Uitspraak Nº C/01/306534 / HA ZA 16-253. Rechtbank Oost-Brabant, 2017-10-25

ECLIECLI:NL:RBOBR:2017:5624
Docket NumberC/01/306534 / HA ZA 16-253
Date25 Octubre 2017

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

zaaknummer / rolnummer: C/01/306534 / HA ZA 16-253

Vonnis van 25 oktober 2017

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[naam eiseres] HOLDING B.V.,

gevestigd te Landhorst, gemeente St. Anthonis,

eiseres,

advocaat mr. I.J.A.J. Hanssen te Boxmeer,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HEIJMANS WEGEN B.V.,

gevestigd te Rosmalen,

gedaagde,

advocaat mr. M. Littooij te Breda.

Partijen zullen hierna [naam eiseres] en Heijmans genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 2 november 2016

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 8 juni 2017.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[naam eiseres] Holding B.V. behoort samen met onder meer Bowie Recycling B.V. tot een groep van ondernemingen. [naam eiseres] Holding B.V. is de moedermaatschappij van Bowie Recycling B.V. (hierna: “Bowie”).

2.2.

Heijmans heeft met Bowie diverse overeenkomsten gesloten met betrekking tot aanleg of onderhoud van wegen, in het kader waarvan Bowie onder meer asfaltpuin voor Heijmans afvoerde.

2.3.

Heijmans pleegt bij het sluiten van overeenkomsten gebruik te maken van algemene inkoop- en onderaannemingsvoorwaarden.

2.4.

Artikel 24 van de Algemene inkoop- en onderaannemingsvoorwaarden van Heijmans (hierna: “de algemene voorwaarden van Heijmans”) luidt:

“Cessie en verpanding van vorderingen

Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever is het de opdrachtnemer niet toegestaan vorderingen die de opdrachtnemer ingevolge een overeenkomst met de opdrachtgever heeft of zal verkrijgen (waaronder het eventueel in de prijs begrepen verschuldigde bedrag aan premies sociale verzekeringen en loonbelasting, waarvoor de opdrachtgever ingevolge de wet aansprakelijk is) aan derden te cederen, te verpanden of anderszins te bezwaren of over te dragen.”

2.5.

Tussen [naam eiseres] en Bowie Recycling is op 31 december 2010 een akte ondertekend met opschrift “Pandakte bedrijfsuitrusting, voorraden en (handels)vorderingen (in eerste respectievelijk tweede verband)” (hierna: “de stampandakte”) waarin onder anderen Bowie zich verbonden heeft om alle handelsvorderingen op derden, die zij had of (in de toekomst) zou hebben, aan [naam eiseres] te verpanden. In de stampandakte is dat verwoord als volgt:

“Tevens verbindt de pandgever zich hierbij om aan de pandnemer alle vorderingen te verpanden die hij op derden heeft of zal hebben, uit hoofde van geleverde goederen, verrichte diensten, geleende gelden, provisies of uit welken hoofde ook, hierna te noemen: “de vorderingen ”. ”

2.6.

Bowie verpandde vervolgens wekelijks haar vorderingen op derden aan [naam eiseres] , door een daartoe strekkende akte bij de Belastingdienst te laten registreren. Zo’n akte is ook op 20 januari 2014 opgemaakt (hierna: “de pandakte van 20 januari 2014”).

2.7.

De pandakte van 20 januari 2014 luidde, voor zover hier relevant:

“Geldend tot meerdere zekerheid voor al hetgeen:

De […] besloten vennootschap [naam eiseres] Holding BV, […] en de […] besloten vennootschap [naam eiseres] Beheer BV […] hierna te noemen: “Pandnemer”,

nu of in de toekomst heeft de vorderen van:

De […] besloten vennootschap Bowie Recycling BV […] hierna te noemen: “pandgever”

Geeft pandgever aan pandnemer in pand:

De uitstaande vorderingen per 20 januari 2014 ad € 6.059.324,79.

Naam Eerste debiteur: 247 Chauffeurs Diensten
Naam Laatste debiteur: Zwinkels Uitvoering & Verhuur


Deze vorderingen zijn vermeld op de hierbij gevoegde computerlijst(en)/specificaties bestaande uit 155 gewaarmerkte pagina’s.

De verpanding vindt plaats op de wijze onder voorwaarden zoals omschreven in de overeenkomst tot verpanding van bedrijfsuitrusting, voorraden en (handels)vorderingen zoals door u op 31 december 2010 is ondertekend.

Aldus getekend te Landhorst op 20 januari 2014”

2.8.

De pandakte van 20 januari 2014 is blijkens de daarop aangebrachte sticker van de Belastingdienst op 27 januari 2014 geregistreerd.

2.9.

Op 27 januari 2014 is er een soortgelijke pandakte opgemaakt voor “de uitstaande vorderingen per 27 januari 2014 ad € 6.353.118,46” en verwijzend naar “computerlijst(en)/specificaties bestaande uit 184 gewaarmerkte pagina’s”. Deze pandakte bevat een sticker van de Belastingdienst waarin staat dat deze akte op 30 januari 2014 is geregistreerd.

2.10.

Bij vonnis van 28 januari 2014 is Bowie Recycling is staat van faillissement verklaard.

2.11.

Op 25 februari 2014 heeft [naam eiseres] mededeling gedaan van haar pandrecht op de vorderingen van Bowie op Heijmans.

3 De vordering
3.1.

[naam eiseres] vordert samengevat - veroordeling van Heijmans tot betaling van € 92.235,33, vermeerderd met rente en kosten.

3.2.

Heijmans voert verweer.

4 Het geschil
4.1.

[naam eiseres] stelt dat zij een pandrecht heeft op alle vorderingen van Bowie op Heijmans. Het geldbedrag dat [naam eiseres] van Heijmans vordert, bestaat uit de nog openstaande facturen die Bowie aan Heijmans heeft uitgebracht.

4.2.

Heijmans betwist dat zij aan [naam eiseres] moet betalen. Er is volgens Heijmans geen pandrecht op de vorderingen van Bowie tot stand gekomen, omdat de algemene voorwaarden van Heijmans een verpandingsverbod met goederenrechtelijke werking bevatten. Zelfs als het voor Bowie mogelijk was om haar vorderingen op Heijmans te verpanden, geldt voor een aantal vorderingen (met een totaalbedrag van € 30.419,56) dat deze niet verpand zijn, omdat ze niet begrepen zijn in de pandakte van 20 januari 2014. Daarnaast beroept Heijmans zich op verrekening van hetgeen [naam eiseres] vordert met vorderingen die Heijmans harerzijds op Bowie heeft. Voor zover verrekening niet mogelijk zou zijn, beroept Heijmans zich op opschorting van betaling van de facturen van Bowie, totdat (de curator van) Bowie haar verplichtingen jegens Heijmans is nagekomen.

4.3.

[naam eiseres] betwist dat de algemene voorwaarden van Heijmans van toepassing zijn op de overeenkomsten waaruit de verpande vorderingen van Bowie voortvloeien, zodat er van een verpandingsverbod geen sprake is. Zelfs als de algemene voorwaarden wel van toepassing zijn, staat het verpandingsverbod er niet aan in de weg dat er verpanding heeft plaatsgevonden, omdat uit de bewoordingen van het verpandingsverbod niet blijkt dat daarmee goederenrechtelijke werking beoogd is.

4.4.

[naam eiseres] betwist ook dat Heijmans zich op verrekening kan beroepen. De vorderingen die Heijmans stelt te hebben op Bowie vloeien volgens [naam eiseres] niet voort uit dezelfde rechtsverhouding(en) als de vorderingen waarvan [naam eiseres] als pandhouder betaling vordert. Ook waren de vorderingen van Heijmans op Bowie nog niet aan haar opgekomen en opeisbaar voordat de verpanding plaatsvond. Aan de eisen van artikel 6:130 (eerste en tweede lid) BW is dus niet voldaan. Heijmans heeft volgens [naam eiseres] geen recht om haar betalingen op te schorten, omdat zij zelf als eerste jegens Bowie in verzuim was en omdat nakoming door Bowie als gevolg van het faillissement blijvend onmogelijk is.

4.5.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5 De beoordeling
5.1.

De meest verstrekkende verweren van Heijmans zijn haar stelling dat Bowie haar vorderingen op Heijmans niet aan [naam eiseres] kon verpanden en haar beroep op verrekening. Om te kunnen beoordelen of Bowie haar vorderingen op Heijmans kon verpanden, zal de rechtbank in het navolgende eerst ingaan op de vraag of de algemene voorwaarden van Heijmans van toepassing zijn op de overeenkomsten waaruit de betreffende vorderingen voortgevloeid zijn. Als de algemene voorwaarden van toepassing zijn, zal de rechtbank daarna beoordelen of artikel 24 van die algemene voorwaarden een beding is zoals bedoeld in artikel 6:83 lid 2 BW, wat de verpanding van de vorderingen in goederenrechtelijk opzicht onmogelijk zou hebben gemaakt. Voor zover nodig, zal de rechtbank daarna ingaan op de vraag of Heijmans zich met succes op verrekening kan beroepen.

Algemene voorwaarden

5.2.

Heijmans stelt dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomsten waaruit de vorderingen waarvan [naam eiseres] betaling vordert, zijn voortgekomen. Zij onderbouwt haar stelling met overlegging van diverse zogeheten “inkoopopdrachten”, waarin – onder verwijzing naar offertes van Bowie – door Heijmans aan Bowie opdrachten worden verstrekt. Op pagina 3 van de inkoopopdrachten staat steeds vermeld:

“Uitsluitend de Algemene Inkoop- en Onderaannemingsvoorwaarden van Heijmans N.V., zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Brabant op 1 november 2010, waarvan wij u reeds eerder een gedrukt exemplaar toezonden, zijn op deze overeenkomst van toepassing. (…)

Eventueel door u van toepassing verklaarde algemene voorwaarden worden uitdrukkelijk door ons van de hand gewezen.

Mocht u naar aanleiding van deze inkoopopdracht/overeenkomst op- of aanmerkingen hebben, dan verzoeken wij u zulks per omgaande schriftelijk aan ons kenbaar te maken. Kunt u zich verenigen met de inhoud, dan verzoeken wij u binnen 10 dagen een exemplaar door een daartoe bevoegd persoon voor akkoord te laten ondertekenen en met eventueel uw firmastempel binnen de genoemde tijd aan ons te retourneren.

Voor de goede orde wijzen wij u erop; Indien binnen 14 dagen na dagtekening van deze Inkoopopdracht/overeenkomst geen getekende kopie is retour ontvangen, wordt u geacht met de opdracht/overeenkomst, alsmede met Algemene Inkoop- en Onderaannemingsvoorwaarden van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT