Uitspraak Nº BK-15/00879, BK-15/00880, BK-15/00881 en BK-15/00882. Gerechtshof Den Haag, 2017-05-02
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2017:1264 |
Docket Number | BK-15/00879, BK-15/00880, BK-15/00881 en BK-15/00882 |
Date | 02 Mayo 2017 |
Court | Gerechtshof Den Haag (Nederland) |
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-15/00879, BK-15/00880, BK-15/00881 en BK-15/00882
in het geding tussen:
en
de inspecteur van de (thans) Belastingdienst/kantoor Hoofddorp, de Inspecteur,
op de hoger beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 29 juni 2015, nummers SGR 10/8258, SGR 11/5393, SGR 11/5394 en SGR 11/5395, betreffende de hierna vermelde aanslagen en beschikkingen.
BK-15/00879
1.1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2005 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil, met verrekening van € 3.642 aan persoonsgebonden aftrek (hierna: pga). De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, het verlies uit werk en woning bij beschikking vastgesteld op nihil en de op 31 december 2005 niet in aanmerking genomen pga bij beschikking vastgesteld op € 25.073.
1.1.2. Belanghebbende heeft tegen een fictieve weigering van het doen van uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 10/8258) heeft het beroep voor zover gericht tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar, tegen de mededeling van het saldo van de te verrekenen verliezen per 31 december 2005, alsmede tegen de mededeling van het saldo van de niet in aanmerking genomen pga per 31 december 2004 niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond verklaard. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.
BK-15/00880
1.2.1. Aan belanghebbende is over het jaar 2005 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 14.024. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de navorderingsaanslag, de op 31 december 2005 niet in aanmerking genomen pga bij beschikking vastgesteld op € 20.760 en bij beschikking € 460 heffingsrente in rekening gebracht.
1.2.2. Aan belanghebbende is over het jaar 2005 voorts een navorderingsaanslag premie Ziekenfondswet (hierna: Zfw) opgelegd naar een premie-inkomen van € 14.024. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, bij beschikking € 228 heffingsrente in rekening gebracht.
1.2.3. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren afgewezen.
1.2.4. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 11/5393) heeft het beroep voor zover gericht tegen de mededeling van het saldo van de te verrekenen verliezen per 31 december 2005 en de mededeling van het saldo van de niet in aanmerking genomen pga per 31 december 2004 niet-ontvankelijk verklaard, het beroep voor zover gericht tegen de navorderingsaanslagen en de beschikkingen inzake heffingsrente gegrond verklaard, de navorderingsaanslag IB verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 6.859, de navorderingsaanslag Zfw verminderd tot een berekend naar een premie-inkomen van € 6.859, de beschikkingen inzake heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, het beroep voor het overige ongegrond verklaard en de beschikking op 31 december 2005 niet in aanmerking genomen pga vastgesteld op nihil. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.
BK-15/00881
1.3.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2006 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 17.908. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, het verlies uit werk en woning bij beschikking vastgesteld op nihil, de op 31 december 2006 niet in aanmerking genomen pga bij beschikking vastgesteld op € 20.760 en bij beschikking € 612 heffingsrente in rekening gebracht.
1.3.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.
1.3.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 11/5394) heeft het beroep voor zover gericht tegen de mededeling van het saldo van de te verrekenen verliezen per 31 december 2006 en de mededeling van het saldo van de niet in aanmerking genomen pga per 31 december 2005 niet-ontvankelijk verklaard, het beroep voor het overige ongegrond verklaard en de beschikking op 31 december 2006 niet in aanmerking genomen pga vastgesteld op nihil. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.
BK-15/00882
1.4.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2007 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 18.956. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, het verlies uit werk en woning bij beschikking vastgesteld op nihil, de op 31 december 2007 niet in aanmerking genomen pga bij beschikking vastgesteld op € 20.760 en bij beschikking € 496 heffingsrente in rekening gebracht.
1.4.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.
1.4.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 11/5395) heeft het beroep voor zover gericht tegen de mededeling van het saldo van de te verrekenen verliezen per 31 december 2007 en de mededeling van het saldo van de niet in aanmerking genomen pga per 31 december 2006 niet-ontvankelijk verklaard, het beroep voor het overige ongegrond verklaard en de beschikking op 31 december 2007 niet in aanmerking genomen pga vastgesteld op nihil. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.
Belanghebbende is van de uitspraken van de Rechtbank in hoger beroep gekomen. In verband daarmee is door de griffier per zaak een griffierecht geheven van € 123, derhalve in totaal € 492.
Ter zake van de in het najaar van 2016 behandelde hoger beroepen van belanghebbende zijn de volgende griffierechten geheven:
Zitting |
BK-nr. |
Middel/jaar |
Griffierecht |
20-09-2016 |
15/00871 15/00872 15/00873 |
Aanslag IB/PVV 1998 Aanslag IB/PVV 1999 Aanslag IB/PVV 2000 |
€ 123 - - |
11-10-2016 |
15/00874 15/00875 |
Aanslag IB/PVV 2002 Aanslag IB/PVV 2003 |
€ 123 € 123 |
08-11-2016 |
15/00876 15/00877 |
Navorderingsaanslag IB/PVV en Zfw 2004 Aanslag IB/PVV 2004 |
€ 123 € 123 |
15-11-2016 |
15/00879 15/00880 15/00881 15/00882 |
Aanslag IB/PVV 2005 Navorderingsaanslag IB/PVV en Zfw 2005 Aanslag IB/PVV 2006 Aanslag IB/PVV 2007 |
€ 123 € 123 € 123 € 123 |
13-12-2016 |
15/00878 |
Naheffingsaanslag OB 2005-2007 |
€ 123 |
Ter zake van de in het najaar van 2016 behandelde hoger beroepen van de echtgenoot van belanghebbende zijn de volgende griffierechten geheven:
Zitting |
BK-nr. |
Middel/jaar |
Griffierecht |
20-09-2016 |
15/00883 15/00884 15/00885 15/00886 |
Verliesverrekeningsbeschikking 1988 Aanslag IB/PVV 1998 Aanslag IB/PVV 1999 Aanslag IB/PVV 2000 |
€ 123 € 123 - - |
11-10-2016 |
15/00887 15/00888 15/00889 |
Aanslag IB/PVV 2001 Aanslag IB/PVV 2002 Aanslag IB/PVV 2003 |
€ 123 € 123 € 123 |
08-11-2016 |
15/00894 15/00895 15/00896 |
Verliesvaststellingsbeschikking 2004 Navorderingsaanslag Zfw 2004 Verliesverrekeningsbeschikking 2004 |
€ 123 - - |
15-11-2016 |
15/00890 15/00891 15/00892 15/00893 |
Aanslag IB/PVV 2005 en Zfw 2005 Navorderingsaanslag IB/PVV en Zfw 2005 Aanslag IB/PVV en Zvw 2006 Aanslag IB/PVV en Zvw 2007 |
€ 123 - € 123 € 123 |
13-12-2016 |
15/00897 15/00898 |
Naheffingsaanslag OB 2004 Naheffingsaanslag OB 2005-2007 |
€ 248 - |
De mondelinge behandeling van de onderhavige zaken heeft plaatsgehad ter zitting van 15 november 2016, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Op 2 februari 2017 heeft belanghebbende bij het Hof twee brieven afgegeven met het opschrift "KLACHT Over de Postbezorging door Postnl, van met name aangetekende stukken, verstuurd door oa. Voornoemde 3 organen" en het opschrift beginnend met "Onder verwijzing naar verzoek art 12 toepassing door dhr [Y] dd 19-01-2017, ingediend, met het verzoek om ontvangst bevestiging (…)". Aangezien deze brieven na sluiting van het onderzoek zijn binnengekomen en de inhoud van deze brieven niet noopt tot heropening van het onderzoek, zullen deze brieven niet in de beoordeling worden betrokken.
In hoger beroep is, op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting, als tussen partijen niet in geschil dan wel door één van hen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, het volgende komen vast te staan:
Belanghebbende is gehuwd met [Y] . In een uittreksel van de Kamer van Koophandel staat belanghebbende vermeld als eenmanszaak vanaf 1 februari 1982, onder haar eigen naam als handelsnaam (hierna: Kantoor [X] ). Blijkens dit uittreksel is belanghebbende eigenaar van de onderneming en zijn de activiteiten van de onderneming "Belastingconsulenten" en "Organisatie-adviesbureaus". Belanghebbendes echtgenoot, [Y] , heeft een...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT