Uitspraak Nº BK-18/00520 t/m BK-18/00524. Gerechtshof Den Haag, 2019-01-16

ECLIECLI:NL:GHDHA:2019:92
Date16 Enero 2019
Docket NumberBK-18/00520 t/m BK-18/00524
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-18/00520 t/m BK-18/00524

Uitspraak van 16 januari 2019

in het geding tussen:

[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigden: J.H.P.M. Raaijmakers en E. Swaving Dijkstra)

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Hoofddorp, de Inspecteur,

(vertegenwoordigers: F. Belhaj, A. de Groot en A.J. Meijer)

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 1 februari 2018, nummers SGR 17/5073 en SGR 17/5075 t/m SGR 17/5078, betreffende de onder 1.1. vermelde naheffingsaanslagen en beschikkingen.

Naheffingsaanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.1. Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 een naheffingsaanslag in de loonheffingen opgelegd ten bedrage van € 15.500. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is een bedrag van € 2.433 aan heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 3.875.

1.1.2. Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 een naheffingsaanslag in de loonheffingen opgelegd ten bedrage van € 18.917. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is een bedrag van € 2.701 aan heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 4.729.

1.1.3. Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 een naheffingsaanslag in de loonheffingen opgelegd ten bedrage van € 26.422. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is een bedrag van € 3.157 aan belastingrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 6.605.

1.1.4. Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 een naheffingsaanslag in de loonheffingen opgelegd ten bedrage van € 30.454. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is een bedrag van € 2.729 aan belastingrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 7.613.

1.1.5. Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 een naheffingsaanslag in de loonheffingen opgelegd ten bedrage van € 35.924. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is een bedrag van € 1.872 aan belastingrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 8.981.

1.2. Bij in een geschrift vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar van belanghebbende tegen voormelde naheffingsaanslagen en beschikkingen afgewezen.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard voor zover deze zich richten tegen de boetebeschikkingen, de uitspraken op bezwaar vernietigd voor zover betrekking hebbend op de boetebeschikkingen, de boetebeschikkingen verminderd tot op € 3.487 (tijdvak 2010), € 4.256 (tijdvak 2011), € 5.944 (tijdvak 2012), € 6.851 (tijdvak 2013) en € 8.082 (tijdvak 2014), de beroepen voor het overige ongegrond verklaard, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.503 en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van in totaal € 333 aan belanghebbende te vergoeden.

Loop van het geding in hoger beroep

2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. In verband daarmee is door de griffier een griffierecht geheven van € 508. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

2.2 Op 29 oktober 2018 heeft de Inspecteur een nader stuk met als dagtekening 23 oktober 2018 ingediend.

2.2. De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 7 november 2018, gehouden te Den Haag. Van de zijde van belanghebbende zijn ter zitting pleitnotities overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Vaststaande feiten

3.1. Belanghebbende drijft een onderneming die zich bezighoudt met advisering op het gebied van informatietechnologie en de levering, bouw en beheer van computer-, telecommunicatie- en datanetwerken.

3.2. Op 12 juni 2015 is bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangifte loonheffingen over het tijdvak 1 januari 2015 tot en met 31 maart 2015. Gedurende het boekenonderzoek is het controletijdvak uitgebreid naar de jaren 2010 tot en met 2014 en is de reikwijdte van het onderzoek uitgebreid met het beoordelen van vaste kostenvergoedingen, geschenken in natura en maaltijdverstrekkingen. Van het boekenonderzoek is met dagtekening 23 december 2015 een controlerapport opgemaakt, waarin onder meer het volgende vermeld staat:

" (…)

5 Loonheffingen
5.1

Werkkostenregeling

(…)

Inhoudingsplichtige maakt vanaf het jaar 2015 gebruik van de werkkostenregeling.

(…)

5.2

Vergoedingen

Inhoudingsplichtige heeft (vaste) kostenvergoedingen verstrekt, te weten:

  • -

    vergoeding voor reiskosten woon/werk

  • -

    vergoeding voor zakelijke kilometers

  • -

    vergoeding voor diverse kosten (vast)

  • -

    vergoeding voor telefoon

  • -

    vergoeding voor diverse kosten (middels declaratie)

(…)

5.2.3

Diverse kosten (vast) (gerichte vrijstelling)

Inhoudingsplichtige betaalt vergoedingen tussen € 26 en € 150 per maand (zie bijlage 1).

De meeste vergoedingen zijn door inhoudingsplichtige in het jaar 2011 (op basis van het toen geldende percentage voor de vrije ruimte van de werkkostenregeling) per werknemer als percentage van hun loonsom vastgesteld. Een aantal (wat hogere) vergoedingen is toen blijven staan op € 100 of € 150 per maand.

Bevindingen:

  • -

    Er is in het verleden nooit een (volledig) kostenonderzoek ingesteld.

  • -

    Dit is wel gebeurd in maart van dit jaar en ook in juni loopt weer een onderzoek.

  • -

    Er was in eerste instantie slechts een onderbouwing naar aard, zodat de regeling niet voldoet en de vergoedingen in principe ten onrechte onbelast zijn uitbetaald.

  • -

    Ik heb inhoudingsplichtige uit coulance-overwegingen toch in de gelegenheid gesteld deze aan te vullen.

  • -

    Tijdens het onderzoek is mij vervolgens een onderbouwing naar aard en omvang (in

percentages van de vergoedingen) aangereikt (zie bijlage 2).

(…)

Er worden door een behoorlijk aantal van de betreffende werknemers (kennelijk met

toestemming van inhoudingsplichtige) al dan niet regelmatig componenten van de

onderbouwing (separaat) gedeclareerd, zoals parkeren (vanaf € 2,00), lunches (vanaf € 4,50), consumpties onderweg (vanaf € 2,57) en ook soms een relatiegeschenk of kosten in verband met boeken en examens.

  • -

    De kostensoort studiekosten (waarvan examens deel uitmaken) hoort vanwege het incidentele karakter niet thuis in een vaste vergoeding.

  • -

    Werknemer [Y] heeft geen auto van de zaak, reed (gezien de declaraties) in het

controletijdvak slechts 1 x 60 kilometer met de privé-auto, maar heeft wel een vergoeding ad € 100 per maand.

Opmerking:

Inhoudingsplichtige heeft op een moment uitgesproken met terugwerkende kracht te willen kiezen voor het toepassen van de werkkostenregeling. Zoals eerder al (in mijn brief d.d. 21 augustus 2015) aangegeven is het niet toegestaan om (nu dat fiscaal gunstig blijkt uit te pakken) alsnog (met terugwerkende kracht) de werkkostenregeling toe te passen voor de jaren 2011 tot en met 2014.

(…)

Reactie inhoudingsplichtige:

"Allereerst merken wij op dat in het arbeidscontract is opgenomen dat werknemers gerechtigd zijn onkosten te declareren, voor zover deze het vaste bedrag aan onkostenvergoeding te boven gaan en relevant zijn voor het beoefenen van de functie. Aangezien in diverse declaraties kosten zijn gecorrigeerd, houden de desbetreffende managers bij het goedkeuren van de declaraties hier rekening mee.

Los daarvan hebben wij uitgezocht in hoeverre mogelijk sprake zou kunnen zijn van het separaat declareren van componenten die tevens onder de vaste kostenvergoeding vallen. Op basis van dit onderzoek constateren wij dat met betrekking tot het eerste kwartaal van 2015 door 21 verschillende personen in totaal 45 declaraties zijn ingediend met een totale waarde van EUR 26.797. Hiervan is slechts EUR 545 mogelijk ten onrechte gedeclareerd, dat overeenkomt met maar 2% van het totaal gedeclareerde bedrag. Ter voorkoming van discussie zullen wij dit bedrag terugvorderen op de desbetreffende medewerkers.

Daarnaast stellen wij vast dat 15 personen die in het eerste kwartaal van 2015 tevens in dienst waren, niets hebben gedeclareerd in deze periode; zij hebben de vaste kostenvergoeding volledig gebruikt voor de door hen gemaakte kosten. Wij kunnen ons dan ook niet vinden in uw voorlopige conclusie dat er sprake is van bovenmatige vergoedingen of declaraties en gezien het vorenstaande zijn wij dan ook van mening dat er geen plaats is voor enige correctie op de vaste kostenvergoedingen en/of declaraties".

(…)

Conclusie:

De vaste kostenvergoedingen zijn ten onrechte onbelast uitbetaald.

De belangrijkste reden is dat er geen cijfermatige onderbouwing naar aard en omvang was op het moment dat daar om gevraagd werd. Op een later tijdstip werd deze alsnog opgemaakt, maar bleek uit nader onderzoek bovendien dat kostensoorten genoemd in deze onderbouwing (al dan niet regelmatig) door een behoorlijk aantal werknemers (17) met goedvinden van inhoudingsplichtige separaat werden gedeclareerd.

Het gevolg hiervan is dat inhoudingsplichtige te weinig loonheffingen heeft afgedragen.

Dit tekort wordt voor de jaren 2010 tot en met 2014 nageheven volgens onderstaande berekening, waarbij is uitgegaan van een schatting van het gemiddelde voor de betreffende werknemers geldende tarief (47%*), dat vervolgens in de eindheffing is gebruteerd. (…)

5.3

Geschenken in natura (vrije ruimte)

In de jaren 2010 tot en met 2014 werden aan de werknemers verstrekkingen gedaan.

Het gaat hierbij om kerstpakketten.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT