Uitspraak Nº BRE 17_6680. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2019-01-09

ECLIECLI:NL:RBZWB:2019:213
Date09 Enero 2019
Docket NumberBRE 17_6680
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 17/6680 AW

uitspraak van 9 januari 2019 van de meervoudige kamer in de zaak tussen [naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,

gemachtigde: [naam gemachtigde] , juridisch adviseur bij CNV Connectief te Utrecht,

en

het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen (waterschap), verweerder.
Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 21 september 2017 (bestreden besluit) van het waterschap inzake het aan haar verleende eervol ontslag wegens verstoorde verhoudingen op grond van artikel 8:8 van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel (SAW).

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Middelburg op 30 november 2018. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Het waterschap heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.J. Schaap, advocaat te Zwolle. Tevens waren namens het waterschap aanwezig [naam afdelingshoofd] , [naam teamleider] en [naam medewerker] .

Overwegingen

1. Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Eiseres is sinds 1990 in dienst van (de rechtsvoorgangers van) het waterschap, laatstelijk in de functie van beleids- en projectondersteunend medewerker bij de afdeling Water, team Waterkwaliteit en Milieu.

In de loop van 2014 zijn er problemen ontstaan in de verstandhouding tussen eiseres en haar teamleider [naam teamleider] . Vanwege die problemen heeft afdelingshoofd [naam afdelingshoofd] eiseres en [naam teamleider] opdracht gegeven tot een aantal gesprekken met adviseur management strategen,
[naam adviseur] ( [naam adviseur] ) in de periode van augustus tot en met september 2015.

Op 23 november 2015 heeft eiseres als eindbeoordeling over het jaar 2015 een ‘E’ (onvoldoende) ontvangen met als algehele conclusie en toelichting: “Inhoudelijk heeft [naam eiseres] (eiseres, de rechtbank) de capaciteiten om haar werk zelfstandig en goed uit te voeren. Dit jaar is haar gedrag richting leidinggevende, team en afdeling onacceptabel. Dit leidt tot een eindbeoordeling ‘E’. Er zijn (vertrouwens)conflicten tussen [naam eiseres] en leidinggevende en enkele collega’s. Via een traject met managementstrategen is geprobeerd hier verbetering in te brengen. Dit heeft echter niet het beoogde resultaat opgeleverd. Voor [naam eiseres] wordt een outplacement traject opgestart. Dit hoeft niet per definitie te leiden tot daadwerkelijke outplacement. Van [naam eiseres] wordt dan wel verwacht dat ze actief stappen onderneemt om haar gedrag dusdanig aan te passen dat ze binnen het team en de afdeling een duidelijke meerwaarde levert. Hiertoe worden afspraken met HR Consultancy gepland om te zien op welke wijze dit verbeter- en outplacementtraject verder opgepakt kan worden.”

Bij e-mail van 23 december 2015 heeft eiseres contact gezocht met de toenmalige secretaris-algemeen directeur [naam secr alg directeur] ( [naam secr alg directeur] ) van het waterschap om haar situatie aan te kaarten en om hulp te vragen.

Bij besluit van 6 januari 2016 is de eindbeoordeling ‘E’ (onvoldoende) over het jaar 2015 officieel aan eiseres bevestigd.

Bij brief van eveneens 6 januari 2016 heeft [naam secr alg directeur] eiseres meegedeeld dat de begeleiding van [naam adviseur] en de diverse gesprekken die inmiddels met eiseres zijn gevoerd, niet tot de gewenste gedragsverandering bij haar hebben geleid. Er is inmiddels sprake van een verstoorde werkrelatie met de teamleider en het afdelingshoofd. Daarom wordt eiseres aangemeld bij HR-Consultancy. Via HR-Consultancy worden twee sporen ingezet: enerzijds begeleiding om tot de gewenste gedragsverandering te komen en anderzijds het zoeken naar outplacementmogelijkheden, mocht het eerste spoor niet het gewenste resultaat opleveren.

Bij brief van 19 januari 2016 heeft eiseres laten weten niet te zullen meewerken aan een outplacement traject omdat een rechtspositionele grond daarvoor naar haar mening ontbreekt.

Bij brief van 27 januari 2016 heeft eiseres bezwaar gemaakt tegen haar onvoldoende beoordeling over het jaar 2015.

In een gesprek naar aanleiding van dat bezwaar op 1 maart 2016, is afgesproken dat niet meer zal worden ingezet op een outplacementtraject; dat eiseres een extern coachingstraject wordt aangeboden door [naam externe coach] , dat zij daarnaast een interne coach/sparringpartner krijgt toegewezen ( [naam interne coach] , afdelingshoofd Waterbeheer.); dat het coachingstraject loopt tot uiterlijk 1 juli 2016; indien blijkt dat het traject niet het gewenste vooraf bepaalde resultaat heeft bereikt, zal het waterschap zich beraden op het vervolg. De E-beoordeling over het jaar 2015 wordt omgezet in een D-beoordeling.

Op 22 april 2016 is de E-beoordeling van eiseres over het jaar 2015 formeel omgezet in een
D-beoordeling.

Omdat de situatie volgens het waterschap verslechterde zijn betrokkenen, waaronder ook [naam externe coach] , op 16 juni 2016 bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT