name aangetekende stukken, verstuurd door oa. Voornoemde 3 organen" en het opschrift beginnend met "Onder verwijzing naar verzoek art 12 toepassing door dhr [X] dd 19-01-2017, ingediend, met het verzoek om ontvangst bevestiging (…)". Aangezien deze brieven na sluiting van het onderzoek zijn binnengekomen en de inhoud van deze brieven niet noopt tot heropening van het onderzoek, zullen deze brieven niet in de beoordeling worden betrokken.

Vaststaande feiten

In hoger beroep is, op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting, als tussen partijen niet in geschil dan wel door één van hen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, het volgende komen vast te staan:

3.1.

Belanghebbende is gehuwd met [Y] . In een uittreksel van de Kamer van Koophandel staat [Y] vermeld als eenmanszaak vanaf 1 februari 1982, onder haar eigen naam als handelsnaam (hierna: Kantoor [Y] ). Blijkens dit uittreksel is zij eigenaar van de onderneming en zijn de activiteiten van de onderneming "Belastingconsulenten" en "Organisatie-adviesbureaus". Belanghebbende heeft een beperkte volmacht tot een bedrag van f 500. Kantoor [Y] houdt zich voornamelijk bezig met het verzorgen van aangiften inkomstenbelasting en het begeleiden van bezwaar- en beroepsprocedures.

3.2.

Belanghebbende staat daarnaast, tezamen met [Y] , in een uittreksel van de Kamer van Koophandel vermeld als vennoot van de vennootschap onder firma [A] [B] (hierna: de vof) met ingang van 1 januari 1991. [Y] is bevoegd tot een bedrag van € 1,00 en belanghebbende heeft een onbeperkte bevoegdheid. Belanghebbende staat voorts, eveneens tezamen met [Y] , in een uittreksel van de Kamer van Koophandel vermeld als vennoot van de vennootschap onder firma [C] , handelsnaam [C] (hierna: vof [C] ) met ingang van 1 januari 2006. Beide vennoten zijn onbeperkt bevoegd.

3.3.

Belanghebbende staat in een uittreksel van de Kamer van Koophandel vermeld als eenmanszaak, onder de handelsnamen [D] , Managementbureau [X] en [E] met ingang van 11 januari 1978. Blijkens dit uittreksel is hij eigenaar van de onderneming en zijn de activiteiten van de onderneming "Organisatie-adviesbureaus", "Advisering op het gebied van management en bedrijfsvoering (geen public relations en organisatie-adviesbureaus)" en "Bedrijfsopleiding en -training".

3.4.

Ter zake van de onder 3.1 bedoelde werkzaamheden worden facturen uitgereikt door Kantoor [Y] . De betalingen dienen te worden overgemaakt naar een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT