Uitspraak Nº BK - 18/00414. Gerechtshof Den Haag, 2019-01-16

ECLIECLI:NL:GHDHA:2019:47
Docket NumberBK - 18/00414
Date16 Enero 2019
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-18/00414 en 18/00415

Uitspraak van 16 januari 2019

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: P.C. Verstappen en G. Steijsiger)

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, de Inspecteur,

(vertegenwoordigers: R. Vogelzang en F.H.M. van Hooff),

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 26 januari 2018, nummers SGR 17/4779 en 17/4780, betreffende de onder 1.3 vermelde beschikking.

Aanslagen, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1.1.

De Inspecteur heeft belanghebbende voor het jaar 2013 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.445 (aanslag IB/PVV 2013).

1.1.2.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2013 een aanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd, berekend naar een bijdrage-inkomen van € 14.913 (aanslag Zvw 2013).

1.2.1.

De Inspecteur heeft belanghebbende voor het jaar 2014 een aanslag in de IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.738 (aanslag IB/PVV 2014).

1.2.2.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2014 een aanslag Zvw opgelegd, berekend naar een bijdrage-inkomen van € 13.545 (aanslag Zvw 2014).

1.3.

Belanghebbende heeft op 17 november 2016 bij de Inspecteur een verzoek tot ambtshalve vermindering van de hiervoor vermelde aanslagen ingediend. Bij beschikking van 16 januari 2017 heeft de Inspecteur het verzoek afgewezen (de beschikking).

1.4.

De Inspecteur heeft het tegen de beschikking gemaakte bezwaar bij uitspraak op bezwaar van 23 juni 2017 ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft voor elk jaar afzonderlijke uitspraak gedaan en in die uitspraken het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag IB/PVV 2013 verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.398, de aanslag Zvw 2013 verminderd tot een berekend naar een bijdrage-inkomen van € 13.866, de aanslag IB/PVV 2014 verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.249 en de aanslag Zvw 2014 verminderd tot een berekend naar een bijdrage-inkomen van € 12.403.

Loop van het geding in hoger beroep
2.1.

Belanghebbende is van de uitspraken van de Rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. In verband daarmee is door de griffier eenmaal een griffierecht geheven van € 126. De Inspecteur heeft op 22 mei 2018 nadere stukken, door hem aangeduid als verweerschriften, ingediend.

2.2.

De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 26 september 2018. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Vaststaande feiten
3.1

Belanghebbende verricht gemiddeld twee dagen per week werkzaamheden als gastouder. Deze werkzaamheden verricht zij als ondernemer in de zin van artikel 3.4 van de Wet inkomstenbelasting 2001 onder de handelsnaam [Y] .nl. ( [Y] of de opvang). Daarnaast verkoopt belanghebbende zelfgemaakt speelgoed van stof en quilts en via de webwinkel [A] en op braderieën, kerstmarkten en dagmarkten wordt het zelfgemaakte speelgoed ook verkocht ( [A] ). [Y] en [A] hebben elk een website en administratie. Zij zijn bij de Kamer van Koophandel onder hetzelfde nummer ingeschreven. Tevens verricht belanghebbende in het onderhavige jaar enige vertaalwerkzaamheden.

3.2.

Belanghebbende heeft aan haar werkzaamheden voor de opvang en [A] de volgende (directe en indirecte) uren besteed:

2013

2014

De opvang

1.017

1.039

[A]

369

267

Totaal

1.386

1.306

3.3.

Belanghebbende heeft met de activiteiten in het kader van de opvang de volgende resultaten behaald:

2013

2014

Omzet van de opvang

€ 14.297

€ 13.596

Kosten van de opvang

€ 853

€ 754

Resultaat van de opvang

€ 13.444

€ 12.842

3.4.

Belanghebbende heeft met de activiteiten voor [A] de volgende resultaten behaald:

2013

2014

2015

2016

2017

Omzet van [A]

€ 1.606

€ 910

€ 2.209

€ 1.817

€ 1.043

Kosten van [A]

€ 770

€ 601

€ 1.044

€ 1.003

€ 673

Resultaat van [A]

€ 836

€ 309

€ 1.165

€ 814

€ 370

3.5.

De Inspecteur heeft belanghebbende de ondernemersfaciliteiten en de MKB-winstvrijstelling ontzegd.

Oordeel van de Rechtbank

4. De Rechtbank heeft, voor zover in hoger beroep van belang, het volgende overwogen.

17/4779 (aanslagen 2013; Hof)

“8. Op grond van artikel 3.8 van de Wet IB 2001 is winst uit onderneming het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT